ECLI:NL:TADRLEE:2012:10 Raad van Discipline Leeuwarden 98/11

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2012:10
Datum uitspraak: 07-09-2012
Datum publicatie: 07-11-2013
Zaaknummer(s): 98/11
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen: Voorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: Verweerder was de vaste raadsman van klagers werkgever. Hij behandelde echter ook een paar zaken voor klager. Vervolgens ontsloeg verweerder klager op verzoek van de werkgever op staande voet. Klager schakelde daarop een andere advocaat in om zijn belangen te behartigen. Toch nam verweerder nog rechtstreeks contact op met klager. De raad beoordeelde beide klachten gegrond en legde verweerder gezien de ernst van de klachten een voorwaardelijke schorsing van 1 maand op.

Beslissing van 7 september 2012

in de zaak 98/11

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [    ]

klager

tegen:

mr. [    ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 10 oktober 2011 met kenmerk 010/011 KG 062, door de raad ontvangen op 11 oktober 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 juli 2012 in aanwezigheid van de heer Akkus en mr. de Jong. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Klager was in dienst van H. B.V. voor wie verweerder vast als raadsman optrad. Verweerder heeft ook klagers belangen behartigd in verband met een kwestie rond verhuur van een horecabedrijf en een kwestie met betrekking tot een woning in A. problemen met door klager verhuurde panden.

Verweerder heeft bij brief van 4 april 2011 namens zijn cliënt H. B.V. klager ontslagen.

Klagers nieuwe advocaat, mr. O., heeft bij brief van 12 april 2011 de nietigheid van het ontslag ingeroepen. Op 14 april 2011 heeft verweerder hierop gereageerd. Op 15 en 19 april 2011 heeft mr. O. op zijn beurt verweerder terug geschreven. Op 21 april 2011 nam verweerder telefonisch contact op met klager met het voorstel dat partijen bij elkaar zouden komen om de kwestie te regelen.

2.3    Bij brief van 22 april 2011 met bijlagen heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder klager namens zijn werkgever heeft ontslagen, terwijl verweerder ook klagers belangen behartigde in andere zaken. Dit is in strijd met Gedragsregel 7.

b)    ondanks het feit dat klager een andere advocaat had ingeschakeld, heeft verweerder rechtstreeks contact met hem zocht.

3.2    Klager heeft ter onderbouwing van zijn klacht gesteld dat:

a)    hij verweerder steeds als zijn advocaat heeft gezien. Dus zijn eigen advocaat heeft hem ontslagen. Hij begrijpt niet dat zijn advocaat zaken tegen hem mag aanspannen.

b)    Verweerder nam op 21 april 2011 rechtstreeks  telefonisch contact op met klager terwijl hij uit de correspondentie wist dat klager in de ontslagkwestie werd bijgestaan door mr. O.

4    VERWEER

Ad klachtonderdeel a)

4.1    Verweerder erkent klager namens zijn cliënte H. B.V. op staande voet te hebben ontslagen bij brief van 4 april 2011. Hij had een jaar tevoren op verzoek van zijn cliënt de behartiging van de belangen van klager in een tweetal zaken op zich genomen. Het gebeurde wel vaker dat zijn cliënte hem vroeg privékwesties van werknemers te regelen. Hij acht dit niet in strijd met de Gedragsregels en heeft zich met name op artikel 7 lid 5 van die Gedragsregels beroepen.

Ad klachtonderdeel b)

4.2    Verweerder heeft van zijn cliënte begrepen dat klager op 21 april 2011 aan zijn cliënte had meegedeeld graag een gesprek te willen hebben met zijn cliënte waarbij ook verweerder aanwezig zou zijn. Klager had volgens de cliënte duidelijk aangegeven dat verweerder klager persoonlijk daarover kon bellen. Verweerder heeft dat gedaan en toen een afspraak gemaakt voor 26 april 2011. Klager wilde een gesprek met zijn drieën. Hij zou zelf zijn advocaat wel informeren. Dat hoefde verweerder niet te doen. Bij dat gesprek bleek mr. O toch wel aanwezig te zijn. Er is toen geen overeenstemming bereikt.

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1    Naar het oordeel van de raad staat vast dat verweerder tegen zijn eigen cliënt is opgetreden door hem namens H. B.V. op staande voet te ontslaan. Daarmee heeft verweerder gehandeld in strijd met artikel 7 lid 4 van de Gedragsregels. Het stond verweerder niet vrij om van deze regel af te wijken, zoals bedoeld in lid 5 van dat artikel, omdat  klager begrijpelijkerwijs  redelijke bezwaren had en mocht hebben tegen het feit dat hij door zijn eigen advocaat op staande voet werd ontslagen.

De raad beoordeelt de klacht als gegrond.

Ad klachtonderdeel b)

5.2    Ook het feit dat verweerder rechtstreeks contact heeft gezocht met klager, terwijl hij middels meerdere brieven op de hoogte was van het feit dat klager inmiddels een andere advocaat had ingeschakeld, staat vast. Hij heeft toen bovendien een afspraak met klager willen maken waar klager zonder zijn advocaat bij aanwezig zou zijn. De raad is van oordeel dat klager verweerder een terecht verwijt maakt. Dit is een ernstige overtreding van de Gedragsregels.

Ook dit onderdeel van de klacht is gegrond.

6    MAATREGEL

Gezien de ernst van de klachten legt de raad verweerder de maatregel op van een geheel voorwaardelijke schorsing van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar.

BESLISSING

De raad van discipline:

beoordeelt de beide onderdelen van de klacht gegrond en legt verweerder geheel voorwaardelijk de maatregel op van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar ingaande op de dag dat deze beslissing onherroepelijk wordt.

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, M.E. Derix, F. Klemann, J.P. van Stempvoort, leden, met bijstand van mr. J.M.G. Kuin - van den Akker, plaatsvervangend griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 september 2012.

griffier                                                 voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl