ECLI:NL:TADRSGR:2014:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4440/14.26.8

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2014:115
Datum uitspraak: 14-04-2014
Datum publicatie: 11-05-2014
Zaaknummer(s): R. 4440/14.26.8
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Schrapping
Inhoudsindicatie: De onderneming van klaagster is in twee instanties bij verstek veroordeeld, omdat de beklaagde advocaat zich ondanks toezegging daartoe niet namens (de onderneming van) klaagster in de procedures heeft gesteld.  Klaagster heeft van deze gang van zaken eerst vernomen toen de verstekvonnissen in opdracht van de wederpartij werden betekend. Klacht gegrond, maatregel schrapping van het tableau.

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 21 januari 2014 aan de Raad van Discipline met kenmerk AB213 2013, door de raad ontvangen op 22 januari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 3 maart 2014. Ter zitting zijn namens klaagster haar echtgenoot, de heer N., vergezeld van zijn neef verschenen. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder heeft de belangen behartigd van (de onderneming van) klaagster.

2.3 De onderneming van klaagster is in een tweetal zaken bij verstek veroordeeld tot betaling.

2.4 Klaagster heeft dit vernomen via de wederpartij.

2.5 Bij e-mailberichten van 26 juli en 21 augustus 2013 heeft klaagster een klacht bij de deken ingediend tegen verweerder.

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, omdat hij de belangen van (de onderneming van) klaagster niet, althans onvoldoende heeft behartigd.

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft geen verweer gevoerd tegen de klacht.

5 BEOORDELING

5.1 Als onweersproken staat vast dat verweerder de belangen van klaagster niet zorgvuldig heeft behandeld alsmede op basis van de onweersproken stellingen van klaagster dat verweerder niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De klacht is gegrond.

6 MAATREGEL

6.1 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding, het feit dat verweerder geen verweer heeft gevoerd en evenmin is verschenen ter gelegenheid van de behandeling ter zitting teneinde de raad de gelegenheid te bieden verweerder naar aanleiding van de aantijgingen van klaagster te bevragen acht de raad de maatregel van schrapping van het tableau passend en geboden.

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerder de maatregel op van schrapping van het tableau.

Aldus bij vervroeging gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, plaatsvervangend voorzitter, mrs. M. Aukema, H.E. Meerman, A.J.N. van Stigt, E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 april 2014

griffier voorzitter                

Deze beslissing is in afschrift op 16 april 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda.

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl