ECLI:NL:TADRSGR:2014:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4459/14.45

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2014:254
Datum uitspraak: 06-10-2014
Datum publicatie: 24-10-2014
Zaaknummer(s): R. 4459/14.45
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. derden, subonderwerp: Benadeelde crediteur
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: De beklaagde advocaat heeft door zich te presenteren als advocaat misbruik gemaakt van het daardoor bij klager gewekte vertrouwen. Klager mocht afgaan op de mededeling van de beklaagde advocaat dat de koopsom was betaald, terwijl dit achteraf niet het geval bleek te zijn en de beklaagde advocaat klager daarvan niet omgaand op de hoogte heeft gesteld. Klacht gegrond, maatregel enkele waarschuwing

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 18 februari 2014 met kenmerk K348 2014 bm/ksl aan de Raad van Discipline, door de raad ontvangen op 19 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 1 september 2014 van de raad in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerders echtgenote, die in P.woont, heeft namens haar vennootschap S., een blokhut bij klager besteld.

2.3 Bij e-mailberichten van 7 en 8 augustus 2013 heeft verweerder klager bericht dat de koopsom was overgeschreven en is aan klager een overschrijvingsbewijs betreffende de koopsom toegezonden. In de betreffende e-mailberichten heeft verweerder zijn “zakelijke mailhandtekening” als advocaat gebruikt.

2.4 In een e-mail van 16 augustus 2013 heeft verweerders echtgenote klager medegedeeld dat de betaling werd opgeschort. Bij e-mail bericht van  27 augustus 2013 heeft verweerder klager op de hoogte gesteld dat de betaling is geannuleerd.

2.5 Bij e-mail berichten van 30 september 2013 en 3 oktober 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij zich schuldig heeft gemaakt aan misleiding en/of bedrog. Meer in het bijzonder is klager van oordeel dat verweerder door zich te presenteren als advocaat misbruik heeft gemaakt van het daardoor bij klager gewekte vertrouwen en dat klager mocht afgaan op de mededeling van verweerder dat de koopsom was betaald, terwijl dit achteraf niet het geval bleek te zijn. Een en ander klemt te meer nu het een feit van algemene bekendheid is dat in het internationale betalingsverkeer het enige dagen kan duren alvorens een betaling wordt bijgeschreven.

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft gesteld dat klager een onjuiste omschrijving geeft van de feiten. Verweerder heeft erkend dat S., de vennootschap van de echtgenote van klager, een blokhut bij klagers bedrijf heeft besteld. Daarvoor is een aanbetaling gedaan van enkele duizenden euro’s. Klager voldeed in meerdere opzichten niet aan zijn verplichtingen. Om die reden kreeg verweerder, zoals hij heeft gesteld, instructies om het nog verschuldigde bedrag van 2/3 van de koopprijs pas de avond voor de levering over te maken. Op de dag van de levering bleken onder meer de ramen en de deur van de blokhut te ontbreken. Desgevraagd heeft verweerder vervolgens geïnformeerd of de betaling al door de bank was verwerkt. Dit bleek niet het geval te zijn. Verweerder heeft toen de betaling ongedaan gemaakt.

4.2 Verweerder heeft eerst enige tijd later voor het eerst contact met klager gehad om tot een oplossing te komen. Tot nu toe zijn partijen daarin niet geslaagd. Verweerder is van mening dat hij er beter aan had gedaan niet zijn “zakelijke mailhandtekening” te gebruiken. Voorts is verweerder van mening dat klager geen schade heeft geleden nu hij zelf zijn verplichtingen niet is nagekomen.

5 BEOORDELING

5.1 Op basis van de omstandigheid dat verweerder klager heeft gemaild met een ondertekening luidende “R (red.), Avocat á la Court (Luxembourg), Advocaat (The Hague), Attorney at law (New York), Avocat (Switzerland), Solicitor (England & Wales – not practising) etc” en zijn mededeling dat hij handelde conform instructies, kan worden vastgesteld dat verweerder gecorrespondeerd heeft als advocaat van zijn echtgenote en/of haar vennootschap.

5.2 De advocaat dient zich te onthouden van het verstrekken van feitelijke informatie waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist is. Verweerder heeft op 7 augustus per e-mail over de betaling van het restant van de koopsom gecorrespondeerd met klager. Op 8 augustus heeft hij per e-mail afschrift van een overschrijvingsbewijs gestuurd in de door klager bedoelde kwestie met de mededeling “Hierbij de overschrijving”. Anders dan klager stelt betreft een overschrijvingsbewijs geen betalingsbewijs. Uit de correspondentie van verweerder en het door hem gestuurde overschrijvingsbewijs mocht klager wel afleiden, althans mocht hij erop vertrouwen dat de wederpartij door middel van overschrijving opdracht tot betaling van de resterende koopprijs had gegeven.

5.3 Het is niet aan de tuchtrechter om te beoordelen of de echtgenote van verweerder gerechtigd was de betaling van de koopsom op te schorten. Het oordeel daarover is aan de civiele rechter.

5.4 Op 9 augustus 2013, de datum waarop verweerder de betaling had opgeschort, wist verweerder echter dat de inhoud van zijn e-mailberichten van 7 en 8 augustus 2013 betreffende de betaling van de resterende koopsom niet (langer) juist was. Aangezien een advocaat zich dient te onthouden van het verstrekken van feitelijke informatie, waarvan hij weet dat die onjuist is, had verweerder de inhoud van zijn e-mails van 7 en 8 augustus 2013 per omgaande aan klager dienen te corrigeren. Klager heeft onweersproken gesteld dat verweerder hem pas op 27 augustus 2013 heeft bericht dat de betaling was opgeschort. Verweerder heeft geen feiten of omstandigheden gesteld, waaruit blijkt waarom hij dat niet eerder had kunnen meedelen. Het voorgaande overwegende is de raad van oordeel dat verweerder heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt. De vraag of er sprake is van een strafbaar feit staat ter beoordeling van de strafrechter. De tuchtrechter heeft daarbij geen taak of bevoegdheid.

5.5 Gelet op het vorenstaande acht de raad de klacht gegrond.

 6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerder de maatregel van een enkele waarschuwing op.

Aldus gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, plaatsvervangend voorzitter, mrs. M. Aukema, L.P.M. Eenens, J.H.M. Nijhuis, A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 oktober 2014.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 8 oktober 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT BREDA

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4814 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl