ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3420 Raad van Discipline Arnhem 12-75

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3420
Datum uitspraak: 29-10-2012
Datum publicatie: 12-11-2012
Zaaknummer(s): 12-75
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: korte samenvatting: verzet tegen voorzittersbeslissing niet ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Beslissing van 29 oktober 2012

in de zaak 12-75

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 mei 2012, verzonden op dezelfde datum, op de klacht van:

klager

tegen:

advocaat te [X]

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 19 april 2012, met kenmerk K12/15, door de raad ontvangen op 20 april 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 16 mei 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht deels kennelijk ongegrond, deels kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op dezelfde dag is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 29 mei 2012 door de raad ontvangen op 1 juni 2012, heeft klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 september 2012 in aanwezigheid van mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. F.A.M. Knüppe,

B.E. van der Molen, P.R.M. Noppen en C.J.M. de Vlieger, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier. Klager en verweerder zijn verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen klager verzet heeft aangetekend en van de stukken die de deken aan de raad heeft gestuurd alsmede van het verzetschrift van klager van 29 mei 2012.

2 KLACHT EN VERZET

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder zich niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt door:

a. bij klager en zijn huidige echtgenote beslagen te laten leggen waarvan hij op voorhand wist dat deze onrechtmatig waren en geen doel zouden treffen.

b. stelselmatig misbruik van recht te maken door onjuistheden te verklaren tegenover gerechtelijke instanties en door gelden die bestemd waren voor zijn cliënte gedeeltelijk aan hemzelf te doen toekomen.

c. ten behoeve van klager en zijn ex-echtgenote – zijn cliënte – een gezamenlijk echtscheidingsconvenant op te stellen, door hen te laten ondertekenen en vervolgens, in strijd met de in het convenant opgenomen bepalingen en de aldaar vastgelegde finale kwijting, namens zijn cliënte tegen klager te procederen om gemaakte afspraken open te breken.

2.2 Het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat de voorzitter ten onrechte de klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat in de beslissing niet wordt ingegaan op de kwestie van ten onrechte aan hem in rekening gebrachte beslagkosten. Voorts heeft verweerder zich schuldig gemaakt aan misbruik van recht.

3 BEOORDELING

3.1 Bij brief van 16 mei 2012 is de beslissing van de voorzitter aan klager toegestuurd met de mededeling dat hij op grond van artikel 46 h lid 1 van de Advocatenwet binnen 14 dagen na 16 mei 2012 een verzetschrift kan indienen bij de raad van discipline. Daarbij is klager er uitdrukkelijk op gewezen dat het verzetschrift uiterlijk op de 14de dag na verzending van de beslissing door de raad moet zijn ontvangen. Onderaan de beslissing is dezelfde informatie te vinden.

3.2 Klager had er gezien het hier voorgaande voor moeten zorg dragen dat zijn verzetschrift op 30 mei 2012 door de raad was ontvangen. Het verzetschrift is op 1 juni 2012 bij de raad binnengekomen. Klager heeft geen verschoonbare reden aangevoerd waarom hij het verzetschrift te laat bij de raad heeft ingediend.

Gezien het hier voorgaande heeft klager zijn verzetschrift te laat ingediend bij de raad. Daarom is het verzet niet-ontvankelijk is.

BESLISSING

Het verzet is niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. F.A.M. Knüppe,

B.E. van der Molen, P.R.M. Noppen en C.J.M. de Vlieger, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 29 oktober 2012.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 oktober 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Arnhem

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.