ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1576 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3533/10.163

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1576
Datum uitspraak: 11-04-2011
Datum publicatie: 26-04-2011
Zaaknummer(s): R. 3533/10.163
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet is komen vast te staan dat verweerder de rechter bewust onjuist heeft geinformeerd.

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Bij brief van 8 juni 2010 heeft klager, mede namens klaagster, een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de waarnemend Deken van de Orde van Advocaten in het Arrondissement Rotterdam.

Het dossier is door de Raad ontvangen op 28 september 2010.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 14 februari 2011.

Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen. Verweerder werd ter zitting bijgestaan door mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, advocaat te Den Haag tevens kantoorgenoot van verweerder.

FEITEN

2.1 Op 17 mei 2010 heeft een zitting plaatsgevonden in een procedure tussen klagers en onder meer een bank.

2.2 Verweerder heeft in deze procedure onder meer de bank vertegenwoordigd.

2.3 In een proces-verbaal van de zitting, gehouden op 17 mei 2010 in de Rechtbank Rotterdam, is, voor zover in deze zaak relevant, opgenomen:

 “De vraag is of klager (red.) door de curator is aangesproken. Dat niet strafrechtelijke is vervolgd, zegt niets over de civielrechtelijke aansprakelijkheid. De curator pakt veelontvangers/rayonhoofden één voor één aan.” ….

 “Klager c.s. (red.) wist van de hoed noch de rand. Klager (red.) komt niet in de faillissementsverslagen voor. Klager (red.) is geen rayonhoofd/veelontvanger geweest. Indien en voorzover klager (red.) de grote man naast Van den B. (red.) zou zijn geweest – hetgeen niet het geval is –, had het voor de hand gelegen dat hij door de curator was aangesproken (als tussenpersoon/veelontvanger of in een andere hoedanigheid (“overige personen”)). Dit is tot op de dag van vandaag niet gebeurd.”

KLACHT

3. Klagers verwijten verweerder dat hij bewust onjuiste informatie aan de Rechtbank heeft verstrekt door te stellen dat klager door de curator zou zijn aangeschreven als “zogenaamd rayonhoofd en/of veelontvanger van Van den B. (red.)”. Na de expliciete ontkenning van klager en zijn raadsman zou verweerder hebben gereageerd met de mededeling dat de curator klager dan binnenkort alsnog zou aanschrijven. Klager stelt dat deze mededelingen van verweerder aan de Rechtbank, geheel onjuist waren en dat verweerder van die onjuistheid ook volledig op de hoogte was. Aldus heeft verweerder bewust gelogen.

VERWEER

4. Verweerder heeft gesteld dat hij tijdens de bewuste zitting slechts heeft gezegd dat volgens zijn informatie de mogelijkheid bestond dat klager door de curator zou worden aangesproken. Die informatie werd door één van de medewerkers van verweerder afgeleid uit een telefoongesprek dat kort voor de zitting met de curator werd gevoerd. Verweerder heeft voorts gesteld dat hij juist zeer nadrukkelijk een slag op de arm heeft gehouden voor wat betreft de mogelijkheid dat de curator klager zou aanspreken.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5. De Raad stelt vast dat door verweerder bij brief van 7 februari 2011 een proces-verbaal van de zitting, gehouden op 17 mei 2010, in deze klachtprocedure heeft overgelegd. Klager heeft  bezwaar gemaakt tegen overlegging van dit proces-verbaal, omdat het niet binnen de door de Raad gestelde termijn is overgelegd. De Raad zal vanwege proceseconomische gronden het proces-verbaal toevoegen aan het dossier en de inhoud daarvan meewegen in de beoordeling.

Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is de Raad van oordeel dat niet kan worden vastgesteld wat exact op de zitting van 17 mei 2010 door verweerder is gesteld. Niet is komen vast te staan dat verweerder bewust onjuiste informatie aan de rechtbank heeft verstrekt. De klacht is dan ook ongegrond.

BESLISSING

6. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 - verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. A.J.N. van Stigt, mr. L.Ph.J. baron van Utenhove en mr. C.A. de Weerdt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 april 2011.

griffier          voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren, na daartoe voorafgaand gemaakte afspraak.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.