ECLI:NL:TADRSGR:2022:41 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-838/DH/RO

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2022:41
Datum uitspraak: 04-04-2022
Datum publicatie: 08-04-2022
Zaaknummer(s): 21-838/DH/RO
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag van 4 april 2022 in de zaak 21-838/DH/RO naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend  voorzitter van de raad van discipline van 8 december 2021 op de klacht van:

klager

over:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 8 januari 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 
1.2    Op 14 oktober 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1317886 - R 2021/70  van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 8 december 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 8 december 2021 verzonden aan partijen.
1.4    Op 4 januari 2022 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 7 maart 2022. Daarbij was verweerster aanwezig. Klager is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.  Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift van klager. 

2    VERZET
2.1    De gronden van verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager zich in de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust, niet kan vinden. 
2.2    Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld, heeft verweerster de persoonsgegevens van klager voor oneigenlijke doelen gebruikt, verwerkt of verspreid, aldus klager. 
2.3    Tegen de feiten (weergegeven in rechtsoverwegingen 1.1 tot en met 1.7) in de voorzittersbeslissing en de klachtomschrijving komt klager in het verzetschrift niet expliciet en ondubbelzinnig op.

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetsgronden niet slagen. De raad onderschrijft de beslissing van de voorzitter. De voorzitter heeft naar het oordeel van de raad bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op de juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. 
4.3    Omdat het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.  

BESLISSING
De raad van discipline:
-    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. S.M. Krans, voorzitter, mrs. J.H.M. Nijhuis en A. Schaberg, leden, bijgestaan door mr. A. Wijtzes als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 april 2022.