ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3800 Raad van Discipline Leeuwarden 104/11

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3800
Datum uitspraak: 30-11-2012
Datum publicatie: 20-02-2013
Zaaknummer(s): 104/11
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Handelen van een deken, lid R.v.T, R.v.D, Hof
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De deken is onderworpen aan het tuchtrecht. Het is aan de deken om te bepalen op welke wijze hij de instructie van klachten behandelt. Het is aan klager om duidelijk te maken welke concrete klachten hij tegen een bepaalde advocaat heeft. Duidelijk moet zijn wat de klacht inhoudt. De klacht is ongegrond.

Beslissing van 30 november 2012

in de zaak 104/11

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [   ]

klager

tegen:

mr. [   ]

in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief gedateerd 1 en 7 november 2011 heeft klager een klacht ingediend bij de voorzitter van de raad van discipline in het ressort Leeuwarden tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad.

1.2    Vervolgens heeft de voorzitter van de raad van discipline in het ressort Leeuwarden bij beslissing van 8 november 2011 op grond van artikel 46c lid 4 van de Advocatenwet de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen, mr. M.G.F.A. Janssen, voor instructie van de klacht aangewezen.

1.3    Genoemde deken heeft vervolgens bij brief van 20 januari 2012 met kenmerk 011/012 KA016, gericht aan de raad en door de raad ontvangen op 23 januari 2012, de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.4    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 september 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

-    een brief van klager van 12 maart 2012;

-    een brief van klager van 7 april 2012.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Klager heeft al sedert 2002 klachten tegen diverse advocaten. Klager heeft zich tot verweerder gewend in zijn hoedanigheid van deken.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder de klachten van klager niet op de juiste wijze behandelt dan wel weigert in behandeling te nemen en/of door te zenden aan de raad van discipline.

4    VERWEER

4.1    Klager heeft klachten tegen diverse advocaten. Omdat het verweerder niet duidelijk was welke klachten en welke advocaten het betrof, heeft verweerder contact opgenomen met klager en hem voorgesteld per advocaat aan te geven welke problemen hij met de desbetreffende advocaat had. Klager heeft daarop niet gereageerd. Verweerder voert aan dat hij de klachten van klager serieus neemt en dat hij klager heeft aangeboden hem te helpen bij het formuleren van de klacht omdat dat één van zijn taken als deken is, maar het feitenmateriaal moet klager zelf aandragen.

5    BEOORDELING

5.1    De raad stelt voorop dat volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline het tuchtrecht ook van toepassing is op het handelen van een advocaat die in een andere hoedanigheid optreedt. Indien hij zich bij de vervulling van die andere hoedanigheid zodanig gedraagt (dan wel misdraagt) dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd, zal in het algemeen sprake zijn van een handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt, waarvan hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Naar die maatstaf dient het optreden van verweerder te worden beoordeeld.

5.2    Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld bij de instructie van de klachten die klager tegen de diverse advocaten heeft. Het is immers aan klager om duidelijk te maken welke concrete klachten hij tegen een bepaalde advocaat heeft. Uit de stukken blijkt niet dat hij verweerder van de benodigde feiten heeft voorzien zodat daaruit een klacht kon worden geformuleerd. Op welke punten de deken tekort is geschoten, is niet duidelijk. De klacht moet dan ook als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen. De klacht is derhalve ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, J.P van Stempvoort, L.J. van der Veen, G.J. van der Veer, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 november 2012.

griffier                                                                 voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 3 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl