ECLI:NL:TADRLEE:2008:YA0918 Raad van Discipline Leeuwarden 69/08

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2008:YA0918
Datum uitspraak: 29-12-2008
Datum publicatie: 25-06-2010
Zaaknummer(s): 69/08
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Advocaat die ten behoeve van een mediator enkele alimentatieberekeningen maakt, is niet verantwoordelijk voor het gehele verloop van de echtscheidingsprocedure en het uiteindelijke resultaat. De alimentatieberekeningen dienen enkel als uitgangspunt in de mediation. Partijen beslissen zelf wat er met de berekeningen gebeurt.

BESLISSING van de voorzitter van de raad van discipline in de zaak nr. 69/08

Bij brief van 1 december 2008 van de deken van de Orde van Advocaten in het  arrondissement Leeuwarden, is op 2 december 2008 bij de raad van discipline binnengekomen een klacht van

mevrouw [ ]

klaagster

tegen

mr. [ ]

verweerder 

De voorzitter heeft kennis genomen van bovengenoemde brief en het daarbij gevoegde dossier. Daaruit blijkt het volgende.

Feiten

Klaagster en haar inmiddels ex-echtgenoot, S., hebben destijds mevrouw G., als mediator werkzaam op het kantoor van verweerder, ingeschakeld om als mediator in hun echtscheidingsprocedure op te treden. Daartoe is tussen klaagster en de heer S. enerzijds en mevrouw G. anderzijds een bemiddelings-/mediationovereenkomst gesloten d.d. 21 juni 2007. De echtscheiding is bij beschikking van de Rechtbank Leeuwarden van 6 februari 2008 uitgesproken.

Klacht

De klacht luidt – kort samengevat – als volgt.

1.

Bij berekening van de alimentatie heeft mevrouw G. gebruik gemaakt van vier verschillende inkomensgegevens van de heer S. Bovendien heeft zij niet vastgehouden aan de uitkomsten van de diverse berekeningen, maar is het uiteindelijke alimentatiebedrag naar het oordeel van klaagster willekeurig (veel lager) vastgesteld.

2.

Verder is – naar het oordeel van klaagster geheel ten onrechte – in de berekeningen uitgegaan van de taxatiewaarde van de woning op de S. van het jaar 2005.

3.

Mevrouw G. heeft geweigerd in de alimentatieberekening mee te nemen de omstandigheid dat de heer S. reeds duurzaam samenwoonde, waardoor het (gezamenlijke) inkomen hoger ligt dan opgegeven.

Klaagster tekent hierbij aan dat verweerder, de echtgenoot van mevrouw G.., haar heeft bijgestaan in de echtscheidingsprocedure en dat laatstgenoemde – gelet op het feit dat zij op het briefpapier van mr. G. staat vermeld – onder zijn verantwoording werkt.

Verweer

Daar de deken de klacht aanvankelijk heeft opgevat als een klacht tegen verweerder, heeft laatstgenoemde zich tegen de klacht als volgt verweerd.

Verweerder heeft aangevoerd dat de klacht zich niet tegen hem richt. De werkzaamheden waarop klaagster doelt zijn verricht door mevrouw G. Laatstgenoemde heeft haar werkzaamheden verricht op basis van een door haar en partijen ondertekende bemiddelings-/mediationovereenkomt d.d. 21 juni 2007. Deze overeenkomst verwijst in artikel 1 naar het NMI Mediationreglement 2001, dat een klachtprocedure kent (artikel 16). Klaagster dient bij uitsluiting van die mogelijkheid gebruik te maken.

Beoordeling

De voorzitter is van oordeel dat de klacht feitelijk is gericht tegen mevrouw G., die weliswaar (kennelijk) verbonden is aan het kantoor van verweerder, maar in dit geval als bemiddelaar/mediator heeft gewerkt op basis van een daartoe gesloten overeenkomst. Voor mediators geldt een aparte klachtprocedure (NMI) als genoemd in artikel 1 van de bemiddelings-/mediationovereenkomt. Daarin wordt verwezen naar het NMI Mediationreglement 2001. In artikel 16 van dit reglement is bepaald:

“Indien een partij ongenoegen heeft over het functioneren van de mediator kan de partij daaromtrent een klacht indienen bij het NMI conform de op dat moment fungeerde klachtenregeling NMI”.

Dit betekent dat de raad van discipline, noch de voorzitter van de raad, bevoegd is de onderhavige klacht te beoordelen. Klaagster is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht. De voorzitter merkt – ten overvloede – op dat zelfs het handelen van een advocaat/mediator niet door het advocatentuchtrecht wordt bestreken.

Beslissing

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt klaagster in haar klacht in al haar onderdelen kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven op 29  december 2008 door mr. M.M.A. Onnes-Wind, voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink, griffier.

Voorzitter      Griffier

Deze beslissing is verzonden op 29 december 2008 aan verweerder, de deken en aan de klager.

Van deze beslissing kunnen de klager en de deken binnen 14 dagen na verzending schriftelijk in verzet komen bij de Raad van Discipline Leeuwarden. Het verzetschrift dient te worden gericht aan de griffier van de Raad van Discipline mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink, postbus 399, 9400 AJ Assen.