ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA2949 Raad van Discipline Leeuwarden 81/09

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA2949
Datum uitspraak: 23-03-2012
Datum publicatie: 03-07-2012
Zaaknummer(s): 81/09
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een klager is geen belanghebbende in de zin van het tuchtrecht als hij klaagt over het handelen van de advocaat van zijn vriend. Terecht heeft de voorzitter klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en het verzet is dan ook ongegrond.

BESLISSING van de raad van discipline in de zaak met nummer 81/09

Naar aanleiding van het verzet van

de heer [  ]

klager

tegen

mr. [  ]

verweerder

Procesverloop

De raad verwijst voor de weergave van het procesverloop naar de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline in het ressort Leeuwarden van 16 december 2009, waarbij de klacht van klager kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

De beslissing is verzonden op 18 december 2009.

Klager heeft tegen voormelde beslissing bij e-mailbericht van 3 januari 2010 verzet ingesteld.

Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van discipline van 16 december 2011. Geen van beide partijen is ter zitting verschenen.

Feiten

Voor de beslissing van de feiten – voor zover relevant voor deze beslissing – verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift bevat geen gronden die nopen tot aanvulling of wijziging in de vaststelling van feiten.

Verzet

De gronden van het verzet houden in dat de voorzitter klager ten onrechte kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard. Klager is wel degelijk belanghebbende omdat verweerder onvoldoende volmacht heeft van zijn cliënt, een vriend van klager, om namens deze vriend op te treden. Deze vriend weet nauwelijks iets van de inhoud van de namens hem ingediende processtukken. In diverse procedures die verweerder voert, is klager de tegenpartij en is derhalve belanghebbende. De zorginstelling waar zijn vriend verblijft, voert een lastercampagne tegen klager. Klager heeft een belang omdat het vriendschapsverbod dat de zorginstelling probeert te bewerkstelligen, een onaanvaardbare ingreep betekent in de privacy van klager.

Verweer

Verweerder heeft niet gereageerd op het verzetschrift, maar enkel laten weten dat hij de mondelinge behandeling niet zal bijwonen omdat zijn aanwezigheid niet noodzakelijk is.

Beoordeling

De raad is van oordeel dat de voorzitter terecht heeft geoordeeld dat klager terecht niet-ontvankelijk is verklaard omdat hij geen belanghebbende is. Hij klaagt immers over het handelen van verweerder in diens hoedanigheid van advocaat van de vriend van klager. In deze relatie is klager geen partij. Hetzelfde geldt voor de gestelde lastercampagne van de zorginstelling. Dit betreft een zaak tussen de vriend van klager, de zorginstelling en verweerder. Ook hierin is klager geen belanghebbende.

Voor het overige heeft het verzet geen aanleiding gegeven tot nieuwe gezichtspunten.

De raad verenigt zich met het oordeel van de voorzitter en de gronden waarop het berust.

De raad van discipline verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 december 2009 ongegrond.

Aldus gewezen door mrs. C. van den Noort, voorzitter, E. van Asselt-Pronk, G.J. van der Veer, M.M. Wiersema, P.H.F. Yspeert, leden, en uitgesproken ter openbare zitting van de raad te Leeuwarden op 23 maart 2012 door mr. P. Schulting, voorzitter, in tegenwoordigheid van de griffier.

Voorzitter                                                   Griffier

Ingevolge artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.