ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA1306 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3433/10.63

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA1306
Datum uitspraak: 11-10-2010
Datum publicatie: 31-01-2011
Zaaknummer(s): R. 3433/10.63
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Voorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: De advocaat is tekort geschoten in de zorg voor de client, meer in het bijzonder in de vereiste communicatie met de client. Ook een cassatie advocaat is verplicht zijn client te informeren over de gang van zaken c.q. zijn rechtspositie

PROCEDUREVERLOOP

1.1  Bij e-mail bericht van 10 september 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is

verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het dossier is door de Raad ontvangen op 13 april 2010.

1.2  De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de hoofdgriffier, ter

inzage hebben gelegen.

1.3  De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 23 augustus 2010. Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.

FEITEN

2.1  Klager heeft een negatief cassatieadvies gekregen van mr. A. en heeft zich vervolgens tot verweerder gewend.

2.2  Door verweerder is voor klager een toevoeging aangevraagd.

2.3   Bij brief van 25 maart 2008 heeft verweerder klager als volgt geschreven:

“Via mr. A. (red.) bereikte mij het dossier in uw zaak. Ik zal zeker een toevoeging willen aanvragen, doch merk op dat de gemiddelde duur voor afdoening zo’n vier weken bedraagt. Ik bericht u nu reeds dat (al)hetgeen dat ziet op de hier de draagkracht bepalende factoren behoort tot het domein van de feiten-rechter. Ook de weging van die factoren is vooreerst voorbehouden aan de feiten-rechter. Ik zal derhalve aan de hand van het dossier moeten nagaan of en zo ja hoeveel ruimte er is voor cassatie. Ik noteerde dat de cassatietermijn verstrijkt op 21 mei a.s.”

2.4  Verweerder heeft op 20 mei 2008 het verzoekschrift tot cassatie ingediend.

2.5  Bij brief van 18 juni 2008 heeft verweerder het verzoekschrift tot cassatie aan klager doen toekomen.

2.6   Bij brief van 1 september 2008 heeft verweerder klager als volgt geschreven:

" Bijgaand in kopie en ter kennisneming het ontvangen verweerschrift en het verslag van de zitting in hoger beroep. Indien de inhoud van laatstgemeld stuk u nog aanleiding geeft tot op- of aanmerkingen voor wat betreft het reeds ingediende verzoekschrift tot cassatie, bestaat tot en met 19 september a.s. de mogelijkheid tot aanvulling. Ik verneem derhalve gaarne nader van u.”

2.7 Bij beschikking van 4 september 2009 heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen.

2.8  Bij brief van 8 september 2009 heeft verweerder het proces-dossier aan de advocaat van klager doen toekomen.

KLACHT

3. Klager verwijt verweerder dat hij:

            a.        hem en zijn advocaat niet althans onvoldoende heeft geïnformeerd;

            b.        niet althans onvoldoende tegemoet is gekomen aan de wensen van klager met betrekking tot de voor hem behandelde cassatieprocedure;

            c.        niet voldoet aan de verzoeken van klager om te reageren op de door klager aan hem gestelde vragen;

            d.        telefonisch niet dan wel zeer slecht bereikbaar is en geen tijd heeft om klager te woord te staan.

VERWEER

4. Verweerder stelt dat klager weigert de beperkingen van de cassatieprocedure te begrijpen en met name te aanvaarden. Verweerder is van mening dat hij klager naar behoren heeft geïnformeerd en hij betwist dan ook hetgeen door klager ten aanzien van hem in de klachtonderdelen wordt gesteld.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

Ten aanzien van klachtonderdelen a tot en met d

5.1De Raad ziet aanleiding de klachtonderdelen gezamenlijk en in onderlinge samenhang te beoordelen. Vooropgesteld wordt dat een advocaat zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig, ter voorkoming van misverstanden, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke feiten en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen.

5.2  Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is de Raad van oordeel dat verweerder tekort is geschoten in zijn zorg voor zijn cliënt en dan meer in het bijzonder voor wat betreft de vereiste communicatie tussen de advocaat en de cliënt. Hoewel een cassatieprocedure een procedure van bijzondere aard is, waarin anders dan in de daaraan voorafgaande procedures, de vaststelling van de feiten niet meer aan de orde is en het uitsluitend gaat om de juridische aspecten van de zaak, is een cassatie-advocaat evenals iedere andere advocaat verplicht zijn cliënt naar behoren te adviseren en te informeren over de gang van zaken. Niet is gebleken dat verweerder zulks heeft gedaan. Zowel uit de correspondentie met de deken als ter zitting is ook gebleken dat verweerder zich onvoldoende kan verplaatsen in de positie van een cliënt hetgeen tot misverstanden heeft geleid. Immers uit de stukken volgt dat verweerder klager niet althans onvoldoende heeft geïnformeerd waarom hij in afwijking van het eerder door mr. A. verstrekte negatieve cassatie-advies in de desbetreffende zaak wel kansen zag in cassatie. De Raad stelt vast dat verweerder klager eerst na indiening bij de Hoge Raad de cassatieschriftuur  heeft doen toekomen. Verweerder heeft  in strijd gehandeld met de zorg die hij als advocaat jegens klager behoort te betrachten. Op basis van de toelichtingen van verweerder acht de Raad het aannemelijk dat verweerder ook andere mogelijkheden tot communicatie heeft geweigerd althans onvoldoende aandacht aan de verzoeken van klager heeft besteed. De Raad acht de klacht derhalve gegrond.

MAATREGEL

6. Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding en gezien het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, waarbij soortgelijke klachten aanhangig zijn gemaakt bij de Raad en waarvoor aan verweerder reeds eerder een maatregel is opgelegd, acht de Raad de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van twee weken passend en geboden.

BESLISSING

7. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

  - verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel op van voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken met een proeftijd van een jaar.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. A.J.N. van Stigt, mr. L.Ph.J. baron van Utenhove, mr. C.A. de Weerdt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 oktober 2010.

griffier                                                                                                           voorzitter

 

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter­lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.              Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.              Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren, na daartoe voorafgaand gemaakte afspraak.

c.              Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.