ECLI:NL:TADRSGR:2013:204 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4154/13.61

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:204
Datum uitspraak: 07-10-2013
Datum publicatie: 26-03-2014
Zaaknummer(s): R.4154/13.61
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: De advocaat privé
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft tezamen met een andere advocaat een woning van klager gehuurd, waarin beiden een advocatenpraktijk uitoefenen. Klager beklaagt zich over het telkens te laat betaald worden van de huur en over een schriftelijke mededeling van verweerder dat hij wettelijk tot aan het einde van de maand heeft om de huur over te maken. Het eerste klachtonderdeel heeft betrekking op privégedragingen van verweerder in een civielrechtelijke aangelegenheid waardoor het vertrouwen in de advocatuur niet kan worden geacht te zijn geschaad. Het tweede klachtonderdeel betreft een rechtens evident onjuiste mededeling van verweerder, waardoor schade is toegebracht aan het vertrouwen in de advocatuur. Klacht gedeeltelijk gegrond. Enkele waarschuwing.

 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 21 maart 2013, door de raad ontvangen op 21 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 26 augustus 2013. Klager heeft bericht van afwezigheid gestuurd. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager is eigenaar van een woning, gelegen te Den Haag, hierna: het gehuurde.

2.3 Bij schriftelijke overeenkomst van 10 augustus 2012 heeft klager aan verweerder en mr. K, advocaat te Den Haag, het gehuurde verhuurd ingaande 15 augustus 2012 en eindigende 31 juli 2014. De huurprijs is € 950,-- per maand en vanaf 1 maart 2013 € 975,-- per maand.

2.4 Verweerder en mr. K betalen ieder de helft van de huur, die telkens verschuldigd is voor de eerste van de maand.

2.5 Verweerder heeft zijn aandeel in de huur over de maanden augustus, september en oktober 2012 betaald op respectievelijk 27 augustus, 28 september en 14 november 2012.

2.6 Bij e-mail van 12 september 2012 deelde verweerder aan de gemachtigde van klager het volgende mee:

“Zoals reeds met u besproken, weet u dat ik wettelijk tot aan het einde van de maand september heb om de huur over te maken.”

2.7 Bij e-mail brief van 21 november 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder en mr. K.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij zich niet gedraagt zoals een behoorlijk advocaat betaamt omdat:

a. de huur telkens te laat wordt betaald en verweerder zich niet aan de voorwaarden van de huurovereenkomst houdt;

b. verweerder zich als advocaat onfatsoenlijk gedraagt door in zijn e-mail van 12 september 2012 mee te delen dat hij wettelijk tot aan het einde van de maand had om de huur over te maken.

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

5 BEOORDELING

Ten aanzien van klachtonderdeel a

5.1 Het is vaste rechtspraak van het Hof van Discipline dat, ook wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, het advocatentuchtrecht van toepassing blijft. Wel zal de tuchtrechter in een dergelijk geval toetsen aan de beperkte maatstaf of het vertrouwen in de advocatuur door de gestelde gedragingen wordt geschaad (HvD 14 december 2012, zaak 6253).

5.2 Gelet op de feiten heeft klachtonderdeel a betrekking op de tussen klager als verhuurder en verweerder als huurder aangegane huurovereenkomst. De klacht heeft betrekking op de naleving door verweerder van de huurovereenkomst, waarbij klager hem verwijt dat de huur telkens te laat wordt betaald.

5.3 De klacht heeft aldus betrekking op privégedragingen van verweerder in een civielrechtelijke aangelegenheid. Gesteld noch gebleken is dat verweerder de verweten gedragingen in zijn hoedanigheid van advocaat heeft begaan. Hieraan doet op zichzelf niet af dat verweerder en mr. K (volgens klager in strijd met de huurovereenkomst), in het gehuurde hun advocatenpraktijk uitoefenen.

5.4 De raad is van oordeel dat door het enkele bestaan van een geschil over huurbetalingen het vertrouwen in de advocatuur niet kan worden geacht te zijn  geschaad.

5.5 Het voorgaande brengt mee dat klachtonderdeel a ongegrond is.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

5.6 Het door verweerder gevoerde verweer, inhoudende dat klager zich tot de civiele rechter dient te wenden, staat niet in de weg aan het oordeel dat verweerder zich met de in dit klachtonderdeel gewraakte uitlating heeft gedragen op een wijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt. 

De mededeling van verweerder in zijn e-mail van 12 september 2012 dat hij "wettelijk tot aan het einde van de maand september (heeft) om de huur over te maken" is rechtens immers evident onjuist. Zonder nadere toelichting van verweerder, die hij niet heeft verstrekt, valt niet in te zien hoe een advocaat zoiets tegenover zijn verhuurder kan stellen, zeker in het licht van de huurovereenkomst waarin is bepaald dat de huur telkens voor de eerste van de maand betaald dient te zijn.  

Verweerder heeft naar het oordeel van de raad door zijn uitlating schade toegebracht aan het vertrouwen in de advocatuur.

5.7 De raad acht dit klachtonderdeel gegrond.

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart klachtonderdeel b gegrond;

- legt als maatregel op een enkele waarschuwing;

- verklaart klachtonderdeel a ongegrond.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mrs. P.O.M. van Boven-de Groot, T. Hordijk, H.E. Meerman en E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 oktober 2013.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 9 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl