ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3431 Raad van Discipline Arnhem 11-158

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3431
Datum uitspraak: 29-10-2012
Datum publicatie: 12-11-2012
Zaaknummer(s): 11-158
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond. Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit dienstverlening is onvoldoende onderbouwd en onvoldoende geconcretiseerd.

Beslissing van 29 oktober 2012

in de zaak 11-158

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 20 april 2012 op de klacht van:

de heer [naam]

(tevens handelend als gevolmachtigde van na te noemen volmachtgevers)

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]  

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 29 november 2011 met kenmerk RvT 1011-8921 LP/SD, door de raad ontvangen op 30 november 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht. Bij brief van 11 januari 2012 is het dossier door de griffier van de raad teruggestuurd aan de deken voor nadere instructie. Bij brief van 20 maart 2012, met bijlagen, heeft de deken het dossier opnieuw ingestuurd. Deze brief is door de raad ontvangen op 21 maart 2012.

1.2 Bij beslissing van 20 april 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 23 april 2012 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 28 april 2012 door de raad ontvangen op 2 mei 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 september 2012 in aanwezigheid van verweerder en zijn kantoorgenote, mr. [naam]. Klager is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 28 april 2012.

1.6 Na 28 april 2012 tot aan de datum van de mondelinge behandeling zijn bij de raad nog een zeer groot aantal faxberichten met bijlagen binnengekomen. Deze faxberichten bestaan uit de ontvangstbevestiging van de griffier met daarop een handgeschreven reactie van klager en daaraan gehecht diverse, soms dezelfde en vaak ook weer andere bijlagen. Klager heeft daarbij niet duidelijk gemaakt om welke reden bepaalde bijlagen werden overgelegd.

1.7 Ook na het sluiten van de mondelinge behandeling is klager doorgegaan met het zenden van grote aantallen faxberichten met bijlagen aan de raad.

1.8 Op de stukken die na het sluiten van de mondelinge behandeling zijn binnengekomen zal de raad geen acht slaan omdat kennisname van die stukken en van een eventuele reactie van de zijde van verweerder na sluiting van het onderzoek ter zitting zou neerkomen op hervatting van de behandeling van het verzet, waartoe de raad –uitzonderingen, die zich hier niet voordoen, daargelaten- niet is gehouden.

2 FEITEN

2.1 Klager treedt op voor zichzelf en krachtens volmachten van 7 februari 2011 tevens namens de volgende klagers:

[namen en woonplaats van 24 volmachtgevers]

2.2 Voor een weergave van de vaststaande feiten verwijst de raad naar de punten 2, 3 en 4 van de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat de kwaliteit van de zijn dienstverlening onvoldoende was.

Meer in het bijzonder klagen klagers over het volgende, waarbij de raad evenals de voorzitter gebruik maakt van de woordkeuze van [naam klager]:

a. verweerder wist van de “dubieuze praktijken van het UWV” maar heeft daartegen niets ondernomen;

b. verweerder wist dat de Ltd., het juridisch vehikel waarin [naam klager] zijn bedrijf uitoefende, een Nederlands bedrijf was maar is niettemin meegegaan met het door UWV/de rechters “gecreëerde grensarbeiders-verhaal”;

c. verweerder wist dat zijn cliënten tevens in Nederland werkzaam waren;

d. uit artikel 25 WW volgt dat grensarbeiders nooit een boete naar Nederlands recht kunnen krijgen. Verweerder heeft niettemin het dossier gesloten.

e. verweerder heeft onjuist gefactureerd door aan [naam klager] te factureren en niet aan de andere klagers voor wie [naam klager] als gevolmachtigde optrad.

3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter essentiële stukken die betrekking hebben op de klacht heeft genegeerd en dat de voorzitter is voorbijgegaan aan relevante wetgeving.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter en de nadien door klager aan de raad toegezonden stukken bevatten geen nieuwe argumenten, geen nieuwe grondslagen en geen nieuwe feiten. Nu deze stukken ook overigens geen nieuwe gezichtspunten opleveren, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard. Op de door klager aangevoerde stellingen is immers door de voorzitter met juistheid beslist dat de klacht kennelijk ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

Verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. F.A.M. Knüppe, B.E. van der Molen, P.R.M. Noppen, en C.J.M. de Vlieger, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 29 oktober 2012.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 oktober 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.