ECLI:NL:TADRARN:2013:36 Raad van Discipline Arnhem 13-142

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:36
Datum uitspraak: 27-06-2013
Datum publicatie: 15-07-2013
Zaaknummer(s): 13-142
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Tegenover de stelling van klager dat verweerder in strijd met de waarheid een mededeling zou hebben gedaan aan de bedrijfsarts, de gemotiveerde betwisting staat van verweerder. Op basis van de vaststaande feiten kan de voorzitter niet vaststellen dat verweerder onjuiste mededelingen zou hebben gedaan aan een derde. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van 27  juni 2013

in de zaak 13-142

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [  ]

adres

klager

tegen:

mr. X

advocaat te N.

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland van 14 juni 2013 met kenmerk K 13/135, door de raad ontvangen op 17 juni 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder is advocaat van de voormalig werkgever van klager, de wederpartij van klager.

1.3 Klager is sinds 22 november 2010 ziek gemeld bij het UWV wegens werk- gerelateerde spanningsklachten. Vanaf 3 januari 2011 is klager weer gedeeltelijk, voor 50%, aan het werk gegaan. Op 26 augustus 2011 heeft de bedrijfsarts bij Arboned met klager besproken dat hij per 1 september 2011 beter gemeld zou worden en bij zijn werkgever op non-actief gesteld zou worden.

1.4 De werkgever heeft klager op 1 september 2011 beter gemeld bij het UWV. Vervolgens heeft de werkgever op 5 september 2011 een ontslagaanvraag ingediend bij het UWV. Met toestemming van het UWV heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst beĆ«indigd.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder in strijd met de waarheid aan de bedrijfsarts heeft bericht dat er een regeling tussen klager en zijn werkgever was getroffen die niet samenging met een gedeeltelijke ziekmelding, met het doel om klager arbeidsongeschikt te krijgen en het opzegverbod van art. 7:670 lid 1 BW te omzeilen.

3 VERWEER

3.1 Verweerder voert aan dat de feiten, zoals deze gepresenteerd zijn door klager, onjuist zijn. Verweerder betwist aan de bedrijfsarts te hebben medegedeeld dat er een regeling zou zijn getroffen tussen de (voormalig) werkgever en klager. Verweerder ontkent klachtwaardig te hebben gehandeld.

4 BEOORDELING

4.1 Op de klacht kan met toepassing van art. 46g Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2 Ter onderbouwing van zijn stelling dat verweerder in strijd met de waarheid aan de bedrijfsarts heeft verteld dat klager een regeling heeft getroffen met zijn werkgever, heeft klager verwezen naar een e-mail d.d. 12 december 2011 van een bedrijfsarts van Arboned. In deze e-mail schrijft de heer S., dat verweerder contact heeft gehad met een collega van hem, de heer Van N. en dat verweerder aan deze collega heeft laten weten dat er een regeling was getroffen.

4.3 Verweerder heeft voor zijn verweer verwezen naar een brief van de heer Van N. In deze brief schrijft Van N. dat verweerder hem nooit heeft verteld over enige regeling die klager zou hebben getroffen.

4.4 De voorzitter stelt vast tegenover de stelling van klager dat verweerder in strijd met de waarheid een mededeling zou hebben gedaan aan de bedrijfsarts, de gemotiveerde betwisting staat van verweerder.

Op basis van de vaststaande feiten kan de voorzitter niet vaststellen dat verweerder onjuiste mededelingen zou hebben gedaan aan een derde. Dit maakt dat de aan klacht ten grondslag gelegde feitelijke stellingen van klaagster niet vastgesteld kunnen worden. De klacht mist hierdoor feitelijke grondslag. De voorzitter verklaart de klacht dan ook kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De klacht is kennelijk ongegrond. De klacht wordt dus afgewezen.

Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. G.H.J. Spee als griffier op 27 juni 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 1 juli 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

-   de deken van de Nederlandse Orde van advocaten