ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2094 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3786/11.188

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2094
Datum uitspraak: 14-09-2011
Datum publicatie: 22-11-2011
Zaaknummer(s): R. 3786/11.188
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp:
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet is komen vast te staan dat klager aan de advocaten stukken (ter aanvulling van het strafdossier) heeft gezonden. Indien dit al wel zou komen vast te staan, valt – zonder nadere toelichting en onderbouwing – niet in te zien hoe het enkel niet versturen van een ontvangstbevestiging klachtwaardig zou kunnen zijn. Dat de advocaat ten onrechte geen stukken aan klager retour heeft gezonden is gelet op het voorgaande evenmin gebleken.

Verloop van de procedure

1 Bij brief van 15 maart 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Na het door de wet voorgeschreven onderzoek, verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam, is het dossier op 7 september 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.

Inhoud van de klacht

2 Klager verwijt verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met de door advocaten in acht te nemen betamelijkheid. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder:

a. dat hij een verlengstuk is van mr. C., zijn eigen belang boven dat van klager stelt en na de zitting van 8 maart 2011 met mr. C. in plaats van met klager contact op heeft genomen;

b. dat hij geen ontvangstbevestigingen heeft gestuurd van stukken die klager hem zond en deze stukken niet heeft geretourneerd aan klager na overdracht van klagers strafzaak aan mr. N.;

c. een faxbericht van 28 februari 2011 inzake de klachtzaak tegen mr. C. niet heeft verzonden aan de Orde van Advocaten.

De feiten

3 Uit de stukken blijkt het volgende:

- Verweerder heeft de behandeling van klagers strafzaak overgenomen van mr. C..

- De behandeling ter terechtzitting van de strafzaak vond plaats op 8 maart 2011.

- Na de behandeling ter terechtzitting voornoemd heeft klager verweerder verzocht zijn werkzaamheden te beëindigen en heeft verweerder de behandeling van de strafzaak overgedragen aan mr. N.

Beoordeling van de klacht

Ten aanzien van klachtonderdeel a

4.1 Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verweerder een verlengstuk is van mr. C. en/of zijn eigen belang boven dat van klager heeft gesteld door in contact te treden met mr. C. Verweerder heeft gemotiveerd gesteld dat dit contact met het oog op de goede overdracht van klagers strafzaak heeft plaatsgevonden.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

Niet is komen vast te staan dat klager aan verweerder stukken (ter aanvulling van het strafdossier) heeft gezonden. Indien dit al wel zou komen vast te staan, valt – zonder nadere toelichting en onderbouwing – niet in te zien hoe het enkel niet versturen van een ontvangstbevestiging klachtwaardig zou kunnen zijn. Dat klager ten onrechte geen stukken aan klager retour heeft gezonden is gelet op het voorgaande evenmin gebleken.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

4.2 Niet is komen vast te staan dat klager verweerder heeft verzocht een faxbericht te sturen in het kader van de klachtprocedure van klager jegens mr. C.. Verweerder heeft onbetwist gesteld dat hij slechts de behandeling van klagers strafzaak heeft overgenomen en klager niet heeft bijgestaan in de klachtprocedure tegen mr. C.. Het lag dan ook niet op de weg van verweerder om werkzaamheden voor klager te verrichten in het kader van diens klacht tegen mr. C..

4.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

Beslissende

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gedaan door mr. P.H. Veling, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 14 september 2011.

Plv. Voorzitter   

Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.

De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.