ECLI:NL:TADRLEE:2012:8 Raad van Discipline Leeuwarden 58/10

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2012:8
Datum uitspraak: 17-02-2012
Datum publicatie: 07-11-2013
Zaaknummer(s): 58/10
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter van de raad. Hij meent dat verweerder ten onrechte de door zijn werkgever van het UWV verkregen gegevens heeft gebruikt in de ontslagprocedure. De raad meent dat verweerder mocht aannemen dat de door zijn cliënt verstrekte gegevens juist waren en dat hij deze mocht gebruiken in de procedure. Het verzet is ongegrond verklaard.

BESLISSING van de raad van discipline in de zaak met nummer 58/10

Naar aanleiding van het verzet in de zaak van

de heer [    ]

klager

tegen

mr. [    ]

verweerder

PROCESVERLOOP

De raad verwijst voor de weergave van het procesverloop naar de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline in het ressort Leeuwarden van 17 september 2010, waarbij de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard is.

Deze beslissing is verzonden op 20 september 2010.

Klager heeft tegen voormelde beslissing per brief van 24 september 2010, binnengekomen bij de raad op 28 september 2010, verzet ingesteld.

Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 februari 2012.

Klager en verweerder zijn ter zitting verschenen.

FEITEN

Voor de vaststelling van de feiten – voor zover relevant voor deze beslissing – verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift bevat geen gronden die nopen tot aanvulling of wijziging in de vaststelling van de feiten.

VERZET

De gronden van het verzet houden in dat klager van mening is dat verweerders cliënt op onrechtmatige wijze  gegevens van het UWV heeft gekregen. Verweerder had hierover aan zijn cliënt vragen behoren te stellen. Klager heeft het optreden van verweerder in de hele procedure als zeer onprettig ervaren.

BEOORDELING

Klager is tijdig in verzet gekomen zodat het verzet ontvankelijk is.

De raad is van oordeel dat verweerder de door zijn cliënt verstrekte gegevens van het UWV als juist mocht beoordelen en in de procedure tegen klager mocht gebruiken.

Voor het overige heeft het onderzoek ter zitting naar aanleiding van het verzet niet geleid tot andere gevolgtrekkingen dan die vervat in eerdergenoemde beslissing van de voorzitter van de raad. De raad zich verenigt zich dan ook met deze beslissing.

De klacht is ook naar het oordeel van de raad kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De raad:

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 17 september 2010 ongegrond en bevestigt die beslissing.

Aldus gewezen op 17 februari 2012 door mrs. C. van den Noort, voorzitter, G.W. Brouwer, M.E. Derix, H.J. Meijer, M.M. Wiersema, leden, en uitgesproken ter openbare zitting van de raad van 20 april 2012 door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, voorzitter, in tegenwoordigheid van de griffier.   

Voorzitter                                            Griffier

Op grond van artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.