ECLI:NL:TADRSGR:2015:322 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4735/15.45

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2015:322
Datum uitspraak: 16-11-2015
Datum publicatie: 07-01-2016
Zaaknummer(s): R. 4735/15.45
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. De Raad acht het verzet in zoverre gegrond nu vaststaat dat de voorzitter in de voorzittersbeslissing over een klachtonderdeel niet heeft beslist. De raad acht het klachtonderdeel zelf ongegrond. Het verzet is voor het overige eveneens ongegrond verklaard.

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 26 september 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 23 februari 2015 met kenmerk K271 2014, door de raad ontvangen op 24 februari 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 19 maart 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad  (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 20 maart 2015 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 23 maart 2015 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 21 september 2015 in aanwezigheid van klager, alsmede van verweerder vergezeld van zijn gemachtigde mr. C, advocaat te Den Haag. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 23 maart 2015.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.2 Klager adverteert sedert 2008 als particulier op de site van Marktplaats.

2.3 In maart 2013 heeft klager Marktplaats na een reeks problemen in rechte betrokken bij de Rechtbank Den Haag, sector kanton, locatie Alphen aan den Rijn. Klager heeft zelf geprocedeerd tot de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie. In dat stadium is de zaak door de kantonrechter verwezen naar de Rechtbank wegens het overschrijden van de € 25.000,00 grens. Klager heeft zich toen tot verweerder gewend.

2.4 Op 18 oktober 2013 heeft een intake gesprek tussen klager en verweerder plaatsgevonden. Verweerder heeft de grondslag van de vordering van klager gewijzigd van onrechtmatige daad naar toerekenbare tekortkoming.

2.5 Op 5 juni 2014 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Tijdens deze comparitie zijn in een proces-verbaal de randvoorwaarden geschetst voor een minnelijke schikking.

2.6 Een nadien door de wederpartij gedaan schriftelijk voorstel is door klager afgewezen.

2.7 Op 23 juni 2014  heeft er een bespreking op het kantoor van de wederpartij plaatsgevonden. Op diezelfde datum heeft klager een vaststellingsovereenkomst getekend, waardoor het geschil tussen klager en Marktplaats is beëindigd.

2.8 Bij e-mailberichten van 28 en 29 juni 2014 heeft klager verweerder bericht van de overeenkomst af te willen.

2.9 Bij brief van 2 juli 2014 heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat die overeenkomst naar zijn oordeel niet onderuit gehaald zou kunnen worden.

Bij brief van 7 juli 2014 heeft verweerder namens klager vonnis gevraagd.

2.10 Bij brief van 26 september 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij tekort is geschoten in de behartiging van zijn belangen, nu hij klager onder druk heeft gezet een schikking te treffen met de wederpartij en heeft nagelaten op of rond 1 april 2014 vonnis te vragen. 

In het verzet verwijst klager naar recente ontwikkelingen in zijn geschil. Voorts plaatst klager enkele opmerkingen bij de voorzittersbeschikking, meer in het bijzonder brengt klager naar voren dat als onderdeel van zijn klacht dient te worden aangemerkt dat hij een zinloze schikking getroffen heeft door toedoen van verweerder. Verweerder had hem daarvoor moeten behoeden. 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

5 BEOORDELING

5.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

5.2 Uit de stukken gewisseld in de dekenprocedure, meer in het bijzonder de conclusie van dupliek van 14 november 2014 van klager komt naar voren dat als klachtonderdeel dient te worden aangemerkt het verwijt aan verweerder dat deze klager niet behoed heeft voor het aangaan van een zinloze schikking.

5.3 Nu de voorzitter op dit klachtonderdeel niet heeft beslist is het verzet in zoverre gegrond.

5.4 Ten aanzien van dit klachtonderdeel heeft de raad echter niet kunnen vaststellen dat er sprake is geweest van het treffen van een zinloze schikking. Het klachtonderdeel is onvoldoende door klager onderbouwd.

5.5 Het klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

5.6 Met betrekking tot de overige klachtonderdelen onderschrijft de raad de beoordeling van de voorzitter en maakt de raad deze tot de zijne. In het verzet is niet gebleken van nieuwe feiten en omstandigheden die maken dat de raad tot een ander oordeel komt.

5.7 Het verzet is in zoverre ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet gedeeltelijk gegrond, namelijk voor zover het het klachtonderdeel bedoeld in rechtsoverweging 5.2 betreft en

verklaart het betreffende klachtonderdeel bedoeld in rechtsoverweging 5.2 alsnog ongegrond

- verklaart het verzet voor het overige ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. P.O.M. van Boven-de Groot, J.G. Colombijn-Broersma, J.J. van der Gouw, R. de Haan, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 november 2015.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 18 november 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager 

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053707. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

088-2053777 of griffie@hofvandiscipline.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl