ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4277 Raad van Discipline Arnhem 12-185

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4277
Datum uitspraak: 25-03-2013
Datum publicatie: 23-05-2013
Zaaknummer(s): 12-185
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster is niet ontvankelijk in haar verzet. Het verzet is tijdig gedaan maar klaagster heeft in het verzetschrift geen bezwaren tegen de voorzittersbeslissing geformuleerd. Het enkele feit dat klaagster in het verzetschrift te kennen gaf dat zij het met de beslissing van de voorzitter niet eens was levert geen (voldoende) sprekende motivering op.

Beslissing van 25 maart 2013

in de zaak 12-185

X

wonende te A

klaagster

tegen:

mr. Y

advocaat te B

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 2 oktober 2012 met kenmerk RvT 112-9223, door de raad ontvangen op 3 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het toenmalige arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 30 oktober 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op  1 november 2012 is verzonden aan klaagster.

1.3 Bij brief van 9 november 2012 door de raad ontvangen op 12 november 2012, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter zonder in deze brief verzet gronden te formuleren. Bij brief van 10 november 2012 ook door de raad ontvangen op 12 november 2012 heeft klaagster aangegeven nog een aanvullende klacht over verweerder te hebben. Ook in deze brief worden geen verzet gronden tegen de voorzittingsbeslissing aangevoerd. Nadien heeft de raad van klaagster nog een brief ontvangen van 14 januari 2013.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 28 januari 2013 in aanwezigheid van de heer A namens klaagster, bijgestaan door een advocaat en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. De raad heeft, na overleg in raadkamer, onmiddellijk uitspraak gedaan. Deze beslissing is de schriftelijke uitwerking daarvan.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 9 november 2012.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3 BEOORDELING

3.1 Het verzet is tijdig gedaan maar klaagster heeft in het verzetschrift geen bezwaren tegen de voorzittersbeslissing geformuleerd. De gronden die klaagster in haar brief van 10 november 2012 heeft aangevoerd hebben betrekking op een (ander) onderwerp dan in deze klachtprocedure en in voorzittersbeslissing  aan de orde was: de begrotingsprocedure bij de Raad van Toezicht betreffende een nota van verweerder. Het enkele feit dat klaagster in het verzetschrift te kennen gaf dat zij het met de beslissing van de voorzitter niet eens was levert geen (voldoende sprekende) motivering op.

3.2 Dat het verzetschrift de gronden van het verzet voorzien van een motivering moet bevatten had voor klaagster alleen al daarom duidelijk moeten zijn, omdat dit aan het slot van de voorzittersbeslissing uitdrukkelijk wordt vermeld.

3.3 Klaagster is daarom niet ontvankelijk in haar verzet en derhalve komt de raad aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet niet toe.

BESLISSING

 Klaagster is niet ontvankelijk in haar verzet.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, en mrs. G.R.M. van den Assum, J.A. Holsbrink, C.J. Lunenberg-Demenint en E.A.T.M. Steverink, leden, bijgestaan door mr. A.M. van Rossum als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 januari 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 25 maart 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden-Nederland, locatie Utrecht

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.