ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1249 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 26 - 2010
ECLI: | ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1249 |
---|---|
Datum uitspraak: | 13-12-2010 |
Datum publicatie: | 04-01-2011 |
Zaaknummer(s): | H 26 - 2010 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Berisping |
Inhoudsindicatie: | De kosten van een klachtprocedure komen voor rekening en risico van de advocaat, ook voor zover de klachten ongegrond blijken te zijn. Een advocaat dient zijn cliënt te informeren over belangrijke zaken, waaronder proceshandelingen worden begrepen. Een advocaat dient te zorgen voor tijdige doorzending van het dossier aan de opvolgende advocaat. Een advocaat is gehouden tot nauwgezetheid en zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden. Indien blijkt dat een advocaat teveel heeft gedeclareerd, dient hij tot onverwijlde terugbetaling over te gaan. Aan de tuchtrechter komt geen bevoegdheid toe om zich uit te laten over onderliggende juridische kwesties. (gedeeltelijk)gegrond; berisping |
H 26 - 2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van
verder : klagers
gemachtigde :
tegen
advocaat,
verder : verweerder
_____________________________________________________________________
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 9 februari 2010, door de raad ontvangen op 11 februari 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de door klagers op 28 mei 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.
1.2 De raad heeft voorts kennis genomen van de brief van de gemachtigde van klagers dd. 30 september 2010, met bijlagen.
De gemachtigde van klagers heeft desgevraagd bij brief dd. 18 oktober 2010, door de raad ontvangen op 21 oktober 2010, een machtiging van klagers aan de raad toegezonden.
1.3 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 18 oktober 2010. Ter zitting zijn de gemachtigde van klagers en verweerder verschenen.
2. De klacht
3.1 De klacht luidt als volgt:
1. Algemeen:
Verweerder heeft, toen klagers in 2007 aangaven voornemens te zijn een klacht in te dienen, gedreigd hen aansprakelijk te stellen voor de kosten die hij zou moeten maken.
2. In het dossier X:
a. Verweerder heeft klagers niet geïnformeerd over door hem ingediende aanvragen voor toevoegingen; daarbij was ook een toevoeging voor klager, terwijl klaagster de enige rechtzoekende in deze zaak was
b. Verweerder is niet verschenen ter zitting van het Hof van 1 augustus 2006 en heeft daaromtrent klagers niet geïnformeerd, althans heeft jegens hen niet de waarheid gesproken. Klagers ondervinden hiervan schade. Verweerder heeft klager voorts niet geïnformeerd over de dagvaarding dd. 23 augustus 2009.
c. Verweerder heeft het dossier niet voortvarend overgedragen aan de nieuwe advocaat van klagers.
3. In het dossier Y:
a. Op het kantoor van verweerder is een dossier zoekgeraakt; de kopie is niet aan klagers geretourneerd.
b. Verweerder heeft het dossier niet voortvarend overgedragen aan de nieuwe advocaat van klagers.
4. In het dossier Z:
a. Verweerder heeft geen voorziening aangevraagd voor opschorting van de opgelegde dwangsom; hij heeft het privaatrechtelijke aspect buiten beschouwing gelaten en een onjuiste tenaamstelling van de handhaving geaccepteerd.
b. Verweerder heeft een aangetekend stuk van de Raad van State niet opgehaald.
5. In het dossier V:
Verweerder heeft het dossier zo laat overgedragen aan de nieuwe advocaat van klagers dat zij daardoor beperkt werden in hun voorbereidingstijd voor de zitting.
6. Ter zake facturering:
Verweerder heeft ten onrechte gefactureerd, terwijl klagers in aanmerking kwamen voor toevoegingen en hij weigert het teveel betaalde te restitueren.
4. Het verweer
Algemeen:
4.1 Verweerder heeft aangegeven de kosten van klachtprocedures op klagers te zullen
verhalen, indien de klachten ongegrond bleken te zijn. Verweerder heeft hiermee getracht een stroom aan ongegronde klachten jegens hem in te perken.
In de zaak tegen X:
4.2. Verweerder is in de zaak tegen X zorgvuldig omgegaan met het aanvragen van toevoegingen. De toevoeging in de zaak tegen X is door verweerder niet gedeclareerd, nu deze naar de opvolgende advocaat is overgegaan.
4.3. Verweerder heeft de gemachtigde van klagers uitgelegd dat het aanbrengen van een
zaak op de rol van het gerechtshof geen inhoudelijke zitting betreft, waarbij een raadsman aanwezig dient te zijn. Van het vonnis van de rechtbank is tijdig beroep ingesteld, zij het dat een herstelexploit nodig was. In eerste instantie heeft de dagvaarding de griffie niet bereikt, waardoor de zaak niet is aangebracht. De rolwaarnemer heeft verweerder desgevraagd bericht dat de zaak was ingetrokken om te voorkomen dat griffierecht verschuldigd was. Verweerder heeft herhaaldelijk gevraagd de door klagers vermeende schade te concretiseren, aan welk verzoek zij geen gevolg hebben gegeven.
4.4. Verweerder heeft het complete dossier niet direct overgedragen, maar op een moment dat de procesgang niet verstoord kon worden.
In de zaak tegen Y::
4.5. Deze zaak is niet van de grond gekomen in verband met bewijsproblematiek. Verweerder en de gemachtigde van klagers hadden een verschil van inzicht over de aanpak van de zaak, wat ertoe heeft geleid dat verweerder zijn werkzaamheden voor klagers heeft beëindigd.
In de zaak tegen Z:
4.6. Dit dossier betrof het verweer tegen het opleggen van een last tot dwangsom. De
voorzieningenrechter heeft bij uitspraak dd. 27 februari 2005 het handhavingsbesluit gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet geschorst. Verweerder heeft dus wel degelijk om een voorziening gevraagd. Verweerder is er nooit op gewezen dat een grenscorrectie een civiele kwestie is.
4.7. Het afhaalbericht betreffende een aangetekend schrijven van de Raad van State heeft
verweerder niet bereikt. Klagers hebben hiervan overigens geen nadeel ondervonden. De zaak is tot een normale behandeling gekomen en de voorbereidingstijd was voldoende.
In de zaak tegen V:
4.8. Verweerder heeft deze zaak niet behandeld omdat hij geen strafrechtjurist is. Verweerder heeft in overleg met klagers een andere advocaat verzocht deze zaak te behandelen. Verweerder heeft het dossier ruim voor de zitting aan de opvolgende advocaat overhandigd. Deze heeft hem gezegd dat zijn voorbereidingstijd niet te kort was.
Ter zake de facturering:
4.9. Verweerder heeft direct na het intakegesprek in 2004 in de zaak tegen Z. een toevoeging voor klaagster sub 1 aangevraagd. Deze aanvraag is bij beslissing dd. 9 februari 2005 afgewezen omdat klaagster sub 1 een te hoog vermogen had. Klaagster sub 1 voerde een onderneming, waarvan de verhuur van paarden deel uitmaakte. Op grond van deze afwijzing zijn de in die zaken verrichte werkzaamheden bij factuur dd. 28 februari 2005 in rekening gebracht aan klaagster sub 1. Deze factuur is door klaagster sub 1 voldaan. Verweerder heeft vervolgens geadviseerd peiljaarverlegging aan te vragen. De gemachtigde van klagers is vervolgens met de jaarcijfers aan de slag gegaan.
Op 11 november 2005 zijn opnieuw toevoegingen aangevraagd. In maart 2006 is met
terugwerkende kracht tot 11 november 2005 een toevoeging verleend. Als deze datum strikt gehanteerd wordt, dan zouden de facturen dd. 24 januari 2006 ad € 847,83 evenals de factuur van 18 januari 2006 ad € 312,33 voor terugbetaling in aanmerking kunnen komen. Op dit bedrag dient de factuur dd. 2 november 2006 betreffende de eigen bijdrage ad € 215,50 in mindering te worden gebracht.
5. Beoordeling van de klacht
Ten aanzien van klachtonderdeel 1:
5.1. Vast staat dat verweerder, toen klagers in 2007 aangaven voornemens te zijn een klacht in te dienen, heeft gesteld hen aansprakelijk te stellen voor de kosten die hij daardoor zou moeten maken. Het uitoefenen van het beroep van advocaat brengt met zich mee dat tegen die advocaat klachten kunnen worden ingediend betreffende diens functioneren als advocaat. De kosten van een dergelijke klachtprocedure komen voor risico en rekening van de advocaat, ook voor zover de klachten ongegrond blijken te zijn. Het verweer dat verweerder enkel zou hebben gezegd klagers in geval van ongegronde klachten voor de kosten aansprakelijk te zullen stellen, treft derhalve geen doel. Het betaamt een behoorlijk advocaat niet zijn cliënt een aansprakelijkheidstelling voor te houden voor het geval deze een klacht tegen hem zal indienen. Dit onderdeel van de klacht zal gegrond worden verklaard.
Ten aanzien van klachtonderdeel 2a:
5.2. In het dossier tegen X was enkel klaagster sub 1 partij. Klagers hebben zeer specifiek aangegeven dat aan klaagster sub 1 in deze zaak op 15 maart 2006 een toevoeging werd verleend onder nummer 1DF7554 en dat een tweede aanvraag met het nummer 1DO6486 op 12 oktober 2006 werd afgewezen. Door verweerder werd in deze zaak tevens een toevoeging aangevraagd ten behoeve van klager sub 2, welke bij beslissing dd. 17 november 2006 werd gegeven (nr. 1DQ3178)
Als niet althans onvoldoende weersproken, is komen vast te staan dat verweerder in een zaak waarin reeds aan klaagster sub 1 een toevoeging was verleend, tevens een toevoeging ten behoeve van klager sub 2 heeft aangevraagd, zonder klager sub 2 hierover te informeren. Hij heeft niet toegelicht waarom ook voor klager sub 2 een toevoeging in deze zaak nodig was. Verweerder heeft ter zitting evenmin niet kunnen verklaren waarom hij voor klaagster sub 1 nog een tweede toevoeging heeft aangevraagd..
Ten aanzien van klachtonderdeel 2b:
5.3. Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht
is gebleken dat verweerder onvoldoende duidelijk aan klagers heeft gecommuniceerd dat er een fout was gemaakt en dat de dagvaarding ter rolzitting dd. 1 augustus 2006 niet was aangebracht. Verweerder heeft klagers onvoldoende geïnformeerd over de gang van zaken met betrekking tot de diverse al dan niet uitgebrachte dagvaardingen. Een advocaat dient zijn cliënt te informeren over belangrijke zaken, waaronder proceshandelingen worden begrepen.
Dit onderdeel van de klacht zal gegrond worden verklaard.
Ten aanzien van klachtonderdeel 2c:
5.4. Verweerder heeft het dossier niet direct, maar wel binnen een redelijke termijn aan de opvolgende advocaat overgedragen. Nu klagers geen nadeel hebben ondervonden, zal dit onderdeel van de klacht als ongegrond worden afgewezen.
Ten aanzien van klachtonderdeel 3a:
5.5. Verweerder heeft niet gereageerd op herhaalde verzoeken van de gemachtigde van klagers om de stukken aan hem te retourneren. Gebleken is dat de stukken die klagers niet van verweerder retour hebben ontvangen, hen via de opvolgende advocaat hebben bereikt. Hoewel de communicatie over de teruggave van het dossier aan de zijde van verweerder te wensen overliet, kan dit onderdeel van de klacht, nu niet is komen vast te staan dat het dossier is zoekgeraakt, niet tot gegrond verklaring leiden,
Ten aanzien van klachtonderdeel 3b:
5.6. In het dossier tegen Y heeft het ruim twee maanden geduurd alvorens verweerder
is overgegaan tot de overdracht van het dossier. Nu verweerder niet heeft kunnen verklaren waarom hij hiermee zo lang heeft gewacht moet een termijn van ruim twee maanden als onredelijk lang worden aangemerkt. Dit onderdeel van de klacht zal gegrond worden verklaard.
Ten aanzien van klachtonderdeel 4a:
5.7. De in klachtonderdeel 4 a naar voren gebrachte stellingen van klagers zijn op grond van de aan de raad overgelegde stukken onvoldoende komen vast te staan, nog daargelaten dat
aan de raad geen bevoegdheid toekomt zich uit te laten over onderliggende juridische kwesties. Dit onderdeel van de klacht zal als ongegrond worden afgewezen.
Ten aanzien van klachtonderdeel 4b:
5.8. De standpunten van partijen of verweerder al dan niet een aangetekend stuk heeft opgehaald staan lijnrecht tegenover elkaar, zodat het aan verweerder verweten handelen niet is komen vast te staan. Dit onderdeel van de klacht zal als ongegrond worden afgewezen.
Ten aanzien van klachtonderdeel 5:
5.9. Nu niet gebleken is dat verweerder de stukken zo laat heeft overgedragen aan de advocaat die de behandeling van de strafzaak op zich zou nemen, dat er problemen zijn ontstaan in de voorbereiding van de zitting en de opvolgende advocaat bovendien niet heeft geklaagd de stukken te laat te hebben ontvangen, zal de raad dit onderdeel van de klacht als ongegrond afwijzen.
Ten aanzien van klachtonderdeel 6:
5.10. De raad stelt voorop dat een advocaat gehouden is tot nauwgezetheid en
zorgvuldigheid in financiële aangelegenheden. Een advocaat behoort zijn cliënt te informeren over de mogelijkheid tot het vragen van een toevoeging. Voorts behoort een advocaat zijn cliënt steeds te informeren indien door hem een toevoeging is aangevraagd en op welke zaak de toevoeging betrekking heeft. Verweerder heeft noch aan klagers, noch aan de deken tijdens de klachtprocedure voldoende inzichtelijk kunnen maken voor welke zaak en voor wie van beide klagers een toevoeging is aangevraagd. Ook ter zitting van de raad heeft verweerder de raad onvoldoende duidelijkheid kunnen verschaffen over het verloop van het aanvragen van de toevoegingen.
5.11 Verweerder heeft pas nadat klagers zich tot de deken hadden gewend en pas na
herhaald aandringen door de deken om nadere informatie, erkend dat door hem teveel was gedeclareerd. Het had op de weg van verweerder gelegen in ieder geval op het moment dat de toevoeging met terugwerkende kracht tot 11 november 2005 werd verleend de door hem verzonden declaraties, die betrekking hadden op werkzaamheden na 11 november 2005, te crediteren. Hoewel verweerder de teveel in rekening gebrachte bedragen inmiddels heeft terugbetaald, valt hem te verwijten dat hij hiertoe niet aanstonds en uit zichzelf is overgegaan.
5.12. Op grond van het bovenstaande zal onderdeel 6 van de klacht door de raad gegrond worden verklaard.
Nu de raad in vijf onderdelen van de klacht tot een gegrondverklaring komt, is de raad van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.
6. Beslissing
De raad verklaart de klachtonderdelen 1, 2a, 2b, 3b en 6 gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel van berisping op.
De raad wijst de klachtonderdelen 2c, 3a, 4a, 4b en 5 als ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. H.C.M. Schaeken,
R. F. L.M. van Dooren, J.F.E. Kikken en E.P.C.M. Teeuwen, in tegenwoordigheid van
mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2010.
Griffier voorzitter
Verzonden op: 14 december 2010
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
-
Per post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
-
Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
-
Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.