ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2132 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3813/11.215

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2132
Datum uitspraak: 24-10-2011
Datum publicatie: 22-11-2011
Zaaknummer(s): R. 3813/11.215
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De advocaat is in het processtuk en de correspondentie binnen de grenzen gebleven die hem als advocaat van de wederpartij toekomen. Niet kan worden vastgesteld dat sprake is van onnodig grievende uitlatingen. Het had de advocaat echter gesierd indien hij zich in de processtukken en correspondentie wat diplomatieker over klager had uitgedrukt.   Voor zover klager de advocaat van de wederpartij verwijt dat hij in zijn correspondentie zou hebben nagelaten de emoties van zijn cliënten te vertalen naar een juridisch standpunt, wordt overwogen dat ook dat iets is dat tot de beleidsvrijheid van de advocaat (van de wederpartij) hoort.

Verloop van de procedure

1 Bij brief van 22 april 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Na het door de wet voorgeschreven onderzoek, verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam, is het dossier op 3 oktober 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.

Inhoud van de klacht

2 Klager verwijt verweerder dat hij:

a. zich meerdere malen grievend jegens klager heeft uitgelaten;

b. in correspondentie gegevens heeft verstrekt, waarvan hij in redelijkheid kon weten dat deze feitelijk onjuist waren.

De feiten

3 Uit de stukken blijkt het volgende:

- Verweerder heeft de belangen behartigd van de voormalig echtgenote van klager en haar nieuwe echtgenoot in een dispuut tussen partijen omtrent alimentatie en de verdeling van de zorgtaken van der partijen minderjarige kinderen.

- Nadat klager door verweerder namens zijn cliënten werd aangesproken op de nakoming van zijn financiële verplichtingen, heeft klager een verzoekschrift ingediend tot uitbreiding van de zorgregeling.

- Verweerder heeft in het door hem ingediende verweerschrift, voor zover in deze relevant, gesteld:

“De rol van de man als opvoeder is daarin bescheiden geweest. Hij had weinig oog voor het wel en wee van de kinderen, hetgeen blijkt uit de navolgende concrete voorvallen:

De man is nooit naar oudergesprekken op school geweest. Zijn belangstelling bleef beperkt tot de obligate vraag: “Hoe gaat het op school?”.

De zoon van partijen is ernstig ziek geweest. Bij hem werd kanker geconstateerd. Toen de zoon was opgenomen in het ziekenhuis en vader vanzelfsprekend was gewaarschuwd, kwam hij niet op bezoek. Uiteindelijk was er sprake van een foutdiagnose, maar ook in die fase beperkte vader zich ertoe om mede te delen:

“Oh ja, dat heb ik altijd al gedacht.”.

Vervolgens heeft er nog een gesprek plaatsgevonden met een psycholoog van het Sofia Kinderziekenhuis om de gevolgen van deze traumatische ervaring voor het kind te bespreken. In dat gesprek gaf de man aan dat hij met bomen en dode mensen kon spreken en dat zijn bijzondere gaven nu eenmaal niet met zich meebrachten dat hij verder in nazorg niet wilde participeren.

Er is geen contact tussen zoon en vader. Dit is niet onbegrijpelijk na het vorenstaande. Ook van de activiteiten van de dochter van partijen trekt de man zich weinig aan, om dan vervolgens volstrekt onverwacht op een schooluitvoering te verschijnen, waardoor het meisje volkomen overstuur raakt.

De kinderen worden reeds jaren opgevoed door de vrouw en de nieuwe partner van de vrouw. Vanzelfsprekend noemen zij die nieuwe partner ook ‘papa’. In dit gezin worden de opvoedings- en verzorgingstaken naar behoren onderling verdeeld en daarin is geen plek meer voor iemand die zich na tien jaar opwerpt als iemand die een verzorgende rol wil spelen.”

- Bij brief van 15 december 2010 heeft verweerder klagers advocaat, voor zover in deze relevant, geschreven:

“Zoals uw cliënt inmiddels wel weet, heeft zijn zoon, D., weinig tot geen interesse in uw cliënt. Hij noemt uw cliënt ook geen ‘vader’, maar ‘P’.

Gezien de leeftijd van D. valt niet in te zien dat daar op korte termijn verandering in zal komen. Het is de revenu van de jarenlange houding van uw cliënt jegens D.

Ten aanzien van S. is dit in feite niet veel anders. S. komt nog wel af en toe bij uw cliënt, doch beschouwt de echtgenoot van cliënte als haar vader.

Het belang van de opvoeding- en verzorgingsrol van de echtgenoot van cliënte heeft uw cliënt ook nog eens benadrukt door het daarheen te hebben willen leiden dat de echtgenoot van cliënte zou moeten gaan meedragen in de kosten van opvoeding en verzorging. Dus niet alleen de feitelijke opvoeding en verzorging heeft uw cliënt al jarenlang overgelaten aan deze echtgenoot, maar nu ook nog eens de financiële verplichtingen dienaangaande. Daarmee heeft in de ogen van de familie uw cliënt zich volledig gedeclasseerd.

Uw cliënt zal bij gewichtige aangelegenheden worden geconsulteerd en in de besluitvorming van de ouders worden betrokken.

Uw cliënt zal ongetwijfeld ingenomen geweest zijn met het bereikte financiële resultaat. Of hij ook zo ingenomen moet zijn met het bereikte maatschappelijke resultaat, te weten de verhouding tussen hem en zijn kinderen, moet uitermate worden betwijfeld.”

Beoordeling van de klacht

Ten aanzien van klachtonderdeel a

4.1 Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient de belangen van zijn cliënt te behartigen aan de hand van feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en hij mag in het algemeen afgaan op de juistheid van die informatie. Verificatie door de advocaat van de hem door de cliënt verstrekte informatie is slechts dan geboden, indien er aanwijzingen zijn dat de informatie onjuist is. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij het optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

4.2 In kwesties als de onderhavige is de emotionele betrokkenheid van cliënten groot. Verweerder heeft het betreffende verweerschrift en de brieven opgesteld in opdracht en in het belang van zijn cliënten, die wilden aangeven dat de feitelijke verzorging van de kinderen al jaren aan hen, als verzorgende ouders, was toevertrouwd en dat de kinderen op een leeftijd zijn dat zij zelf een mening hebben. Verweerder is in het betreffende processtuk en de correspondentie binnen de grenzen gebleven die hem als advocaat van de wederpartij toekomen. Niet kan worden vastgesteld dat sprake is van onnodig grievende uitlatingen. Het had verweerder echter gesierd indien hij zich in de processtukken en correspondentie wat diplomatieker over klager had uitgedrukt.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

4.3 Verweerder heeft gesteld dat hij is afgegaan op de informatie die hem door zijn cliënten is verstrekt en dat hij geen enkele reden had om te twijfelen aan hun mededelingen. Ook overigens is niet gebleken dat verweerder  informatie heeft verstrekt waarvan hij wist dan wel in redelijkheid kon weten dat deze feitelijk onjuist was.

4.4 Voor zover klager verweerder verwijt dat hij in zijn correspondentie met de advocaat van klager zou hebben nagelaten de emoties van zijn cliënten te vertalen naar een juridisch standpunt, wordt overwogen dat ook dat iets is dat tot de beleidsvrijheid van de advocaat (van de wederpartij) hoort.

4.5 Gelet op het voorgaande dienen de klachtonderdelen a en b als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

Beslissende

Wijst de klachtonderdelen a en b als kennelijk ongegrond af.

Aldus gedaan door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 24 oktober 2011.

Voorzitter   

Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.

De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.