ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1047 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 253-2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1047
Datum uitspraak: 30-08-2010
Datum publicatie: 05-10-2010
Zaaknummer(s): B 253-2009
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Van het voldoen aan een verzoek van de advocaat van de wederpartij om -ten behoeve van de financiële administratie- een op naam van het bedrijf van diens cliënte gestelde factuur, die door verrekening reeds was voldaan, toe te zenden, valt een advocaat tuchtrechtelijk geen verwijt te maken.   Verzet ongegrond

B 253- 2009

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

Beslissing

inzake

het verzet tegen een voorzittersbeslissing

betreffende een klacht van  

mevrouw X,

verder: klaagster,

gemachtigde: dhr. Y

tegen

mr. Z,

verder: verweerder.

1. Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 29 januari 2010, door de raad per fax op 29 januari 2010 en per post op 1 februari 2010 ontvangen, heeft klaagster verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad dd 13 januari 2010, verzonden op 15 januari 2010.

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

- brief dd. 5 februari 2010 van de gemachtigde van klaagster, met bijlage

            - brief dd. 8 mei 2010 van de gemachtigde van klaagster, met bijlage

1.3       Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 28 juni 2010.

            Ter zitting zijn de gemachtigde van klaagster en verweerder verschenen.

2. De feiten

De raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.

3. De klacht

De klacht luidt als volgt:

  1. Verweerder heeft klaagster naast het in de vaststellingsovereenkomst vastgelegde bedrag betreffende buitengerechtelijke kosten rechtsbijstand, ter zake ook nog een declaratie toegezonden;

  2. Klaagster heeft verweerder nooit, zoals verweerder stelt, verzocht om een declaratie op naam van het bedrijf van klaagster op te maken.

4. Beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft de beslissing als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. Het verzet

In haar verzet heeft klaagster het volgende aangevoerd.

Verweerder behoort zich te onthouden van het verstrekken van feitelijke gegevens, waarvan hij weet, althans behoort te weten dat die onjuist zijn. Door klaagster de declaratie van 11 december 2008 te doen toekomen heeft hij feitelijk weergegeven dat er sprake was van een opdrachtverhouding met klaagster en dat hij als gevolg van die opdracht bepaalde diensten heeft verricht, die hij bij klaagster declareerbaar achtte. Zulk een opdrachtverhouding heeft nimmer bestaan. Verweerder heeft zijn werkzaamheden verricht in opdracht van zijn cliënte, de wederpartij van klaagster. Door aan de onderneming van klaagster een factuur te verzenden met vermelding van de BTW heffing, verklaarde verweerder uitdrukkelijk dat hij die onderneming diensten had geleverd die door hem onder bezwarende titel waren verricht. Verweerder behoorde te weten dat de door hem middels voormelde factuur verstrekte feitelijke gegevens onjuist waren.

6. Beoordeling van het verzet

Klaagster heeft in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gebracht. Het verzet bevat een herhaling van de in de klachtprocedure reeds naar voren gebrachte argumenten.

Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt

7. Beslissing

De raad verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.P.M. van der Ham, voorzitter en mrs. H.C.M. Schaeken, R.F.L.M. van Dooren, J.F.E. Kikken en E.P.C.M. Teeuwen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op

Griffier                                                voorzitter

Verzonden op: 31 augustus 2010.

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.