ECLI:NL:TADRSGR:2013:225 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4321/13.228

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:225
Datum uitspraak: 25-09-2013
Datum publicatie: 26-03-2014
Zaaknummer(s): R. 4321/13.228
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerster heeft in de conclusie van antwoord in reconventie geen citaat uit Wikipedia opgenomen, maar ter onderbouwing van een stelling (van haar cliënte) verwezen naar een bron (Wikipedia). De wijze waarop verweerster een en ander heeft gedaan is niet ongeoorloofd. Indien klager het met deze stelling niet eens is, lag het op zijn weg daartegen verweer te voeren. De overige verwijten van klager kunnen niet worden vastgesteld. Verweerster heeft de gestelde verwijten gemotiveerd betwist en klager heeft deze niet nader onderbouwd. Klachtonderdelen kennelijk ongegrond.  

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden van 4 september 2013, door de raad ontvangen op 5 september 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 Verweerster behartigt de belangen van M. Vastgoed B.V. in een huurgeschil tussen klager en M. Vastgoed B.V.

1.2 In een door verweerster ingediende conclusie van antwoord in reconventie heeft verweerster gesteld:

“Het is overigens een feit van algemene bekendheid dat klimop schade kan veroorzaken aan (oude) gevels, indien  de groei van de klimop de vrije loop wordt gelaten.”

Bij deze stelling wordt in een voetnoot verwezen naar Wikipedia, waar staat:

“Oude muren met poreuze voegen kunnen op de lange duur schade ondervinden. Moderne gebouwen, die een stevigere voeging hebben, ondervinden in het algemeen geen schade van klimop.”

1.3 Klager heeft bij brief van 4 februari 2013 een klacht tegen verweerster ingediend bij de deken.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij:

a. bewust onjuist heeft geciteerd uit openbare bronnen;

b. onjuiste conclusies trekt uit producties en citeert uit correspondentie waarbij zij onder meer fotomateriaal heeft verwisseld. Deze handelwijze van verweerster werkt polariserend en leidt tot verwarring;

c. er op uit is om klager financieel te benadelen.

3. BEOORDELING

Ten aanzien van de klachtonderdelen a tot en c

3.1 De voorzitter ziet aanleiding de klachtonderdelen a tot en met c gezamenlijk en in onderlinge samenhang te beoordelen.

3.2 Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient de belangen van zijn cliënt te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en hij mag in het algemeen afgaan op de juistheid van die informatie. Verificatie door de advocaat van de door de cliënt verstrekte informatie is slechts dan geboden, indien er aanwijzingen zijn dat de informatie onjuist is. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij het optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

3.2 Noch uit de stukken, noch anderszins is gebleken dat verweerster de hiervoor bedoelde haar toekomende ruime mate van vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

3.3 Verweerster heeft in de conclusie van antwoord in reconventie geen citaat uit Wikipedia opgenomen, maar ter onderbouwing van een stelling (van haar cliënte) verwezen naar een bron (Wikipedia). De wijze waarop verweerster een en ander heeft gedaan is niet ongeoorloofd. Indien klager het met deze stelling niet eens is, lag het op zijn weg daartegen verweer te voeren.

3.4 De overige verwijten van klager kunnen op basis van de stukken niet worden vastgesteld. Verweerster heeft de gestelde verwijten gemotiveerd betwist en klager heeft deze niet nader onderbouwd.

3.5 Gelet op het voorgaande dienen de klachtonderdelen a tot en met c kennelijk ongegrond te worden verklaard.

4 BESLISSING

Wijst de klachtonderdelen a tot en met c als kennelijk ongegrond af.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 25 september 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 26 september 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kan klager en de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-

Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.