ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0910 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3343/09.175

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA0910
Datum uitspraak: 05-07-2010
Datum publicatie: 02-08-2010
Zaaknummer(s): R. 3343/09.175
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp:
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Handelen deken aan tuchtrechtelijke controle onderworpen. Terughoudendheid vereist. Verzet gegrond. Inhoudelijk is verzet uitwerking en herhaling van eerdere klacht. Voorzittersbeslissing wordt onderschreven. Klacht ongegrond

 PROCEDUREVERLOOP

1.1 Bij brief van 9 juli 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Het dossier is door de Raad ontvangen op 6 november 2009.

1.2 Bij beslissing van 26 november 2009 heeft de voorzitter van de Raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is aan partijen verzonden op 10 december 2009.

1.3 Bij brief van 16 december 2009 heeft klager verzet aangetekend tegen voormelde beslissing.

1.4 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

1.5 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 3 mei 2010. Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.

DE KLACHT EN HET VERZET

De klacht

2.1  Klager verwijt verweerder dat hij klager niet-ontvankelijk heeft verklaard in een door klager ingediend verzoek tot begroting bij de Raad van Toezicht. Deze beslissing is volgens klager in strijd met de Wet tarieven burgerlijke zaken. Verweerder heeft vervolgens ten onrechte gesteld dat klager in beroep zou zijn gekomen tegen dit besluit.

De gronden van het verzet

2.2.Klager heeft aan het verzet ten grondslag gelegd

-  dat de voorzitter ten onrechte heeft overwogen dat de Deken niet onder tuchtrechtelijke controle staat;

-  dat de voorzitter ten onrechte heeft geoordeeld dat  klager de klacht tegen verweerder heeft ingediend als Deken, terwijl de klacht is ingediend tegen verweerder als voorzitter van de raad van toezicht, wat per definitie iets anders is;

-         dat de beslissing van de voorzitter onvoldoende is gemotiveerd.

VERWEER

3.1 Verweerder heeft tegen de klacht gemotiveerd verweer gevoerd.

BEOORDELING VAN HET VERZET

4.1  Het verzet is gegrond voor zover het zich richt tegen de overweging van de voorzitter dat de Deken niet onder tuchtrechtelijke controle staat. De stand van de rechtspraak van het Hof van Discipline is immers thans deze dat als uitgangspunt geldt dat de Deken wel onder tuchtrechtelijke controle staat, maar dat de aard en de functie van Deken meebrengen dat bij de tuchtrechtelijke beoordeling van het optreden van een Deken terughoudendheid dient te worden betracht wegens de beleidsvrijheid die een advocaat in die functie toekomt.

 4.2  Voor het overige onderschrijft de Raad de beoordeling van de voorzitter van 26 november 2009. De door klager in het verzet aangevoerde gronden zijn een uitwerking en een herhaling van zijn eerdere klacht en leiden niet tot een ander oordeel dan de voorzitter op 26 november 2009 heeft gegeven.

BESLISSING

De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

-         verklaart het verzet gegrond;

-         verklaart de klacht ongegrond

Aldus gewezen door mr. mr. P.H. Veling, voorzitter, mr. J.P.M. Borsboom, mr. A.J.J. Maat, mr. E.J. van der Wilk, mr. J.A. van Keulen, leden, en mr. M.M.C. van der Sanden, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 5 juli 2010.

griffier                                                                                                           voorzitter