ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1462 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 84 -2010
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1462 |
---|---|
Datum uitspraak: | 07-02-2011 |
Datum publicatie: | 08-02-2011 |
Zaaknummer(s): | B 84 -2010 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Het is de taak en de plicht van een advocaat de belangen van zijn cliënt te behartigen. Belangen van klager als wederpartij zijn niet nodeloos geschaad. De geheimhoudingsplicht van een advocaat wordt niet geschonden door het overleggen van een van zijn cliënt verkregen medische gegevens. De geheimhoudingsplicht van een advocaat reikt niet verder dan hetgeen zijn cliënt aan hem heeft toevertrouwd. De geheimhoudingsplicht ten aanzien van medische gegevens geldt slechts voor de arts, niet voor de advocaat die rechtmatig over deze gegevens beschikt. In geval van een vordering tot het opleggen van een straat- en contactverbod kan van de wederpartij niet worden verwacht dat deze meewerkt aan een minnelijke regeling. Hiervan valt de advocaat geen verwijt te maken. Ongegrond |
B 84 - 2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van
A
verder : klager
gemachtigde: B
tegen
C
verder te noemen: verweerder
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 21 april 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda de door klager op 26 mei 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.
1.2 De raad heeft voorts kennis genomen van brief van klager dd. 20 september 2010, met bijlage
1.3 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 6 december 2010. Ter zitting waren de gemachtigde van klager en verweerster aanwezig.
2. De feiten,
Verweerder heeft klager namens diens ex-echtgenote op 7 juli 2008 in kort geding gedagvaard. Verweerder heeft namens zijn cliënte in kort geding gevorderd dat klager een straat- en contactverbod zou worden opgelegd. Verweerder heeft in rechte een aantal producties overgelegd, waaronder het proces-verbaal van het verhoor van een psychotherapeute, verder te noemen mevrouw X, dd. 2 december 2005 en de rapportage van mevrouw X. Daarnaast heeft verweerder in de dagvaarding mevrouw X vermeld als mogelijk te horen getuige. Verweerder heeft de rechtbank bij brief dd. 9 juli 2009 bericht dat hem was gebleken dat mevrouw X niets kon toevoegen aan haar rapportage en het proces-verbaal van het verhoor.
3. De klacht
3.1. Verweerder is tekort geschoten omdat:
1. verweerder in de kort geding procedure gebruik gemaakt heeft van het rapport van mevrouw X, zonder haar toestemming;
2. verweerder in die kort geding procedure mevrouw X tegen haar wil als getuige heeft opgegeven;
3. verweerder in die kort geding procedure gebruik gemaakt heeft van het proces-verbaal van verhoor van mevrouw X, zonder haar toestemming;
4. verweerder mevrouw X heeft aangezet tot schending van haar geheimhoudingsplicht en tot het doen van vergaande uitspraken zonder dat daarvoor enig onderzoek was verricht;
5. verweerder de echtheid van een authentiek document heeft betwist op onjuiste en onwettige gronden;
6. verweerder in geen enkel opzicht heeft getracht in der minne een regeling te bereiken;
7. verweerder van bepaalde gegevens die hij gebruikte wist dat deze niet juist waren.
3.2. Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende aangevoerd:
De opstelling van de cliënte van verweerder is bepalend geweest voor de procedures en de, voor haar negatieve, afloop daarvan. Verweerder is ten onrechte uitgegaan van de verhalen van zijn cliënte, waarbij hij klager keer op keer negatief heeft afgeschilderd. Verweerder heeft de grens van de vrijheid die hem als advocaat van de wederpartij toekwam overschreden.
4. Het verweer.
4.1. Verweerder heeft zich als advocaat van de wederpartij van klager binnen de regels van het gedragsrecht ingezet om de belangen van zijn cliënte te behartigen. Verweerder heeft daarbij de belangen van klager niet nodeloos geschaad. Aan verweerder kwam een grote mate van vrijheid toe om te bepalen wat het belang van zijn cliënte vergde. Het belang van de cliënte van verweerder om de rapportage over te leggen was om de rechter een zo compleet mogelijk beeld te geven. De belangen van klager zijn hierdoor niet nodeloos geschaad. De mondelinge behandeling heeft achter gesloten deuren plaats gevonden. Partijen en hun advocaten waren al op de hoogte van de inhoud van de rapportage. Indiening daarvan heeft er enkel toe geleid dat de rechter de rapportage onder ogen heeft gekregen.
4.2. Niets belet een advocaat om iemand te vermelden als getuige. Toestemming daarvoor is niet vereist. Mevrouw X is in de dagvaarding slechts genoemd als mogelijke getuige, zij is evenwel nimmer opgeroepen als getuige in de kort geding procedure. Verweerder heeft bovendien bij brief d. 9 juli 2009 aan de rechtbank bericht dat mevrouw X niets kon toevoegen aan het proces-verbaal van het verhoor en de rapportage.
4.3. Verweerder had het strafdossier tot zijn beschikking omdat zijn cliënte en zijn kantoorgenote, die zijn cliënte als benadeelde partij in de strafzaak bijstond, hierover beschikte. Verweerder heeft mevrouw X geenszins aangezet tot schending van haar geheimhoudingsplicht. De achteraf vastgestelde schending van de geheimhoudingsplicht had al plaatsgevonden toen verweerder de zaak in behandeling nam, namelijk toen mevrouw X haar bevindingen ter kennis van de politie had gebracht. Voor zover van belang, mevrouw X had verweerder wel toestemming gegeven om het proces-verbaal van het verhoor en de rapportage te gebruiken. In een kort geding procedure dient zoveel mogelijk ondersteunend bewijsmateriaal ter onderbouwing van het gevorderde contactverbod te worden overgelegd. Het betrof een rapportage over de cliënte van verweerster, waarin slechts enkele opmerkingen over klager waren opgenomen. Niet valt in te zien waarom verweerder het rapport, waarover hij rechtmatig beschikte, niet in het geding had mogen brengen. Tijdens de zitting in kort geding heeft klager ook geen bezwaar gemaakt tegen overlegging van voormelde stukken door verweerder.
4.5. Verweerder heeft slechts één procedure gestart en deze kan niet als onnodig worden bestempeld. De zaak leende zich vanwege de aard van de zaak niet voor een minnelijke regeling. De cliënte van verweerder was niet bereid in onderling overleg een omgangsregeling te treffen. Verweerder heeft klager er bij herhaling op gewezen dat het op zijn weg lag zich met een verzoek tot het treffen van een omgangsregeling tot de rechter te wenden.
4.6. Verweerder heeft slechts gesteld dat zijn cliënte betwistte een door klager aangereikte schuldverklaring te hebben ondertekend. Verweerder heeft geen stukken gebruikt waarvan hij wist dat deze onjuist waren, noch heeft hij zich nodeloos grievend over klager uitgelaten.
5. Beoordeling van de klacht
5.1. De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.
5.2. Het was de taak en plicht van verweerder de belangen van zijn cliënte te
behartigen. Het stond verweerder vrij namens zijn cliënte in kort geding een aan klager op te leggen straat- en contactverbod te vorderen. De raad volgt verweerder in zijn verweer waar deze stelt dat een vordering tot een straat -en contactverbod zo veel mogelijk met ondersteunend bewijsmateriaal dient te worden onderbouwd. De cliënte van verweerder beschikte in het kader van de strafrechtelijke procedure tegen klager, dus rechtmatig, over de rapportage van mevrouw X. Het stond verweerder vrij om deze rapportage in het belang van zijn cliënte in kort geding in te brengen. Hiermee was geen sprake van schending van de geheimhoudingsplicht van verweerder. De geheimhoudingsplicht van een advocaat reikt immers niet verder dan hetgeen zijn cliënt aan hem heeft toevertrouwd. De geheimhoudingsplicht ten aanzien van medische gegevens geldt slechts voor de arts, niet voor de advocaat die rechtmatig over deze gegevens beschikt.
5.3. Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is niet gebleken dat verweerder mevrouw X, zonder haar instemming, als getuige heeft opgeroepen. Verweerder heeft mevrouw X slechts genoemd als mogelijke getuige. Dit stond hem vrij. De rapportage maakte reeds deel uit van het strafdossier op het moment dat verweerder als advocaat bij de zaak werd betrokken en klager heeft niets aangedragen, noch blijkt anderszins uit het dossier, dat verweerder mevrouw X heeft aangezet tot het schenden van haar geheimhoudingsplicht..
5.4. Het is begrijpelijk dat de beweringen van verweerder namens zijn cliënte in kort geding klager onaangenaam hebben getroffen, maar dit betekent niet dat verweerder de grens van zijn vrijheid als advocaat van de wederpartij heeft overschreden. Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is niet gebleken dat verweerder de belangen van klager nodeloos heeft geschaad. Dit is niet anders indien het door de wederpartij gevorderde door de rechter wordt afgewezen.
5.5. Het stond verweerder vrij namens zijn cliënte te betwisten dat er sprake was van een authentiek document. Dit betreft een juridische stelling die door de rechter beoordeeld dient te worden.
5.6. Een advocaat dient in beginsel te streven naar een minnelijke regeling. Gelet op de aard van de zaak - vordering tot een straat- en contactverbod - kan niet worden verwacht dat door de wederpartij in onderling overleg wordt meegewerkt aan een omgangsregeling in der minne. Hiervan valt verweerder geen enkele verwijt te maken.
6. Beslissing
De raad wijst de klacht in alle onderdelen als ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, P. van Hoef, L. Caudri, I. Sutorius en R. Theunissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2011.
Griffier voorzitter
Verzonden op: 8 februari 2011
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
-
Per post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
-
Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
-
Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.