ECLI:NL:TADRSGR:2014:293 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4428/14.14

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2014:293
Datum uitspraak: 01-12-2014
Datum publicatie: 13-01-2015
Zaaknummer(s): R. 4428/14.14
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
  • Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: De advocaat privé
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht over privé gedragingen van een advocaat. Het enkele onbetaald laten of het niet voldoen aan een vonnis tot betaling van een (betwiste) declaratie van een advocaat uit hoofde van een verrichte dienst in de privésfeer, komt in het algemeen niet voor tuchtrechtelijke beoordeling in aanmerking. Dit kan anders zijn indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is niet gebleken. Klacht ongegrond.

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 10 januari 2014 aan de raad met kenmerk k232 2013 bm/ksl, door de raad ontvangen op 13 januari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 6 oktober 2014 van de raad, in aanwezigheid van klager. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager heeft verweerder van 27 mei 2011 tot 11 januari 2012 bijgestaan in zijn echtscheidingsprocedure.

2.3 Op 11 januari 2012 is door klager het door hem namens verweerder ingediende verzoekschrift ingetrokken aangezien verweerder en zijn echtgenote hadden besloten de echtscheiding niet door te zetten.

2.4 Op 22 december 2012 heeft klager verweerder zijn einddeclaratie doen toekomen.

2.5 In mei 2012 heeft verweerder een betaling ter hoogte van de einddeclaratie verricht, maar naar een onjuist bankrekeningnummer.

2.6 De bank heeft op 3 augustus 2012 aan klager bevestigd dat het bedrag is teruggestort op de rekening van verweerder.

2.7 Verweerder heeft de einddeclaratie nog steeds niet voldaan aan klager.

2.8 Bij brief 19 juni 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij niet reageert op verzoeken om tot betaling van een openstaande, niet betwiste, factuur over te gaan.

4 VERWEER

4.1 Verweerder is van oordeel dat klager geen klacht over hem kan indienen, nu hij in deze kwestie niet als advocaat is opgetreden. Verweerder meent dat klager het tuchtrecht aanwendt voor een ander doel dan waarvoor het in het leven is geroepen. Voorts betwist verweerder de verschuldigdheid van de declaratie nu hij meent dat klager hem dient te compenseren voor schade bestaande uit de door hem bestede tijd aan de “verdwenen” betaling.

5 BEOORDELING

5.1 Verweerder heeft zich op 26 juni 2014 als advocaat laten uitschrijven als advocaat. Naar vaste jurisprudentie kan een klacht tegen een voormalig advocaat behandeld worden en is deze ontvankelijk zolang het een klacht betreft over gedragingen die de voormalige advocaat heeft verricht toen deze nog advocaat was. Uit de stukken kan worden opgemaakt dat de gedraging waarover wordt geklaagd, dateert van voor de datum van zijn uitschrijving als advocaat. De klacht is op basis hiervan ontvankelijk.

5.2 Privé gedragingen van een advocaat worden alleen dan van tuchtrechtelijk belang geoordeeld, wanneer er hetzij voldoende aanknopingspunten zijn met de praktijkuitoefening om dezelfde maatstaven te laten gelden, hetzij de gedraging voor een advocaat in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd moet worden geacht. Het enkele onbetaald laten of het niet voldoen aan een vonnis tot betaling van een (betwiste) declaratie van een advocaat uit hoofde van een verrichte dienst in de privésfeer, komt in het algemeen niet voor tuchtrechtelijke beoordeling in aanmerking. Dit kan anders zijn indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is niet gebleken. De klacht is dan ook ongegrond.

6. BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, voorzitter, mrs. M. Aukema, L.P.M. Eenens, H.E. Meerman en A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 december 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 3 december 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT BREDA

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4814 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl