ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3421 Raad van Discipline Arnhem 12-58

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3421
Datum uitspraak: 29-10-2012
Datum publicatie: 12-11-2012
Zaaknummer(s): 12-58
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: korte samenvatting: verzet tegen voorzittersbeslissing niet ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Beslissing van 29 oktober 2012

in de zaak 12-58

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 7 mei 2012, verzonden op 10 mei 2012, op de klacht van:

klager

tegen:

advocaat te [X]

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 17 april 2012, met kenmerk RvT 1112-9168/LB/SD, door de raad ontvangen op 18 april 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 7 mei 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 10 mei 2012 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 22 mei 2012, door de raad ontvangen op 25 mei 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 september 2012 in aanwezigheid van mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. F.A.M. Knüppe,

B.E. van der Molen, P.R.M. Noppen en C.J.M. de Vlieger, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier. Klager is ter zitting verschenen. Verweerster is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen klager verzet heeft aangetekend en van de stukken die de deken aan de raad heeft gestuurd alsmede van het verzetschrift van klager van 22 mei 2012.

2 KLACHT EN VERZET

2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

a) als advocate van de wederpartij, voorafgaand aan de mondelinge behandeling van een alimentatiekwestie, er op heeft aangedrongen dat (de advocaat van) klager tijdig met de onderbouwing zou komen van zijn verweer tegen de alimentatievaststelling;

b) namens haar cliënte executoriaal derdenbeslag heeft gelegd.

2.2 Het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat de voorzitter ten onrechte de klacht kennelijk ongegrond heeft verklaard omdat verweerster een zodanig hoge alimentatie heeft gevorderd dat hij in ernstige financiële problemen is gekomen. Tevens heeft zij misbruik gemaakt van de incompetentie van de door hem ingeschakelde advocaat. Het optreden van verweerster jegens hem moet als zeer onbetamelijk worden gekwalificeerd.

3 FEITEN

3.1 Voor de beoordeling van de klacht en het verzet kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, worden volstaan met de door de voorzitter in haar beslissing van 7 mei 2012 vastgestelde feiten nu de raad die feiten niet onjuist omschreven acht.

4 BEOORDELING

4.1 Bij brief van 10 mei 2012 is de beslissing van de voorzitter aan klager toegestuurd met de mededeling dat hij op grond van artikel 46 h lid 1 van de Advocatenwet binnen 14 dagen na 10 mei 2012 een verzetschrift kan indienen bij de raad van discipline. Daarbij is klager er uitdrukkelijk op gewezen dat het verzetschrift uiterlijk op de 14de dag na verzending van de beslissing door de raad moet zijn ontvangen.

4.2 Klager had er gezien het hier voorgaande voor moeten zorg dragen dat zijn verzetschrift op 24 mei 2012 door de raad was ontvangen. Klager heeft zijn verzetschrift gedateerd op 22 mei 2012 en, blijkens het poststempel op zijn brief, op 23 mei 2012 aan de posterijen aangeboden waarna het verzetschrift op 25 mei 2012 bij de raad is binnengekomen. Aldus is het verzetschrift te laat bij de raad binnengekomen. Klager heeft geen verschoonbare reden aange-voerd waarom hij het verzetschrift te laat bij de raad heeft ingediend. Hij heeft er niet op mogen vertrouwen dat de door hem op 23 mei 2012 aan de posterijen aangeboden brief de volgende dag zou worden bezorgd. Het voorgaande brengt mee dat het verzet niet-ontvankelijk is.

BESLISSING

Het verzet is niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. F.A.M. Knüppe, B.E. van der Molen, P.R.M. Noppen en C.J.M. de Vlieger, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 29 oktober 2012.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 oktober 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Arnhem

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.