ECLI:NL:TADRSGR:2015:43 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4454/14.40

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2015:43
Datum uitspraak: 16-02-2015
Datum publicatie: 01-04-2015
Zaaknummer(s): R. 4454/14.40
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verweerster had klager schriftelijk moeten adviseren over de termijn voor hoger beroep, de kansen in hoger beroep, een standpunt moeten innemen en dit klager moeten meedelen. Verweerster heeft dit nagelaten. Verweerster had de termijn, waarbinnen griffierecht betaald diende te worden, moeten bewaken ook als klager verschillende standpunten inneemt ten aanzien van het instellen van hoger beroep. Verweerster had er voor moeten zorgen dat zij op gewone werkdagen en tijdens de gebruikelijke kantooruren bereikbaar is voor klager. De andere vijf klachtonderdelen zijn onvoldoende onderbouwd. Voor de gegrond bevonden klachtonderdelen volgt enkele waarschuwing.

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 7 februari 2014 met kenmerk

R 2014/21, door de raad ontvangen op 10 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 15 december 2014 in aanwezigheid van klager en verweerster, met haar gemachtigde,

mr. I., advocaat te H. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:

2.1 Verweerster heeft klager bijgestaan in een burengeschil. In 2009 was klagers door de burgemeester een verbod opgelegd om geluidsoverlast te veroorzaken op verbeurte van een dwangsom voor iedere overtreding van het verbod.

2.2 Verweerster heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de burgemeester. De zaak is op vormfouten afgedaan. Er is geen inhoudelijke beslissing op bezwaar genomen.

2.3 Verweerster heeft klager bijgestaan in een kort geding procedure aangespannen door de buren van klager. Op 15 november 2011 heeft verweerster de behandeling in kort geding bijgewoond en een eis in reconventie ingesteld.

2.4 Bij kort gedingvonnis van 22 november 2011 is klager verboden overlast te veroorzaken op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00 en is klager veroordeeld  in de kosten.

2.5 Verweerster heeft hoger beroep ingesteld tegen dit kort geding vonnis.

2.6 Het in hoger beroep verschuldigde griffierecht is één dag te laat voldaan. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard.

2.7 Medio 2012 heeft verweerster met toestemming van de rechtsbijstandsverzekeraar als gemachtigde van klaagster een tweede zaak behandeld met betrekking tot schending van de privacy van klaagster door het gebruik van camera’s door de buren met microfoons. Verweerster heeft namens klaagster een verbod gevorderd op het maken van camerabeelden met geluid en het gebruik daarvan in een mogelijke procedure.

2.8 Op 18 februari 2013 heeft er een comparitie van partijen plaatsgevonden waarbij verweerster en klager zijn verschenen. Klaagster is niet in persoon verschenen. Er is geen schikking bereikt.

2.9 Bij brieven van 3 en 11 juni 2013 met bijlagen hebben klagers bij de deken een klacht ingediend.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Meer in het bijzonder verwijten klagers verweerster dat:

a. zij diverse (beroeps)fouten heeft gemaakt, onder meer dat zij te laat griffierecht heeft betaald in het hoger beroep tegen het kort geding vonnis;

b. de kwaliteit van de rechtshulpverlening te wensen over liet, terwijl verweerster tevens een gebrek aan mensenkennis heeft;

c. zij nagelaten heeft om tijdens de zitting onbewezen beweringen van de wederpartij te betwisten en niet geëist heeft dat het door klagers ingebrachte bewijsmateriaal in kort geding behandeld werd;

d. zij periodes telefonisch onbereikbaar was voor klagers, waardoor klagers zich dienden te vervoegen op haar kantoor. Het kantoor biedt geen privacy;

e. zij weigert het vonnis te overhandigen waaruit het ontvankelijk verklaren in het hoger beroep blijkt;

f. zij haar eigen beloftes niet nakomt en uitvluchten verzint en alles op het laatste moment doet, hetgeen leidt tot fouten;

g. zij tegen een journalist kwalijke uitspraken heeft gedaan over de zaak van klagers.

3.3 Klagers hebben tevens verzocht om vergoeding van de door hen geleden schade ten gevolge van het handelen en/of nalaten van verweerster.

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft klagers in alle kwesties naar behoren bijgestaan. De enige omissie is geweest het te laat betalen van het griffierecht.

4.2 Verweerster betwist dat zij in de bezwaarschriftprocedure het bezwaarschrift op de laatste dag heeft ingediend. Er is geen inhoudelijke beslissing gegeven.

4.3 Ook in het kort geding heeft verweerster klager naar behoren bijgestaan. Er zijn geen problemen geweest met het versturen van stukken naar de rechtbank. Alle stukken zijn door de rechter meegenomen bij de beoordeling van de zaak. Verweerster heeft zelf ter zitting het woord gevoerd. Zij heeft er bewust voor gekozen om klager niet de gelegenheid te geven iets te zeggen aangezien zij vreesde dat de rechter anders de beschuldigingen van de wederpartij voor waar zou aannemen.

4.4 Verweerster betwist dat zij zaken aan klagers beloofd heeft die zij niet heeft uitgevoerd of waargemaakt. Verweerster heeft wel geweigerd bepaalde verzoeken van klager, zoals het wraken van de rechter na afloop van het kort geding, in te willigen. Het staat verweerster vrij om een dergelijke beslissing te nemen. Het uiteindelijke kort geding vonnis was vrij gunstig voor klager. Tot op heden is er ook geen dwangsom verbeurd.

4.5 Klager had eerder twijfels over het al dan niet instellen van hoger beroep. Verweerster heeft van klager en de rechtsbijstandverzekeraar begrepen dat klager het hoger beroep niet wilde doorzetten. Toen bleek dat klager het hoger beroep toch niet wilde intrekken, is alsnog het griffierecht betaald. Dit bleek net één dag te laat. Dit valt verweerster te verwijten.

4.6 Met betrekking tot de procedure gevoerd voor klaagster vond verweerster het vervelend dat zij klaagster niet zelf kon spreken. Ook is zij niet verschenen bij de comparitie van partijen. Hoewel klager een ondertekende verklaring van zijn partner mee had, stond de rechter het klager niet toe om klaagster te vertegenwoordigen. Dit valt verweerster niet te verwijten. Verweerster wilde als gemachtigde van klaagster tot een schikking komen. Klager heeft haar dat verboden. Er is derhalve geen schikking getroffen.

4.7 Het uiteindelijke vonnis hield in dat de camerabeelden niet meer gebruikt zouden worden. Omdat verweerster geen contact kreeg met klaagster wilde zij dit laten betekenen aan klaagster. Klager heeft verweerster daarvan weerhouden, vandaar dat zij een deurwaarder ingeschakeld heeft. De deurwaarder zou het vonnis in een gesloten envelop afgeven bij het ziekenhuis waar klaagster werkte.

4.8 Verweerster erkent dat zij in de periode dat haar secretaresse ziek was telefonisch niet goed bereikbaar was. Verder was zij wel goed bereikbaar. Er kon van haar niet verwacht worden dat zij op de vele, dagelijkse, e-mailberichten van klager omgaand reageerde. Verweerster heeft klager ook buiten kantooruren ontvangen op haar kantoor. Klager kan dan niet verwachten dat het kantoor spic and span is. Er liepen niet allerlei mensen door haar kantoor.

4.9 Verweerster heeft geen schadelijke opmerkingen over klager gemaakt tegen een journalist. Zij is zorgvuldig te werk gegaan.

4.10 Verweerster heeft de DVD’s met toestemming van klager aan een IT-deskundige meegegeven om te bekijken en te scannen op technische onvolkomenheden. De DVD’s zijn altijd op het kantoor van verweerster gebleven. De beslissing met betrekking tot de niet-ontvankelijk verklaring heeft verweerster tegelijkertijd met klager opgevraagd. Klager had de beslissing al zodat verweerster de beslissing hem niet nogmaals toegestuurd heeft. Verweerster heeft haar uiterste best gedaan voor klager. Dit blijkt ook uit alle vonnissen c.q. beslissingen.

5 BEOORDELING

Ten aanzien van klachtonderdeel a.

5.1 Verweerster had klager schriftelijk moeten adviseren omtrent de termijn voor hoger beroep, de kansen in hoger beroep, een standpunt moeten innemen en klager dit moeten meedelen. Verweerster heeft dit nagelaten.

5.2 Het is verder de verantwoordelijkheid van de advocaat om ervoor te zorgen dat, ook als een cliënt wisselende standpunten inneemt met betrekking tot het al dan niet intrekken van een hoger beroep, termijnen bewaakt worden en dat, indien nodig, tijdig griffierecht voldaan wordt. Vast staat dat verweerster het griffierecht in het hoger beroep te laat heeft betaald.

5.3 Het klachtonderdeel is derhalve gegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel d.

5.4 Verweerster heeft erkend dat zij een bepaalde periode niet goed bereikbaar is geweest. Het ligt op de weg van een advocaat om ervoor te zorgen dat zijn praktijk bereikbaar is op gewone werkdagen en tijdens de gebruikelijke kantooruren. Door dit niet te doen heeft verweerster niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt, hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

5.5 Het klachtonderdeel is derhalve gegrond.

Ten aanzien van de klachtonderdelen b., c. en e. tot en met g.

5.6 Met betrekking tot de overige klachtonderdelen geldt dat klagers, mede gezien de betwisting van verweerster, de juistheid van hun stellingen niet, althans niet voldoende hebben onderbouwd.

5.7 De overige klachtonderdelen zijn derhalve ongegrond.

Schadevergoeding

5.8 Met betrekking tot de verzoeken tot schadevergoeding overweegt de raad dat deze verzoeken, mede gelet op het beperkt aantal overgelegde stukken, niet inhoudelijk kunnen worden beoordeeld door de raad.

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.

7 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klachtonderdelen a. en d. gegrond;

- verklaart de klacht voor het overige ongegrond;

- legt aan verweerster de maatregel op van enkele waarschuwing.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. J.J. van der Gouw, R. de Haan, T. Hordijk, P.S. Kamminga, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 februari 2015.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 17 februari 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klagers

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT  Breda

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl

l