ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0404 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 116 - 2009

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0404
Datum uitspraak: 08-02-2010
Datum publicatie: 24-03-2010
Zaaknummer(s): M 116 - 2009
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie:   Niet adequaat behandeling van een zaak , ten gevolge waarvan cliënt mogelijk schade heeft geleden. Advocaat had onmiddellijk behoren te reageren  op de aansprakelijkstelling door zijn cliënt en deze onmiddellijk dienen door te geleiden aan zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar.. Klacht gegrond, berisping.  

M 116 -2009

BESLISSING

van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch inzake de klacht van:

klager,

tegen

verweerder.

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

Verloop van de klachtenprocedure.

 

Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 december 2009, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 19 oktober 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 30 november 2009. De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld.

Bij de mondelinge behandeling is klager verschenen. Verweerder is niet verschenen.

Vaststelling van de feiten voor zover voor de klacht van belang.

Bij beslissing d.d. 25 september 2006 (M110-2005) heeft de raad de door klager jegens verweerder gegrond verklaard en aan verweerder een berisping opgelegd. De raad heeft geoordeeld dat verweerder op grove wijze heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij als advocaat ten opzichte van klager had te betrachten omdat verweerder vanaf 1997, toen hij de kwestie ter zake de loonvordering van klager in behandeling nam, tot in 2004, toen hij tot dagvaarding van de curator overging, de zaak van klager niet althans niet adequaat heeft behandeld. De raad heeft voorts geoordeeld dat het zeer wel mogelijk was dat de vordering van klager oninbaar zou blijken te zijn, hetgeen mogelijk anders zou zijn geweest als verweerder direct in 1997 de zaak van klager adequaat had aangepakt.

Bij brieven d.d. 14 en 22 oktober 2006 heeft klager verweerder aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van onzorgvuldig/niet adequaat handelen van verweerder in de arbeidszaak van klager en heeft hij verweerder verzocht zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar in te lichten over de aansprakelijkstelling. Die brieven heeft verweerder wel ontvangen, doch daarop heeft hij niet gereageerd. Verweerder heeft de schadeclaim doorgeleid naar X op 3 augustus 2007.

Bij brief d.d. 9 augustus 2007 heeft klager een schadevergoeding gevorderd van verweerder en klager heeft verweerder vervolgens nog aangeschreven bij brieven d.d. 28 november 2007, 8 januari 2008 en 16 oktober 2008, waarvan niet is gebleken dat hij deze brieven heeft beantwoord.

Inhoud van de klacht.

Klager heeft van verweerder niets vernomen op klagers meermalen gestelde vraag of de schadeclaim, welke klager op verweerder pretendeert, door deze is doorgestuurd naar diens beroepsaansprakelijkheidsassuradeur. Verweerder reageert niet of nauwelijks op brieven van klager.

Standpunt van verweerder.

Van verweerder is geen verweer bekend.

Beoordeling van de klacht.

Uit de overgelegde stukken blijkt dat de raad bij beslissing d.d. 25 september 2006 (M110-2005) de door klager jegens verweerder gegrond heeft verklaard en aan verweerder een berisping heeft opgelegd omdat verweerder de zaak van klager in de periode van 1997 tot in 2004 niet althans niet adequaat heeft behandeld, ten gevolge waarvan klager mogelijk schade heeft geleden. Voorts staat vast dat klager verweerder bij brieven d.d. 14 en 22 oktober 2006 aansprakelijk heeft gesteld en hem heeft verzocht zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar in te lichten. Op die brieven heeft verweerder niet gereageerd. Verweerder heeft de schadeclaim voorts eerst doorgeleid naar X op 3 augustus 2007. De raad is van oordeel dat verweerder hiermee heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. In de eerste plaats had verweerder terstond moeten reageren op de brieven van klager en in de tweede plaats had verweerder de aansprakelijkstelling terstond na ontvangst van de brieven van klager moeten doorleiden aan X.

De klacht is derhalve gegrond. De raad acht een berisping een passende sanctie.

 

BESLISSING.

De raad verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder op een berisping.

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. R.P.G. Houterman, voorzitter en mrs. M.B.Ph. Geeraedts, L.W.M. Caudri, Chr.M.J. Peeters, L.R.G.M. Spronken, leden, alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d. 8 februari 2010.

 

 

mr. Th.H.G. van de Langenberg, mr. R.P.G. Houterman,

griffier. voorzitter.

 

Verzonden op: 11 februari 2010

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie :het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.