ECLI:NL:TADRSGR:2013:184 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4189/13.96

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:184
Datum uitspraak: 04-11-2013
Datum publicatie: 26-03-2014
Zaaknummer(s): R. 4189/13.96
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Door de raad wordt de beslissing van de voorzitter onderschreven. Klaagster heeft op geen enkele wijze haar klachtonderdelen nader onderbouwd, zodat de juistheid hiervan niet is komen vast te staan. Verzet is ongegrond.

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 15 mei 2013 aan de Raad van Discipline, door de raad ontvangen op 16 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 10 juni 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 12 juni 2013 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij e-mailbericht van 16 juni 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van 9 september 2013 van de raad in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klaagster in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 Klaagster heeft geen gronden voor het verzet aangevoerd anders dan een herhaling en nadere uitwerking van de klacht.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mrs. L.P.M. Eenens, J.A. van Keulen, P.C.M. van Schijndel, A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 november 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 5 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.