ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1258 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 162 - 2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1258
Datum uitspraak: 13-12-2010
Datum publicatie: 05-01-2011
Zaaknummer(s): B 162 - 2010
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Overname van zaken
Beslissingen: Onvoorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie:   Een advocaat dient onmiddellijk te reageren op een verzoek van de opvolgende advocaat tot overdracht van het dossier. Het betaamt een behoorlijk advocaat niet proceshandelingen te verrichten zonder uitdrukkelijke opdracht van zijn cliënt daartoe. Van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht dat deze, in geval van ontvangst van een beschikking waaraan een fatale 24-uurs termijn is gekoppeld, contact opneemt met de opvolgende advocaat en de betreffende beschikking per direct doet toekomen aan de opvolgende advocaat. Geen lering getrokken uit eerder tuchtrechtelijke uitspraken over vergelijkbare klachten. klacht gegrond; schorsing twee maanden

 

B 162 - 2010

Raad van Discipline,

in het ressort ’s-Hertogenbosch

Beslissing

Inzake de klacht

van

klager sub 1,

klager sub 2,

tegen

verweerster

___________________________________________________________________________

1. Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 11 augustus 2010, door de raad ontvangen op 12 augustus 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda de door klaagster op 23 december 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

1.2       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 15 november 2010.

Ter zitting zijn verweerster en de gemachtigde van verweerster verschenen.

Klagers zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

2. De feiten

2.1.      Verweerster heeft klager sub 1 op 22 december 2008 begeleid bij het Juridisch Loket te Hoofddorp bij zijn aanvraag om een verblijfsvergunning. De Immigratie- en Naturalisatiedienst, verder te noemen IND, heeft op 28 oktober 2009 de aanvraag van klager sub 1 afgewezen. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen deze beslissing verstreek op 25 november 2009. Klager sub 1 heeft zich op 23 november 2009 gewend tot mr. X met het verzoek de rechtsbijstand van verweerster over te nemen en hem bij te staan in de bezwaarschriftprocedure. Mr. X heeft per fax dd. 23 november 2009 aan verweerster bericht dat klager sub 1 haar had verzocht de rechtsbijstand van verweerster over te nemen en verzocht het dossier zo spoedig mogelijk aan haar toe te sturen.

2.2.      Verweerster heeft een inleidend bezwaarschrift bij de IND ingediend, gedateerd 24 november 2009, en op 10 december 2009 heeft zij de gronden van bezwaar aangevuld. Het bezwaarschrift en de gronden van bezwaar  waren niet door verweerster ondertekend.

2.3.      Mr. X had op 23 november 2009 geen reactie van verweerster ontvangen en heeft een inleidend bezwaarschrift bij de IND ingediend.

2.4.      Op 4 december 2009 heeft mr. X een rappel aan verweerster verzonden. Verweerster reageerde bij brief dd. 11 december. Zij schreef dat de fax dd. 23 november 2009 van mr X haar pas na terugkeer van haar vakantie onder ogen was gekomen en dat zij het dossier op 14 december 2009 aan mr. X zou doen toekomen.

2.5.      Mr. X heeft op 16 december 2009 een rappel gestuurd omdat zij niets had ontvangen.

Verweerster heeft bij brief dd. 15 december 2009 het dossier aan mr. X toegezonden.

2.6.      Op 23 december 2009 heeft de IND een beschikking op bezwaar genomen. Deze beschikking is op 23 december 2009 per post en per fax aan verweerster toegezonden. Blijkens de rechtsmiddelenclausule onder deze beschikking worden de rechtsgevolgen van een afwijzende beschikking niet opgeschort door het indienen van rechtsmiddelen en kan binnen 24 uur na bekendmaking daarvan aan de rechtbank worden verzocht door middel van een voorlopige voorziening te bepalen dat uitzetting achterwege dient te blijven totdat op het beroepschrift is beslist.

2.7.      Verweerster heeft de beschikking dd. 23 december 2009 op 28 december 2009 aan mr. X toegezonden. Mr. X heeft op 28 december 2009 beroep ingesteld bij de rechtbank en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.

2.8.      De IND heeft de beschikking dd. 23 december 2009 ingetrokken en de bezwaarschriftenprocedure is herleefd. Mr. X heeft op 20 januari 2010 aanvullende gronden van bezwaar bij de IND ingediend.

2.9.      In juli 2010 heeft klager sub 2, kantoorgenoot van mr. X, de werkzaamheden van mr. X in het dossier van klager sub 1 evenals in de klachtzaak tegen verweerster overgenomen.

3. De klacht

3.1.      De klacht bestaat uit het navolgende:

  1. verweerster heeft de rechtsbijstand aan klager sub 1 voortgezet zonder opdracht daartoe van klager sub 1;
  2. verweerster heeft het dossier niet voortvarend overgedragen aan de opvolgende advocaat;

3.   verweerster heeft nagelaten een op 23 december 2009 per fax ontvangen beschikking direct door te zenden aan klager.

3.2.      Klager sub 1 heeft op 23, 24 en 26 november 2009 met het kantoor van verweerster gebeld en bericht achtergelaten, dat hij wenste dat mr. X de rechtsbijstand van verweerster zou overnemen. Klager sub 1 ontving geen reactie van verweerster.

3.3.      Een verzoek om een voorlopige voorziening dient te worden beoordeeld op grond van bijzondere omstandigheden die in de betreffende zaak worden aangevoerd. Het is vaste praktijk dat indien binnen 24 uur na bekendmaking van de beschikking, te weten in casu 23 december 2009, een verzoek tot voorlopige voorziening wordt ingediend, de behandeling van dit verzoek binnen Nederland mag worden afgewacht. Nu in de zaak van klager sub 1 niet binnen 24 uur na de bekendmaking van de beschikking een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, heeft verweerster voor klager sub 1 de zekerheid weggenomen dat hij in ieder geval de behandeling van het verzoekschrift in Nederland mocht afwachten.

4. Het verweer

4.1.       Verweerster was tot 10 december 2009 wegens vakantie afwezig. Zij heeft alles voor haar vertrek in orde gemaakt. Zij heeft ter sauvering van de termijn op 24 november 2009 pro forma bezwaar gemaakt en op 10 december 2009 de gronden van bezwaar ingediend. Verweerster heeft de belangen van klager veilig gesteld. Hiertegen kan toch geen bezwaar bestaan. Klager sub 1 heeft verweerster eind november 2009 niet gesproken. Op telefonische mededelingen aan personeel wordt niet afgegaan, zo deze al zijn gedaan. Verweerster heeft niet van haar personeel vernomen dat klager sub 1 wenste dat zij haar rechtsbijstand aan hem zou stoppen.

4.2.      Verweerster heeft bij brief dd. 15 december 2009 aan mr. X geschreven dat het haar vrijstond om de door verweerster op 10 december 2009 ingediende gronden verder aan te vullen. Dit heeft zij klaarblijkelijk niet gedaan, want de IND heeft de beschikking op bezwaar dd. 23 december 2009 aan verweerster toegezonden.

4.3.      Verweerster heeft op 23 december 2009 van de IND een beschikking op bezwaar ontvangen. Kennelijk had mr. X zich niet gesteld bij de IND, noch iets richting de IND ondernomen. Verweerster heeft de door haar op 28 december 2009 ontvangen beschikking, maandag na kerstmis, direct doorgezonden, aan mr. X.

4.4.      Er is sprake van een non-klacht. Conform de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State dd. 21 augustus 2009 is het verzoek voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen.

4.5.      Klagers hebben geen belang bij de klacht, nu de beschikking van de IND dd. 23 december 2009 is ingetrokken en de bezwaarschriftprocedure is heropend.

5. Beoordeling van de klacht.

5.1.            Vast staat dat verweerster het verlenen van rechtsbijstand aan klager sub 1 heeft voortgezet, terwijl zij wist, althans behoorde te weten, dat deze zijn opdracht tot het verlenen van rechtsbijstand aan haar had beëindigd. Het verweer, dat de fax dd. 23 november 2009 verweerster pas na haar vakantie onder ogen kwam, faalt. Verweerster behoort ervoor te zorgen dat op kantoor binnengekomen faxberichten haar dan wel haar waarnemer dezelfde dag bereiken. Dit geldt temeer in een vreemdelingenpraktijk, waarin sprake is van zeer korte, fatale termijnen. Verweerster heeft jarenlange ervaring als vreemdelingenrechtadvocaat en behoort te weten dat het laten verstrijken van termijnen grote gevolgen voor de vreemdelingen heeft. Verweerster behoort bij afwezigheid voor een behoorlijke vervanging zorg te dragen. Verweerster behoort te (laten) reageren op telefonisch mededelingen aan medewerkers van haar kantoor. De raad overweegt dat er bovendien niet alleen sprake was van telefonische mededelingen, maar dat klager sub 1 ook een schriftelijk bericht heeft achtergelaten, waarop verweerster niet heeft gereageerd. Gebleken is dat verweerster niet bereikbaar was voor klager sub 1 en dat zij niet voor adequate vervanging heeft gezorgd

5.2.            Hoewel het op de weg van verweerster had gelegen direct op 23 november 2009 met mr. X contact op te nemen om de overdracht van de zaak van klager sub 1 te bespreken, acht de raad het niet onbegrijpelijk dat verweerster ter sauvering van de bezwaartermijn, pro forma een bezwaarschrift gedateerd 24 november 2009 heeft ingediend. Verweerster had zich echter wel direct daarna tot mr. X dienen te wenden om de overdracht van de zaak te bespreken en haar er van op de hoogte te stellen dat zij ter sauvereing van de termijn reeds pro forma een bezwaarschrift had ingediend. Voor zover verweerster wegens vakantie afwezig was had zij voor vervanging ter zake behoren te zorgen. Door op 10 december 2009 tegen de uitdrukkelijke wens van klager sub 1 over te gaan tot het indienen van gronden heeft verweerster niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

5.3.            Voorts valt verweerster tuchtrechtelijk te verwijten dat zij in een procedure waarin sprake was van het verstrijken van fatale termijnen niet direct heeft gereageerd op herhaalde verzoeken van mr. X om tot overdracht van het dossier over te gaan. Verweerster heeft zelfs niet voldaan aan haar uiteindelijke toezegging het dossier op 14 december 2009 aan mr. X toe te sturen. Hierdoor zijn de belangen van klager sub 1 geschaad.

5.4.            Dat verweerster niet voor onmiddellijke doorzending van de beschikking dd. 23 december 2009 heeft zorg gedragen valt haar tuchtrechtelijk ernstig aan te rekenen. Van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht dat deze, bij ontvangst van een beschikking waaraan een rechtsmiddel met een fatale 24-uurs termijn is gekoppeld, direct actie onderneemt dan wel indien de behandeling van de betreffende zaak door een andere advocaat is overgenomen deze per omgaande doorfaxt aan de opvolgende advocaat. Dat 23 december twee dagen voor kerstmis valt, doet hieraan niets af.

Het verweer dat indiening van een verzoek om voorlopige voorziening toch zinloos was geweest treft geen doel. Het was aan klager sub 1 om te bepalen of hij van deze mogelijkheid gebruik wenste te maken. Verweerster kwam ter zake geen beslissingsbevoegdheid toe.

5.5.            Op grond van het bovenstaande zal de raad overgaan tot gegrondverklaring van de klacht in alle onderdelen.

6. Op te leggen maatregel.

Verweerster heeft er blijk van gegeven geen lering te hebben getrokken uit de eerdere uitspraken van  tuchtrechters over vergelijkbare klachten. Gelet op de ernst van de aan verweerster in deze klachtzaak tuchtrechtelijk verweten gedragingen, het feit dat de belangen van klager sub 1 ernstig dreigden te worden geschaad en het tuchtrechtelijk verleden van verweerster is de raad van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel. 

7. Beslissing

De raad verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond.

De raad legt aan verweerster ter zake op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee maanden.

De schorsing treedt in werking direct nadat deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, doch niet eerder dan nadat de door de raad in klachtzaak B 203-2010 opgelegde schorsing in de uitoefening van de praktijk voor onbepaalde tijd is opgeheven en nadat de in klachtzaak B 153-2010 opgelegde schorsing is uitgewerkt

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman , voorzitter en mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, H.C.M. Schaeken, A.L.W.G. Houtakkers en E.P.C. M. Teeuwen , leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken bij vervroeging op 13 december 2010.

Griffier                                                  Voorzitter

Verzonden op: 14 december 2010


Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  1. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  1. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.