ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1195 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch R 96-2010

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1195
Datum uitspraak: 06-12-2010
Datum publicatie: 10-12-2010
Zaaknummer(s): R 96-2010
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Het ligt op de weg van een advocaat om zijn cliënt te informeren over de gevolgen van een gerechtelijke uitspraak en met de opvolgende advocaat af te stemmen wie de nazorg ten aanzien van de gevolgen van die uitspraak op zich zal nemen. gegrond; enkele waarschuwing

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van

de heer X

klager

tegen

mr. Y

verweerder

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 10 mei 2010, door de raad ontvangen op 11 mei 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Roermond de door klager ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

2. De feiten

Het volgende is komen vast te staan:

2.1 Klager heeft zich op 8 januari 2009 tot verweerder gewend met het verzoek zijn belangen te behartigen in een aantal procedures, waaronder een procedure in het kader van de Wet Werk en Bijstand.

2.2. Op 30 maart 2009 verzocht klager aan verweerder de lopende zaken over te dragen aan de opvolgende advocaat. Omdat in de procedure in het kader van de Wet Werk en Bijstand al een mondelinge behandeling had plaatsgevonden, werd afgesproken dat de overdracht na de uitspraak van de rechtbank zou plaatsvinden.

2.3. De rechtbank Roermond heeft op 8 mei 2009 het beroep van klager gegrond verklaard.

Verweerder heeft klager hierover bij brief dd. 15 mei 2009 geïnformeerd. Verweerder heeft in deze brief de gang van zaken betreffende de proceskostenveroordeling uiteengezet en gewezen op de mogelijkheid van hoger beroep bij de Centrale Raad. Op 20 mei 2009 heeft verweerder een kopie van de uitspraak aan de opvolgende advocaat van klager toegestuurd. Op 8 juni 2009 heeft verweerder de gevolgen van de uitspraak en de beroepsmogelijkheden met klager besproken.

3. De klacht

3.1 De klacht luidt als volgt:

Verweerder weigert te voldoen aan het verzoek van klager de wederpartij tot betaling te manen.

4. Het verweer

4.1. Er is geen sprake geweest van het niet manen van de wederpartij ondanks een daartoe

strekkend verzoek van klager, maar van een miscommunicatie tussen klager en verweerder.

4.2. Verweerder verkeerde aanvankelijk in de veronderstelling dat klager hem in die

telefoongesprekken dd. 21 en 27 juli 2009 vroeg waar de betaling bleef van de proceskostenvergoeding. Verweerder heeft klager tijdens deze telefoongesprekken, gelet op de telefonische mededeling van de griffie van de sector bestuursrecht van de rechtbank Roermond dd. 8 juli 2009, medegedeeld dat betaling van de proceskostenvergoeding snel zou volgen. Verweerder heeft klager bij brief dd. 30 juli 2009 bericht dat hem uit telefonische navraag bij de griffie van de rechtbank was gebleken dat de betalingsopdracht aan de financiële administratie was verstrekt, maar dat ten gevolge van ziekte en vakantie van de daartoe bevoegde personen pas medio augustus 2009 tot overboeking kon worden overgegaan.

4.3. Pas medio augustus 2009 heeft klager, bij afwezigheid van verweerder, aan een kantoorgenoot van verweerder - nadat deze de gang van zaken met betrekking tot uitbetaling van de proceskostenvergoeding nogmaals had uiteengezet - duidelijk kenbaar gemaakt dat hij niet alleen de betaling van de proceskostenvergoeding bedoelde, maar dat zijn vraag ook betrekking had op het nog niet uitbetaalde deel van een bijstandsuitkering van klager. Verweerder heeft vervolgens contact opgenomen met de opvolgende advocaat van klager, om in het kader van de bij hem lopende bijstandsprocedures, het College van B&W er op te wijzen terstond over te gaan tot uitbetaling van de eventueel nog niet aan klager betaalde recht op bijstandsuitkering. De opvolgende advocaat van klager zegde toe om zich namens klager met een verzoek tot uitbetaling van het recht op bijstandsuitkering tot het College van B&W te wenden Verweerder heeft klager hierover geïnformeerd. Klager had er bewust voor gekozen de lopende procedures bij een andere advocaat onder te brengen.

Desalniettemin heeft verweerder in het belang van klager ook zelf bij brief dd. 23 september 2009 het college van B&W verzocht om over te gaan tot uitvoering van de uitspraak dd. 8 mei 2009 van de rechtbank Roermond en over te gaan tot uitbetaling van de ingevolge die uitspraak aan klager toekomende, maar nog niet uitbetaalde, recht op bijstandsuitkering.

5. Beoordeling van de klacht

5.1 Gebleken is dat klager zich hangende een procedure betreffende een bijstandsuitkering

tot verweerder heeft gewend. Verweerder heeft klager hierin enige tijd bijgestaan. Klager heeft zich in maart 2009 tot een andere advocaat gewend en aan verweerder verzocht de lopende zaken over te dragen. De procedure waarop de klacht betrekking heeft, stond reeds voor uitspraak. In deze zaak heeft verweerder de uitspraak van de rechtbank dd. 8 mei 2009 toegezonden aan klager en aan de opvolgende advocaat van klager.

5.2. Gebleken is dat in juli 2009 herhaaldelijk telefonisch contact heeft plaatsgevonden

tussen klager en verweerder over de uitbetaling van aan klager toekomende gelden. Tussen partijen is klaarblijkelijk een misverstand ontstaan welke gelden hiermee door klager werden bedoeld. Waar op grond van een rechterlijke uitspraak aan klager zowel terugbetaling van griffierecht als een nabetaling van zijn uitkering toekwam, had het op de weg van verweerder gelegen om hierover op dat moment jegens klager duidelijkheid te scheppen.

5.3. Een advocaat dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkoming van misverstanden, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. Van verweerder had in het kader van een behoorlijk nazorg verwacht mogen worden, dat hij klager duidelijk over had geïnformeerd, welke bedragen hem nog toekwamen. Het ontstaan van de door verweerder als miscommunicatie aangeduide situatie, valt verweerder als advocaat aan te rekenen. Het lag op de weg van verweerder gelegen zijn cliënt te informeren over de gevolgen van de uitspraak en met de opvolgende advocaat af te stemmen wie de nazorg ten aanzien van de gevolgen van de uitspraak op zich zou nemen.

De raad acht de klacht mitsdien gegrond.

6. Beslissing

De raad verklaart de klacht gegrond en legt verweerder ter zake op de maatregel van enkele waarschuwing. .

Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, en mrs. I.E.M. Sutorius, Chr.M.J. Peeters, M.B.Ph. Geeraedts en L.R.G.M. Spronken, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2010.

mr. I.J.M. Huysmans – van Opstal, mr. P.M. Knaapen,

griffier voorzitter

Verzonden op: 6 december 2010.

U kunt binnen14 dagen na verzending van het afschrift van de beslissing in verzet komen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

De eerste dag van de termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift, maar om tijdige ontvangst door de griffier van de Raad van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Verzet dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

Het verzet dient in zevenvoud te worden ingediend.

Het verzet kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de Raad van Discipline in het ressort

’s-Hertogenbosch:

  1. Per Post.

Het postadres van de griffie van de Raad van Discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

  1. Per fax.

Het faxnummer van de Raad van Discipline is 076-5490569.

Indiening per fax dient in enkelvoud te geschieden. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken in zevenvoud per post te worden toegezonden aan de griffier van de raad.