ECLI:NL:TADRARN:2013:29 Raad van Discipline Arnhem 13-05

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:29
Datum uitspraak: 24-06-2013
Datum publicatie: 15-07-2013
Zaaknummer(s): 13-05
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van faillissementscurator
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: klacht van bestuurder van een failliet verklaarde stichting tegen de curator van die stichting. Klager heeft verschillende gerechtelijke procedures gevoerd tegen de curator en is in al die procedures in het ongelijk gesteld. Ook heeft klager zich diverse malen over de curator beklaagd bij de Rechter commissaris in het faillissement. Het is niet gebleken dat verweerder in zijn rol van curator standpunten heeft vertolkt of stellingen heeft betrokken die hij in redelijkheid niet had mogen innemen en evenmin dat hij daarbij de rechter-commissaris, de rechtbank of het hof heeft misleid. Klacht is kennelijk ongegrond. Gronden verzet: de voorzitter heeft bij voortduring klagers stellingen als niet aannemelijk afgedaan, zonder hem in de gelegenheid te stellen daarvan aanvullend bewijs te leveren, en heeft er geen blijk van gegeven dat hij doorziet hoezeer in deze – de achterliggende – zaak de waarheid geweld is aangedaan. Verzet ongegrond.

Beslissing van 24 juni 2013

in de zaak 13-05

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 31 januari 2013 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 2 januari 2013 met kenmerk K 12/83, door de raad ontvangen op 3 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het voormalig arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 31 januari 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 4 februari 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 14 februari 2013, door de raad ontvangen op 14 februari 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 mei 2013 in aanwezigheid van alleen klager.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 14 februari 2013 en diens pleitnota.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 De voorzitter heeft bij voortduring klagers stellingen als niet aannemelijk afgedaan, zonder hem in de gelegenheid te stellen daarvan aanvullend bewijs te leveren.

3.3 De voorzitter heeft er geen blijk van gegeven dat hij doorziet hoezeer in deze – de achterliggende – zaak de waarheid geweld is aangedaan.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Klager heeft noch in zijn verzetschrift, noch ter zitting van de raad aannemelijk gemaakt dat de voorzitter in zijn beslissing is uitgegaan van onjuiste gegevens, noch dat deze verweerder lichtvaardig in diens verweer is gevolgd.

4.3 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, mrs. G.R.M. van den Assum, I.P.A. van Heijst, M.L.C.M. van Kalmthout en E.J. Verster, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 juni 2013.

griffier voorzitter