ECLI:NL:TADRSGR:2013:110 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4141/13.48

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:110
Datum uitspraak: 26-08-2013
Datum publicatie: 06-03-2014
Zaaknummer(s): R. 4141/13.48
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klager verwijt verweerder dat deze geen bezwaarschrift heeft ingediend, stellende dat klager hiertoe opdracht had gegeven. Zoals de plaatsvervangend voorzitter heeft overwogen is niet komen vast te staan dat klager voor of na 14 juli 2012 opdracht heeft gegeven tot het indienen van een bezwaarschrift. De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 7 maart 2013 aan de Raad van Discipline met kenmerk K016 2013, door de raad ontvangen op 8 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 26 maart 2013 heeft de  plaatsvervangend  voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 maart 2013 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij brief van 5 april 2013, door de raad ontvangen op 9 april 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend  voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van 10 juni 2013 van de raad in aanwezigheid van klager. Klager is, vergezeld door een tolk, verschenen. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    HET VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Verweerder heeft geen gronden van verzet aangevoerd, anders dan een herhaling en uitwerking van de klacht.

4    VERWEER

4.1    Verweerder heeft gesteld dat van klachtwaardig handelen geen sprake is, gelet op zijn brief aan klager van 14 juli 2011, naar aanleiding van het besluit van 21 juni 2011 van de gemeente. In deze brief heeft verweerder klager gewezen op de geldende termijn voor bezwaar en heeft hij zijn twijfels kenbaar gemaakt over de haalbaarheid van een eventueel bezwaar. In de brief heeft verweerder klager eveneens bericht dat hij vóór 25 juli 2011 van klager wilde vernemen of hij voor klager een bezwaarschrift moest indienen. Klager heeft echter niets van zich laten horen. Verweerder heeft betwist dat hij bij aanvang van de zaak met klager heeft afgesproken dat hij voor hem bezwaar en beroep zou aantekenen.

5    BEOORDELING

5.1    De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit heeft vermeld onder nummer 3.1 e.v. van de bestreden beslissing.

5.2    Zoals de plaatsvervangend voorzitter heeft overwogen is niet komen vast te staan dat klager voor of na 14 juli 2012 opdracht heeft gegeven tot het indienen van een bezwaarschrift. De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

6    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, plaatsvervangend voorzitter, mrs. W.P. Brussaard, L.P.M. Eenens, P.C.M. Schijndel, A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 26 augustus 2013.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 28 augustus 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.

a