ECLI:NL:TADRSGR:2009:YA0467 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3253/09.85

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2009:YA0467
Datum uitspraak: 02-11-2009
Datum publicatie: 10-03-2010
Zaaknummer(s): R. 3253/09.85
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Met advocaat wederpartij gemaakte afspraak over handelingen ter rolle genegeerd. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

PROCEDUREVERLOOP

1.1        Bij brief van 31 maart 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Deze heeft het dossier aan de Raad toegezonden op 2 juni 2009.

1.2        De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ter inzage hebben gelegen.

1.3        De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 7 september 2009. Klager is verschenen. Verweerder heeft de Raad bericht van afwezigheid gestuurd.

FEITEN

2.1        Klager treedt op als advocaat van de heer P. in een procedure tegen de heer B. Deze procedure loopt bij het Gerechtshof te Amsterdam.

2.2        De heer B. werd bijgestaan door een advocaat, die zich in de procedure heeft onttrokken. Aanvankelijk heeft zich geen nieuwe advocaat voor B. gesteld.

2.3        Nadat klager voor P. op 17 februari 2009 een akte had genomen, heeft het hof de zaak verwezen naar de rol ter fine van arrest.

2.4        Op 5 maart 2009 heeft verweerder klager benaderd als opvolgende advocaat van B.

2.5        Naar aanleiding van een mondeling verzoek van verweerder heeft klager per fax van 6 maart 2009 aan verweerder het volgende meegedeeld:

De zaak staat op 17 maart a.s. voor fineren ter fine van arrest. Ik kan ermee instemmen dat u op die datum een antwoordakte neemt, op voorwaarde dat u die op voorhand aan mij toestuurt en dat wij op diezelfde datum alsnog stukken fourneren ter fine van arrest. Ik heb toestemming van cliënt om, desgewenst, in te stemmen met een maximaal uitstel van twee weken voor uw antwoordakte en/of fourneren, derhalve tot 31 maart a.s.

U kunt het hof van deze bereidheid tot medewerking op de hoogte stellen.”

2.6        In faxen van dezelfde datum heeft klager zich akkoord verklaard met een verzoek van verweerder om de termijn op 31 maart 2009 te stellen.

2.7        Bij brief van 16 maart 2009 heeft verweerder de rolraadsheer van het gerechtshof van de medewerking van klager op de hoogte gesteld en heeft verweerder het hof verzocht ter rolle van 17 maart 2009 een aanhouding van 14 dagen te verlenen.

2.8        Het hof heeft bij rolbeschikking van 17 maart 2009 de zaak voor een reactie van B. op de rol van 31 maart geplaatst met bepaling dat de zaak vervolgens op de rol van 14 april 2009 werd geplaatst voor fourneren voor arrest, behoudens in het geval dat P. nog een antwoordakte zou willen nemen.

2.9        Op 31 maart 2009 heeft verweerder de op die datum genomen akte aan klager gefaxt.

KLACHT

3.1    De klacht houdt in dat verweerder zich niet heeft gehouden aan de met klager gemaakte afspraak door de akte niet op voorhand aan klager toe te sturen en door niet op 31 maart 2009 te fourneren ter fine van arrest.

VERWEER

4.             Verweerder heeft zich gemotiveerd tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5.1        Bij de beoordeling staat voorop dat tussen klager en verweerder de afspraak is gemaakt zoals klager deze heeft geformuleerd in zijn fax van 6 maart 2009, met dien verstande dat klager later heeft ingestemd met het door verweerder gevraagde uitstel tot 31 maart 2009.

In het verweer heeft verweerder deze afspraak niet betwist.

5.2        Op grond van de gemaakte afspraak mocht klager er op vertrouwen dat verweerder, te meer gelet op de coulante houding van klager, deze loyaal zou naleven.

5.3        Als niet danwel onvoldoende betwist staat vast dat klager verweerder tot tweemaal toe heeft herinnerd aan naleving van de afspraak, te weten per e-mail van 26 maart 2009 en telefonisch op 30 maart 2009. Op de e-mail heeft verweerder niet gereageerd. Op het telefonische contact dat klager op 30 maart 2009 met de secretaresse van verweerder had, heeft verweerder evenmin gereageerd.

Per fax van 31 maart 2009 zond verweerder de door hem op dezelfde datum te nemen akte aan klager toe. Daarbij deelde verweerder mee 14 dagen later te zullen meewerken aan het fourneren.

5.4        Uit het voorgaande volgt dat verweerder, zonder daarover in overleg met klager te treden, de met klager gemaakte afspraak heeft genegeerd. Verweerder heeft de akte niet op voorhand aan klager toegezonden. Verweerder, die zelfs niet meer van zich liet horen, heeft zich evenmin ingespannen om het daarheen te leiden dat op 31 maart 2009 werd gefourneerd.

5.5        Door te handelen zoals hiervoor is weergegeven heeft verweerder, gelet op de gedragsregels 1 en 17, niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

De klacht is derhalve gegrond.

MAATREGEL

6.1        Bij het bepalen van de maatregel neemt de Raad de aard en de ernst van de begane overtreding in aanmerking, alsmede dat verweerder naar aanleiding van de klacht geen blijk heeft gegeven het onjuiste van zijn handelen in te zien en slechts een voorwaardelijk excuus heeft aangeboden.

BESLISSING

7.1        De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

-               verklaart de klacht gegrond;

-               legt als maatregel op een enkele waarschuwing.

Aldus gewezen op 7 september 2009 door mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. J.P.M. Borsboom, mr. J.H.M. Nijhuis, mr. A.A.J. Maat, mr. N.J. van der Giessen, leden, in aanwezigheid van mr. P. Rijpstra, grif­fier, en uitgespro­ken ter openbare zit­ting van 2 november 2009.

griffier                                                                                                           voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter­lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipli­ne.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.              Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.              Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tot 15.00 uur.

c.              Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.