ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4096 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3983/12.117

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4096
Datum uitspraak: 17-12-2012
Datum publicatie: 19-04-2013
Zaaknummer(s): R. 3983/12.117
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet Geen gronden aangevoerd. Ongegrond.

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 6 juni 2012 met kenmerk R 11/12/69 ml, door de raad ontvangen op 7 juni 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten  in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 29 juni 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 2 juli 2012 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij brief van 3 juli 2012 door de raad ontvangen op 5 juli 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 oktober 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van:

    - de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop die beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

    - het verzetschrift van klager d.d. 3 juli 2012.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1    Verweerder behartigt de belangen van klagers voormalige echtgenote in het kader van een procedure omtrent het hoofdverblijf van de kinderen.

2.2    De cliënte van verweerder heeft klager om toestemming verzocht met der partijen kinderen te verhuizen naar België.

2.3    Klager heeft hiervoor geen toestemming verleend en een procedure aanhangig gemaakt tot wijziging van het hoofdverblijf van de der partijen kinderen bij klager.

2.4    Verweerder heeft namens zijn cliënte verweer gevoerd en een zelfstandig verzoek ingediend voor vervangende toestemming voor verhuizing naar België met der partijen kinderen.

2.5    Bij brief van 2 mei 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Klager verwijt verweerder meer in het bijzonder dat hij zich in zijn verweerschrift van 25 april 2012 onnodig grievend jegens klager heeft uitgelaten. Verweerder heeft onder meer gesteld dat klager zijn voormalige echtgenote staande het huwelijk stelselmatig zou hebben mishandeld en dat hij zijn kinderen tijdens een weekendbezoek zou hebben geslagen.

4    VERWEER

4.1    Verweerder voert aan dat hij in opdracht van zijn cliënte heeft gereageerd op het door klager ingediende verzoek tot wijziging van het hoofdverblijf van de twee kinderen, in welk verzoekschrift vrijwel uit het niets werd beweerd dat de dagelijkse verzorging en opvoeding van de kinderen bij de moeder een ernstige bedreiging van hun zedelijke en geestelijke belangen met zich mee zou brengen.

4.2    Verweerder voert voorts aan dat zijn cliënte hem tijdens het intakegesprek heeft geïnformeerd over mishandelingen tijdens een bezoekweekend. Verweerder achtte het in het belang van zijn cliënte deze informatie naar voren te brengen in de hiervoor bedoelde procedure. Hij is van mening dat hij zich daarbij niet onnodig grievend heeft uitgelaten.

5    BEOORDELING

5.1    Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de raad de

beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter. Door klager zijn in het verzet geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en

herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de

plaatsvervangend voorzitter heeft gegeven.

6    BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, G.J. Schipper, E.J. van der Wilk en P.S. Kamminga, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 december 2012.

griffier    voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 18 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.