ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0631 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 155 - 2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0631
Datum uitspraak: 26-04-2010
Datum publicatie: 26-05-2010
Zaaknummer(s): H 155 - 2009
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Fouten
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Niet betamelijk om een echtscheidingsbeschikking in te doen schrijven tegen een kortere termijn dan bij de wet voorzien. Dit betreft de eigen verantwoordelijkheid als advocaat. Een behoorlijk advocaat dient onmiddellijk bij ontdekking zijn fouten te herstellen, dit is niet gebleken.   Een advocaat geniet een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met die cliënt goed dunkt. Geen sprake van bewust onthouden van informatie aan wederpartij. Belangen  van wederpartij niet nodeloos geschaad.   Klacht deels gegrond,. Maatregel: waarschuwing

H155-2009

Raad van Discipline

in het ressort ‘s-Hertogenbosch

BESLISSING

inzake

de klacht van:

 klaagster

tegen

verweerster

1.         Het verloop van de klachtprocedure

1.1              Bij brief van 30 juni 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de door klaagster op 15 mei 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, tezamen met de in de inventarislijst genoemd stukken.

1.2              Klaagster heeft op 28 december 2009 nadere stukken aan de raad doen toekomen welke stukken zijn toegevoegd aan het klachtdossier.

1.3              De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 1 maart 2010. Klaagster en verweerster zijn verschenen.

2.         De feiten

2.1       In een echtscheidingsprocedure staat verweerster de ex-echtgenoot van klaagster bij als advocaat. Naar aanleiding van een tweetal incidenten heeft klaagster aanleiding gezien een klacht tegen verweerster in te dienen.

3.         De klacht

3.1      De klacht bestaat uit de navolgende onderdelen:

1.         Verweerster heeft de beschikking waarin de echtscheiding tussen klaagster en haar echtgenoot is uitgesproken, laten inschrijven in de registers van de burgerlijke stand, althans heeft deze aangeboden ter inschrijving, terwijl dat nog niet rechtsgeldig kon.

2.         Verweerster onthoudt aan klaagster de nodige informatie met betrekking tot de (waarde van) pensioen- en lijfrenteverzekeringen.

3.2.      Ter toelichting van de klacht is door klaagster het navolgende aangevoerd: Verweerster heeft de echtscheidingsbeschikking binnen 1 maand na de appelbeschikking va het hof houdende bekrachtiging van de echtscheiding laten inschrijven in de registers te Amsterdam, hetgeen niet rechtsgeldig is. Het kost nu veel tijd, moeite en geld om dit weer ongedaan te maken afgezien van ander consequenties. Gezien haar ervaring had verweerster deze fout niet mogen maken, hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Daarnaast heeft verweerster aan klaagster onterecht de nodige informatie onthouden met betrekking tot pensioen en lijfrentepolissen en de waarde daarvan, hoewel deze gegevens van belang zijn voor klaagster.

4.         Het verweer

4.1      Het standpunt van verweerster houdt in dat zij inderdaad de echtscheidingsbeschikking nog niet had mogen laten inschrijven in de registers van de burgerlijke stand, al is zij tevens van mening dat sprake is van een eigen verantwoordelijkheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Zij heeft vervolgens een procedure gevoerd om doorhaling van deze inschrijving te verkrijgen om op die manier de foutieve inschrijving te herstellen.

Met betrekking tot klachtonderdeel 2 merkt verweerster op dat het haar taak is om te waken voor de belangen van haar cliënt. Partijen hebben een verschil van mening over de datum waarop de verrekenplicht van partijen op basis van de huwelijkse voorwaarden eindigt. In het belang van de cliënt van verweerster heeft zij daarom geen energie gestoken in het vergaren van informatie over de mogelijke waarde, nu niet op voorhand duidelijk is dat dit zinvol is. Met betrekking tot de verdeling van de uitkeringen op lijfrentepolissen heeft zij per brief van 18 mei 2009 een voorstel gedaan aan klaagster. Verweerster stelt zich voorts op het standpunt dat zij geen enkele verplichting heeft op basis van de wet om gegevens te verstrekken over de waarde van aanspraken op ouderdomspensioenen.

5.         Beoordeling van de klacht

5.1      De raad overweegt met betrekking tot klachtonderdeel 1 dat het een advocaat niet betaamt om een echtscheidingsbeschikking in te doen schrijven tegen een kortere  termijn dan bij de wet voorzien. Een behoorlijk advocaat dient onmiddellijk bij ontdekking zijn fouten te herstellen. Echter, in onderhavig geval is hiervan niet gebleken. Verweerster heeft nagelaten om haar fout te herstellen zodra zij hierop gewezen werd. Ook in de correspondentie met de deken heeft verweerster niet onmiddellijk erkend dat zij een fout had gemaakt door de echtscheidingsbeschikking reeds in te doen schrijven bij de registers van de burgerlijke stand. In haar brief aan de deken van 2 juni 2009 geeft zij aan dat de verantwoordelijkheid dienaangaande ligt bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. De raad overweegt echter uitdrukkelijk dat het hier een eigen verantwoordelijkheid van verweerster als advocaat betreft. Eerst nadat de deken met verweerster hierover telefonisch overleg had gehad heeft zij aangeboden deze fout te herstellen. Dit betekent dat zij niet al het mogelijke heeft gedaan om onmiddellijk nadat zij op haar fout was gewezen, deze te herstellen. Om die reden acht de raad dit onderdeel van de klacht dan ook gegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel 2 overweegt de raad dat het in dit kader van belang is dat klaagster niet over haar eigen advocaat klaagt maar over de advocaat van de wederpartij. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Discipline dat een advocaat een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met die cliënt goed dunkt. Niet is gebleken dat de informatie waarop klaagster doelt daadwerkelijk niet door verweerster is overgelegd c.q. dat aan klaagster informatie welbewust is onthouden. Tevens is niet komen vast te staan dat zij in haar belangen is geschaad. Derhalve is de raad van oordeel dat klachtonderdeel 2 ongegrond moet worden verklaard. 

6.         Beslissing

           De raad verklaart klachtonderdeel 1 gegrond en legt terzake aan verweerster de maatregel van enkele waarschuwing op.

De raad verklaart onderdeel 2 ongegrond.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken  door: : mr.W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. P.A.M. van Hoef, L.W.M. Caudri, Chr.M.J. Peeters, I.E.M. Sutorius, (leden), op 26 april 2010.

Mr.  P. Beens                                      Mr.W.E.A. Gimbrère Straetmans

Griffier                                                voorzitter

Verzonden d.d. 27 april 2010.

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de  mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

  1. Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

  1. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

  1. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.