ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3181 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3973/12.107

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3181
Datum uitspraak: 28-06-2012
Datum publicatie: 23-08-2012
Zaaknummer(s): R. 3973/12.107
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Overige gronden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klagers dienen zich in casu te wenden tot de civiele rechter, nu de tuchtrechter niet bevoegd is te oordelen over de gestelde beroepsaansprakelijkheid. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden d.d. 31 mei 2012, door de raad ontvangen op 1 juni 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken. Voorts heeft de voorzitter kennis genomen van de brief met bijlagen van klagers van 6 juni 2012.

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 Verweerster heeft de belangen van klagers wederpartij (verhuurder) in een civielrechtelijke procedure tegen klagers behartigd.

1.2 Bij brief van 14 november 2011 met bijlagen hebben klagers een klacht ingediend tegen verweerster.

2 KLACHT

2.1 Klagers hebben hun oorspronkelijke klacht, zoals door hen is verwoord bij brief met bijlagen van 14 november 2011, bij brief van 27 november 2011 met bijlagen omgezet in een beroepsaansprakelijkheidsstelling van verweerster.

3 BEOORDELING

3.1 De tuchtrechter is niet bevoegd te oordelen over de gestelde beroepsaansprakelijkheid. Klagers dienen zich ter zake te wenden tot de civiele rechter. De klacht is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.

3.2 Ten overvloede overweegt de voorzitter dat in het geval dat klagers zouden hebben volhard in hun oorspronkelijke klacht, inhoudende dat zij verweerster verwijten dat zij:

a. zich in de procedure niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt door: feiten en omstandigheden te stellen waarvan zij wist, althans behoorde te weten dat die onjuist waren, verzuimd heeft de juistheid van stellingen van haar cliënte of derden te onderzoeken en/of te verifiëren, zich schuldig heeft gemaakt aan onethisch handelen door te volharden in beweringen, waarvan de onjuistheid in de processtukken van klagers is aangetoond;

b. niet op de hoogte is van de inhoud van wet en/of regelgeving en/of  jurisprudentie;

c. zich schuldig maakt aan laster, althans zich onnodig grievend over klagers heeft uitgelaten, zoals blijkt uit de inhoud van haar “aantekeningen” voor de comparitie van partijen op 10 oktober 2011 sub 13 tot en met 16;

deze klachtonderdelen respectievelijk kennelijk ongegrond, kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond zijn. De voorzitter onderschrijft ten aanzien van deze oorspronkelijke klachtonderdelen de voorlopige visie van de deken zoals opgenomen in zijn brief aan klagers van 3 april 2012.

3.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard.

4 BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 28 juni 2012.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 juni 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klagers

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.