ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0699 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 211-2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0699
Datum uitspraak: 31-05-2010
Datum publicatie: 12-06-2010
Zaaknummer(s): M 211-2009
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Grenzen van de aan de advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Klacht ongegrond.

M211 -2009 Klacht

Raad van Discipline

in het ressort ’s-Hertogenbosch

Beslissing

inzake

de klacht van

klager,

tegen

verweerder,

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

1.         Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 6 oktober 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het  arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

1.2       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 29 maart 2010, waarvoor  partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 21 februari 2010, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 15 maart 2010. De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld. Bij de mondelinge behandeling is verweerder verschenen. Klager is niet  verschenen.

2.         De feiten

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

      Verweerder is advocaat van de wederpartij van klager in een geschil met betrekking  tot de afwikkeling van een nalatenschap.

3.         De klacht

3.1       De klacht houdt het volgende in:

1. verweerder rekt, verdiept en polariseert het geschil;

2. verweerder is in juli 2008 overgaan tot een kort geding. Dit was onnodig omdat het  resultaat nagenoeg gelijk was aan het reeds door klager cs. gedane voorstel van  november 2007;

3. verweerder uit onophoudelijk beschuldigingen en demoniseert klager bij gebrek aan  inhoudelijke argumenten;

4. verweerder houdt zijn cliënten voor de om alsmaar verder te procederen, in weerwil van het feit, dat de nalatenschap definitief verdeeld is bij notariële akte van 19         februari 2009; hij spande op 26 januari een nieuw kort geding aan;

5. hiermee jaagt hij klager en de gemeenschap op kosten.

4.         Het verweer

4.1       Het standpunt van verweerder houdt in:

            Ad 1 en 2

            Van het rekken, verdiepen en polariseren van het geschil is geen sprake en het in juli 2008 aanhangig gemaakte kort geding was niet onnodig omdat klager de op hem rustende verplichtingen niet (tijdig) nakwam.

            Ad 3

            Concreet klaagt klager over één zinsnede in de conclusie van antwoord d.d. 18 mei 2009: “(…) dat hij een bedrag van 6000 euro en een bankpas, afkomstig van zijn overleden tante, had verduisterd.” Deze conclusie was in de gegeven omstandigheden toelaatbaar en ook meteen verifieerbaar omdat nauwkeurig werd aangegeven waarop zij was gebaseerd.

            Ad 4

            De nalatenschap is nog niet definitief verdeeld en klager heeft nog niet aan alle voorwaarden voldaan.

            Ad 5

            Op dit onderdeel van de klacht heeft verweerder niet gereageerd.

5.         Beoordeling van de klacht

5.1       De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling  van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een  grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een  wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij  worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

            Klachtonderdelen 1 en 2

5.2       Vanwege de samenhang tussen de klachtonderdelen 1 en 2 zal de raad deze gezamenlijk  behandelen. De raad overweegt dat het verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij in de gegeven omstandigheden vrij stond om namens zijn cliënten, na  hen daarover te hebben geadviseerd, die procedurele    maatregelen te nemen die  noodzakelijk waren om de belangen van zijn cliënten te beschermen, zoals het kort  geding. De raad is derhalve van oordeel dat verweerder niet heeft gehandeld in strijd met  hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. De klachtonderdelen 1 en 2 moeten derhalve  ongegrond worden verklaard.

            Klachtonderdeel 3

5.3       Uit de overgelegde stukken blijkt dat klager concreet klaagt over één zinsnede in de  conclusie van antwoord d.d. 18 mei 2009, te weten: “(…) dat hij een bedrag van 6000  euro en een bankpas, afkomstig van zijn overleden tante, had verduisterd.”

5.4       Kennelijk heeft klager deze zinsnede als grievend ervaren. De raad is echter van oordeel  dat geen van de door verweerder gebezigde formuleringen, en dus ook niet de hierboven  genoemde, de grens van het betamelijke overschrijdt. Verweerder heeft de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid  dan ook niet overschreden, zodat dit onderdeel van de klacht eveneens ongegrond is.

            Klachtonderdelen 4 en 5

5.5       Verweerder heeft de klachten van klager, dat hij zijn cliënten voorhoudt om alsmaar  verder te procederen, in weerwil van het feit, dat de nalatenschap definitief verdeeld is bij notariële akte van 19 februari 2009, en dat hij op 26 januari een nieuw kort geding aanspande, waarmee hij klager en de gemeenschap op kosten jaagt, betwist. Verweerder  heeft daartoe gesteld dat d e nalatenschap nog niet definitief is verdeeld en dat klager nog niet aan alle voorwaarden heeft voldaan.

5.6       De raad is van oordeel dat klager deze klachtonderdelen onvoldoende met concrete feiten  en omstandigheden heeft onderbouwd, zodat deze niet zijn komen vast te staan. De raad  wijst de klachtonderdelen 4 en 5 dan ook als ongegrond af.

5.7       De raad komt tot de slotsom dat de klacht op alle onderdelen als ongegrond moet worden  afgewezen.

6.         Beslissing

De raad wijst de klacht op alle onderdelen als ongegrond af.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. J.P.M. van der Ham, voorzitter en mrs. L.W.M. Caudri, L.R.G.M. Spronken, J.D.E. van den Heuvel, R.G.A.M. Theunissen, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d.31 mei 2010.

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                                           mr. J.P.M. van der Ham,

griffier.                                                                                      voorzitter.

Verzonden op:

 1 juni 2010.

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per Post.

     Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.   Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.   Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.