ECLI:NL:TADRSGR:2016:110 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-013/DH/DH

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2016:110
Datum uitspraak: 16-02-2016
Datum publicatie: 23-06-2016
Zaaknummer(s): 16-013/DH/DH
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Herstelbeslissing. In de oorspronkelijke voorzittersbeslissing, gedateerd 9 februari 2016, wordt verwezen naar artikel 46g lid 3 van de Advocatenwet. Deze verwijzing is onjuist, nu hier wordt bedoeld: artikel 46g lid 1 onder a van de Advocatenwet. Hier is sprake van een kennelijke vergissing. De voorzitter herstelt haar beslissing in zoverre. De beslissing blijft voor het overige in stand.

Herstelbeslissing van 16  februari 2016

in de zaak 16-013/DH/DH

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

Met betrekking tot de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) van 9 februari 2016 heeft de voorzitter geconstateerd dat in rechtsoverweging 4.1 van deze beslissing wordt verwezen naar artikel 46g lid 3 van de Advocatenwet. Deze verwijzing is onjuist, nu hier – gelet op de inhoud van genoemde overweging – wordt bedoeld: artikel 46g lid 1 onder a van de Advocatenwet. Hier is sprake van een kennelijke vergissing. Derhalve zal de voorzitter de hiervoor genoemde beslissing als volgt herstellen.

BESLISSING

De voorzitter herstelt haar beslissing, gedateerd 9 februari 2016, gewezen onder nummer 16-013/DH/DH en verstaat dat in rechtsoverweging 4.1 van de beslissing gelezen moet worden:

‘Gelet op artikel 46g lid 1 onder a van de Advocatenwet wordt een klacht die wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop een klager kennis heeft genomen, althans redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft, niet-ontvankelijk verklaard.’

De beslissing blijft voor het overige in stand.

Deze beslissing zal worden gehecht aan de hiermee herstelde beslissing en kan slechts in samenhang hiermee worden gezien.

Aldus gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. N.M. van Trijp als griffier op 16 februari 2016.

Griffier  Voorzitter