ECLI:NL:TADRARN:2013:81 Raad van Discipline Arnhem 13-99

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:81
Datum uitspraak: 30-09-2013
Datum publicatie: 30-10-2013
Zaaknummer(s): 13-99
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Klacht gegrond, zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De klacht dat verweerder niet, zoals was afgesproken, klager tijdig heeft gewaarschuwd dat het overeengekomen en betaalde voorschot van € 1.100,00 was verbruikt, is gegrond. Geen maatregel

Beslissing van 30 september 2013

in de zaak 13-99

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 5 april 2013 met kenmerk K 12-13/11, door de raad ontvangen op 10 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 19 augustus 2013 in aanwezigheid van zowel klager als verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de onder 1.1 genoemde brief van de deken met bijlagen

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager heeft zich op 16 augustus 2012 tot verweerder gewend met verzoek om bijstand ter zake van de beëindiging van klagers relatie. Er diende verweer gevoerd te worden in een kort geding over het voortgezet gebruik van de gezamenlijk bewoonde woning, dat op 27 augustus 2012 zou dienen.

2.3 Bij brief d.d. 21 augustus 2012 heeft verweerder de opdracht aan klager bevestigd. Hij heeft daarin vastgelegd dat klager tussentijds al naar gelang de werkzaamheden dit noodzakelijk maken een declaratie c.q. voorschotdeclaratie voor verrichte c.q. nog te verrichten werkzaamheden zou ontvangen. Bij deze brief was een eerste voorschotdeclaratie ter hoogte van € 1.100,00 gevoegd die meteen door klager is voldaan. Het overeengekomen uurtarief bedroeg € 180,00 ex btw.

2.4 Bij de opdrachtverlening was tevens overeengekomen en vastgelegd dat verweerder klager zou informeren zodra een betaald voorschot zou worden overschreden, dit om verrassingen achteraf te voorkomen.

2.5 Het kort geding behoefde geen doorgang te vinden omdat klager inmiddels andere woonruimte had toegewezen gekregen. Nadat klager in rechtstreeks contact met zijn toenmalige vriendin en haar advocaat tot een voor hem bevredigend convenant was gekomen, heeft hij verweerder per e-mail laten weten de zaak te willen stoppen. Verweerder heeft hem daarop verzocht nog € 400,00 te betalen. Verweerder heeft met klager besproken dat hem dit gezien de in zijn urenstaat van 3 oktober 2012 verantwoorde 9,55 uur redelijk leek. Verweerder heeft hem die urenstaat bij brief d.d. 3 oktober 2012 toegezonden.

2.6 Bij brief d.d. 12 oktober 2012 heeft verweerder aan klager dat laatste nog eens herhaald en voorgesteld om ter afdoening van de kwestie af te zien van het verder aan klager in rekening brengen van kosten wanneer klager nog die maand € 400,00 zou voldoen. Toen verweerder dat voorstel deed was hij niet bekend met de omstandigheid dat klager zich inmiddels bij brief d.d. 5 oktober 2012 bij de deken over hem had beklaagd.

2.7 Klager heeft op 16 oktober 2012 voormeld bedrag van € 400,00 aan verweerder overgemaakt. Hij ging met die betaling in op verweerders voorstel van 12 oktober 2012.

2.8 Op 26 oktober 2012 heeft verweerder nog een eindnota aan klager gezonden van € 2.186,63 waarop in mindering strekte de reeds betaalde € 1.500,00 zodat nog resteerde te voldoen een bedrag van € 686,63.  Klager heeft daartegen bij brief d.d. 2 november 2012 geprotesteerd onder verwijzing naar verweerders voorstel van 12 oktober 2012 en zijn kort daarop gevolgde betaling van € 400,00.

2.9 Bij brief van 5 oktober 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, mede gelet op klagers toelichting ter zitting, zakelijk weergegeven in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder:

a) voor de door hem in de zaak van klager verrichte werkzaamheden buitensporig hoge kosten in rekening heeft gebracht;

b) geen specificatie van zijn werkzaamheden heeft toegezonden terwijl verweerder stelde 9,25 uur aan de zaak te hebben besteed;

c) klager heeft gesommeerd het resterende bedrag van de openstaande declaratie te voldoen, terwijl klager reeds € 400,00 had betaald om daarmee de zaak definitief af te doen;

d) niet zoals was afgesproken klager tijdig heeft gewaarschuwd dat het overeengekomen en betaalde voorschot van € 1.100,00 was verbruikt.

4 VERWEER

4.1 De voorbereiding van het kort geding vroeg de nodige tijd, evenals de contacten met klager en met de advocaat van de wederpartij. Omdat klager slechts gebrekkige kennis heeft van het Nederlands vroeg ook de communicatie met hemzelf extra tijd.

4.2 Verweerder heeft klager wel op de hoogte gebracht dat de werkuren die met het voorschot van € 1.100,00 in rekening waren gebracht,  waren ‘opgesoupeerd’, maar deed dat begin september 2012 nadat die tijd met één á twee uur was overschreden.

4.3 De eindnota heeft hij opgemaakt op uitdrukkelijk verzoek van klager. Het is nimmer zijn bedoeling geweest die te incasseren. Hij heeft daadwerkelijk genoegen willen nemen met de daadwerkelijk van klager ontvangen betalingen.

5 BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1 Na de ter zitting op de urenspecificatie gegeven toelichting acht de raad de uiteindelijk tot € 1.500,00 beperkt gebleven kosten niet buitensporig hoog.

Ad klachtonderdeel b)

5.2 Dit onderdeel van de klacht is feitelijk onjuist, verweerder heeft wel een specificatie toegezonden, al moet aan klager worden toegegeven dat de omschrijving van de verrichte werkzaamheden wel wat duidelijker had gekund. Dat laatste is echter niet van een zodanige ernst dat verweerder daarvan een tuchtrechtelijk verwijt dient te worden gemaakt.

Ad klachtonderdeel c) 

5.3 Ook dit onderdeel van de klacht mist feitelijk grondslag nu verweerder klager niet heeft gesommeerd tot betaling van het openstaande bedrag. Wel moet aan klager worden toegegeven dat verweerders standaardtekst onderaan de nota – “Voornoemde Euro € 686,63 zie ik graag per ommegaande van u tegemoet” – gemakkelijk de indruk van een sommatie zal hebben gewekt. Verweerder heeft in deze niet uitgemunt in heldere communicatie. Klachtwaardig is dat echter niet.

Ad klachtonderdeel d)

5.4  Gelet op de uitdrukkelijke afspraak in de opdrachtbevestiging dat verweerder op tijd zou waarschuwen bij overschrijding van de bij voorschot betaalde tijd om verrassingen achteraf te voorkomen, en het nodige zou doen om de kosten te beperken, was er klager veel aan gelegen dat hij zelf de regie zou houden over de hoeveelheid werk waarvoor hij zou moeten betalen. Door klager niet op tijd te waarschuwen is verweerder tekort geschoten in de door hem jegens klager te betrachten zorg. Die meerdere tijd heeft verweerder ook aan klager in rekening gebracht. In zoverre treft verweerder dan ook een tuchtrechtelijk verwijt.

6 MAATREGEL

6.1 Gelet op de geringe ernst van het te maken verwijt volstaat de raad met gegrond verklaring van alleen klachtonderdeel d) en ziet hij af van het opleggen van een maatregel.

BESLISSING

De raad van discipline:

De klachtonderdelen a, b en c zijn ongegrond, onderdeel d is gegrond. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gewezen door mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, mrs. A.D.G. Bakker, J.R.O. Dantuma, P.R.M. Noppen en B.E.J.M. Tomlow, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 september 2013.

griffier voorzitter