ECLI:NL:TADRSGR:2009:YA0482 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3248/08.80

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2009:YA0482
Datum uitspraak: 07-12-2009
Datum publicatie: 15-04-2010
Zaaknummer(s): R. 3248/08.80
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Uitbrengen namens een cliënt van een bod op een veiling die door een kantoorgenoot is geïnitieerd (volgens klager: geregisseerd). Niet klachtwaardig. Klacht ongegrond.

PROCEDUREVERLOOP

1.1        Bij brief van 3 juni 2008 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het Arrondissement Rotterdam. Deze heeft het dossier aan de Raad toegezonden op 19 mei 2009.

1.2        Bij brief van 7 september 2009 aan de Raad heeft klager zijn standpunt samengevat.

1.3        De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ter inzage hebben gelegen.

1.4        De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 5 oktober 2009. Verschenen zijn klager, vergezeld van zijn partner mevrouw T. Verweerder is verschenen, vergezeld van mr. M.M. van Leeuwen, advocaat te Rotterdam. Mevrouw T. en mr. Van Leeuwen hebben een pleitnota overgelegd.

FEITEN

2.1        Klager is eigenaar van de vennootschappen L. B.V. en P. B.V., gevestigd te B. respectievelijk N.

2.2        Terzake van een vordering heeft de naamloze vennootschap M., gevestigd te B. (België), hierna: M. in januari 2006 beslag doen leggen op een groot aantal machines en andere bedrijfsmiddelen, toebehorend aan L. B.V.

2.3        Terzake van de beslaglegging en de daarop volgende veiling is een kantoorgenoot van verweerder opgetreden als advocaat van M.

2.4        De veiling van de in beslag genomen zaken heeft plaatsgevonden op 20 januari 2006.

2.5        Op de veiling heeft verweerder namens de Belgische vennootschap B. N.V. een bieding uitgebracht van € 40.000,-- op het totaal van de geveilde zaken. De bieding heeft geleid tot een koopovereenkomst. B. N.V. heeft de koopprijs conform de veilingcondities betaald.

2.6        De door B. N.V. op de veiling gekochte zaken zijn later door B. doorverkocht.

KLACHT

3.1             De klacht houdt in dat verweerder niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door namens een cliënt een bieding te doen op een veiling die heeft plaatsgevonden in opdracht van en is geregisseerd door de kantoorgenoot van verweerder.

3.2             In de toelichting op de klacht heeft klager onder meer het volgende gesteld. Verweerder was de enige koper op de veiling. Niemand anders kreeg een kans om de machines te kopen en een bod uit te brengen. De machines zijn voor € 40.000,-- gekocht en zijn daarna door B. doorverkocht. Van de 200 machines zijn er vier verkocht voor ± € 120.000,--. Klager heeft bij die verkoop voor B. N.V. bemiddeld.

Verweerder heeft tezamen met zijn kantoorgenoot een transparante gang van zaken op de veiling gefrustreerd.

VERWEER

4.             Verweerder heeft zich gemotiveerd tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5.1        In het algemeen geldt dat slechts in uitzonderlijke gevallen een wederpartij met succes kan klagen over de wijze waarop een advocaat de belangen van zijn cliënt behartigt.

Het tuchtrecht dient er niet toe de advocaat in het voordeel van de wederpartij te beperken in zijn vrijheid zijn cliënt bij te staan op een wijze die hem en de cliënt goeddunkt. Zo staat het een advocaat vrij in het belang van zijn cliënt, zoals die cliënt dat ziet, een bepaald standpunt in te nemen, ook indien dat standpunt achteraf feitelijk of juridisch onjuist zou blijken te zijn. De vrijheid is echter niet onbeperkt. Zo dient de advocaat onder omstandigheden rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij.

5.2        Tot zijn verweer heeft verweerder aangevoerd dat hij op een veiling die door deurwaarder V. op 20 januari 2006 is gehouden een met de instructies van B. N.V. overeenstemmend bod heeft uitgebracht. Verweerder heeft de gegevens van die vennootschap aan de deurwaarder gegeven in verband met het opstellen van het proces-verbaal. Verweerder heeft daarbij gesteld dat hij de zaak van klager, beschreven in de klacht, niet inhoudelijk kent.

Ter zitting heeft verweerder zich, voor wat betreft de relatie tot B. N.V. en de instructies welke hij met het oog op de veiling heeft gekregen, telkens op zijn geheimhoudingsplicht beroepen.

Verweerder heeft betwist dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

5.3        Tegenover het gevoerde verweer heeft klager de door hem gestelde en aan de klacht ten grondslag gelegde feitelijke gang van zaken niet aannemelijk gemaakt.

Niet althans onvoldoende is gebleken dat de veiling door de kantoorgenoot van verweerder is geregisseerd en dat verweerder daarbij actief betrokken was.

5.4        Voorts wordt overwogen dat geen regel er aan in de weg staat dat verweerder zoals in casu namens een cliënt een bod uitbrengt op een openbare veiling die plaatsvindt door toedoen van een kantoorgenoot die daarbij optreedt als advocaat van een andere partij.

5.5        Het voorgaande brengt mee dat de klacht ongegrond is daar niet gebleken is dat verweerder zich niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

BESLISSING

6.1        De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

-               verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mr. mr. J.P.M. Borsboom, mr. N.J. van der Giessen, mr. A.A.J. Maat en E.J. van der Wilk, leden, in aanwezigheid van mr. P. Rijpstra, grif­fier, en uitgespro­ken ter openbare zit­ting van 7 december 2009.

griffier                                                                                                           voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter­lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipli­ne.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.              Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.              Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tot 15.00 uur.

c.              Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.