ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1991 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3746/11.148

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1991
Datum uitspraak: 18-08-2011
Datum publicatie: 13-09-2011
Zaaknummer(s): R. 3746/11.148
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De advocaat heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door als eisende partij bij afzonderlijk exploot aan de wederpartij vervroeging van de oorspronkelijke zittingsdag aan te zeggen. De advocaat was niet gehouden de raadsman van klaagster sub 2 separaat te berichten, nu hij klaagster sub 2 naar behoren had opgeroepen voor de vervroegde zitting. De advocaat maakt geen misbruik van procesrecht door voor zijn cliënt te blijven optreden ondanks het feit dat zijn cliënte en/of haar rechtsvoorgangers reeds enkele procedures hadden verloren en in gebreke zijn gebleven met betaling van voorafgaande proceskostenveroordelingen.

Verloop van de procedure

1 Bij brief van 17 november 2010 hebben klagers een klacht ingediend tegen verweerder. Na het door de wet voorgeschreven onderzoek, verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Haarlem, is het dossier, na een verwijzingsbeslissing van het Hof van Discipline van 25 juli 2011, op 26 juli 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.

Inhoud van de klacht

2 Klagers verwijten verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met artikel 46 van de Advocatenwet in samenhang met de regels 1, 4, 9, 17 en 19 van de gedragsregels 1992 voor Advocaten. Meer in het bijzonder verwijten klagers verweerder, dat hij:

a. willens en wetens in strijd met de wet en de gedragsregels bij vervroeging een procedure heeft opgebracht;

b. heeft nagelaten klagers en hun raadsman hierover in te lichten;

c. zich schuldig heeft gemaakt aan misbruik van procesrecht en klagers heeft benadeeld.

De feiten

3 Uit de stukken blijkt het volgende:

- Verweerder behartigt de belangen van de wederpartij van klaagster sub 2 in een hoger beroepsprocedure bij het Gerechtshof Amsterdam.

- Klaagster sub 2 was door verweerder bij exploot van 23 juni 2009 gedagvaard voor de zitting van het hof van 5 april 2011.

- Verweerder heeft klaagster sub 2 bij exploot van 23 juni 2010 vervroegd opgeroepen voor de procedure bij het hof.

- Het hof heeft de vervroeging toegestaan en overeenkomstig het exploot van 23 februari 2010 de zaak op de rol geplaatst van 9 maart 2010.

- Het exploot van 23 februari 2010 is uitgebracht aan het adres van klaagster sub 2 zoals op dat moment was vermeld in het handelsregister.

Beoordeling van de klacht

Algemeen

4.1 Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij het optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

Ten aanzien van klachtonderdeel a

4.2 Ten aanzien van dit klachtonderdeel is in het onderhavige geval noch uit de stukken, noch anderszins gebleken dat verweerder de hiervoor bedoelde hem toekomende ruime mate van vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Uit de stukken volgt dat het hof de vervroegde opbrenging heeft toegestaan. De beslissing over de vraag of de eisende partij in een procedure gerechtigd is bij afzonderlijk exploot aan de wederpartij wijziging, in casu vervroeging, van de oorspronkelijke zittingsdag aan te zeggen, is voorbehouden aan de (rol)rechter. Dat artikel 126 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ziet op de bevoegdheid van de gedaagde/geïntimeerde om de roldatum te vervroegen, sluit de bevoegdheid tot vervroeging voor eiser/appellant niet uit. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

4.3 Het exploot is uitgebracht aan het adres van klaagster sub 2 zoals op dat moment was vermeld in het handelsregister. Verweerder heeft klaagster sub 2 derhalve naar behoren opgeroepen voor de vervroegde zitting van 9 maart 2010. Verweerder was niet gehouden de raadsman van klagers hierover (separaat) te berichten. Indien het feitelijke adres van klaagster sub 2 niet in overeenstemming was met het adres zoals vermeld in het handelsregister lag het op de weg van klaagster sub 2 deze wijziging in het handelsregister te laten doorvoeren. Niet valt in te zien dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

4.4 Op basis van hetgeen over en weer is gesteld kan niet worden vastgesteld dat verweerder misbruik van procesrecht maakt en klagers ongeoorloofd benadeeld. Dat verweerder voor zijn cliënte is blijven optreden ondanks het feit dat zijn cliënte en/of haar rechtsvoorgangers reeds enkele procedures hadden verloren en in gebreke zijn gebleven met betaling van voorafgaande proceskostenveroordelingen is in ieder geval onvoldoende om tot die conclusie te kunnen leiden.

Voor zover klagers stellen dat zij zijn benadeeld als gevolg van de vervroeging van de procedure valt verweerder evenmin een verwijt te maken.

4.5 Gelet op het voorgaande dienen de klachtonderdelen a tot en met c als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

Beslissende

wijst de klachtonderdelen a tot en met c als kennelijk ongegrond af.

Aldus gedaan door mr. M.F. Baaij, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 18 augustus 2011.

Plv. voorzitter

Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.

De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.