ECLI:NL:TADRSGR:2015:14 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4485/14.71

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2015:14
Datum uitspraak: 02-02-2015
Datum publicatie: 31-03-2015
Zaaknummer(s): R. 4485/14.71
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verweerster heeft nagelaten de opdracht schriftelijk te bevestigen en heeft de zaak vervolgens niet voortvarend aangepakt. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel enkele waarschuwing.

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 20 maart 2014 aan de raad met kenmerk R 2014/30 ml, door de raad ontvangen op 21 maart 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 1 december 2014 van de raad in aanwezigheid van verweerster. Klager is, met schriftelijke vooraankondiging, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager heeft verweerster in september/oktober 2013 benaderd voor juridische bijstand in verband met het terugvorderen van leningen aan mevrouw A. ten bedrage van totaal € 4.000,--. Het geleende bedrag zou op 1 september 2013 aan klager terugbetaald moeten zijn.

2.3 Klager heeft aan verweerster een voorschot voor haar werkzaamheden betaald ad € 350,--.

2.4 Er heeft één bespreking op het kantoor van verweerster plaatsgevonden.

2.5 Verweerster heeft op 7 oktober 2013 op klagers verzoek en na zijn instemming op het concept een brief gezonden aan mevrouw A. in een laatste poging de lening buiten rechte te innen.

2.6 Bij gebreke van een reactie heeft klager verweerster verzocht tot dagvaarding van mevrouw A. over te gaan.

2.7 Klager is op 23 oktober 2013 voor langere tijd vertrokken naar Zuid-Amerika. In november 2013 heeft het laatste e-mailcontact met klager plaatsgevonden, waarin verweerster aan klager heeft meegedeeld voor hem aan de slag te gaan.

2.8 Bij brief van 28 januari 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij:

a. klagers zaak heeft aangenomen en daarvoor een voorschot van € 350,-- heeft ontvangen maar dat zij geen dagvaarding heeft opgesteld/uitgebracht;

b. niet heeft gereageerd op klagers e-mail van 8 januari 2014 waarin klager verweerster mailde dat hij zo niet door wilde gaan en verweerster vroeg het voorschot terug te betalen.

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft erkend dat deze zaak niet de aandacht heeft gekregen die deze had verdiend. In dat kader heeft verweerster gesteld dat zij in zes maanden twee keer van kantoor is gewisseld, reden waarom de zaak is blijven liggen.

4.2 Verweerster heeft voorgesteld de einddeclaratie ad € 619,37 te verrekenen met het voorschot en het resterende bedrag af te boeken. 

5 BEOORDELING

5.1 Ten aanzien van klachtonderdeel a

De raad stelt voorop dat een advocaat gehouden is een hem verleende opdracht, alsmede de daarvoor geldende voorwaarden, schriftelijk te bevestigen. De achtergrond daarvan is dat onduidelijkheden en misverstanden over wat er tussen advocaat en cliënt – zeker ook over de financiële voorwaarden van de advocaat – is afgesproken zoveel mogelijk dienen te worden voorkomen.

5.2 De raad stelt vast dat verweerster geen opdrachtbevestiging aan klager heeft gezonden, waarin zij uiteen heeft gezet welke werkzaamheden zij voor klager zou verrichten en op welke wijze daarvoor zou moeten worden betaald. Uit de e-mailcorrespondentie van verweerster met klager kan wel worden afgeleid dat het voor klager duidelijk moet zijn geweest dat er kosten verbonden waren aan de werkzaamheden van verweerster.

5.3 De raad is van oordeel dat verweerster bij inname van de zaak de met klager gemaakte afspraken in een opdrachtbevestiging had moeten vastleggen. Voor klager was dan duidelijk geweest wat verweerster voor hem zou doen en met wat voor kosten hij rekening zou moeten houden. Vaststaat dat verweerster met klager heeft afgesproken dat voor haar werkzaamheden een voorschot moest worden betaald, hetgeen ook is geschied. Voor dit bedrag, en dat heeft verweerster klager ook in een e-mail laten weten, zou geen procedure worden gevoerd.

5.4 Hoewel verweerster snel voor klager beschikbaar was en heeft voldaan aan klagers verzoek om een sommatiebrief aan mevrouw A. te zenden, heeft zij nadien deze aanpak niet voortgezet en de zaak voor zich uitgeschoven. Vaststaat dat de toezeggingen van 13 november en 22 november 2013 niet door verweerster zijn nagekomen. Verweerster heeft dan ook niet gehandeld zoals een zorgvuldig handelend advocaat betaamt. Dit klachtonderdeel is gegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

5.5 De raad is niet bevoegd een oordeel te geven over declaratiegeschillen, tenzij sprake is van excessief declareren. Dit laatste kan op basis van de stukken niet worden vastgesteld. Verweerster heeft aangetoond dat zij werkzaamheden voor klager heeft verricht en dat klager ervan op de hoogte was dat met deze werkzaamheden kosten waren gemoeid. De raad is niet bevoegd een beslissing te nemen op het verzoek van klager om het voorschot terug te betalen. Dit klachtonderdeel is niet-ontvankelijk.

6 MAATREGEL

6.1 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

BESLISSING

De Raad van Discipline:

verklaart klachtonderdeel b niet-ontvankelijk en klachtonderdeel a gegrond en legt aan verweerster de maatregel van een enkele waarschuwing op.

Aldus gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, plaatsvervangend voorzitter, mrs. M. Aukema, L.P.M. Eenens, H.E. Meerman, A.J.N. van Stigt,

(plaatsvervangend) leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 februari 2015.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 4 februari 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam    

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl