ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2782 Raad van Discipline Arnhem 11-160

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2782
Datum uitspraak: 07-05-2012
Datum publicatie: 06-06-2012
Zaaknummer(s): 11-160
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen advocaat in een procedure tegen het UWV. De klacht is ingediend in 2009 en betreft optreden van verweerster in 2004. De klacht is niet-ontvankelijk vanwege te late indiening. De redelijke termijn waarbinnen de advocaat nog rekening hoeft te houden met een klacht is overschreden.

Beslissing van 7 mei 2012

in de zaak 11-160

naar aanleiding van de klacht van klager tegen verweerster.

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 7 december 2011 met kenmerk RVT 0910-8635 MG/SD, door de raad ontvangen op 8 december 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 12 maart 2012. Niemand is ter zitting verschenen. 

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- De brief van 7 december 2011 namens de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht alsmede de daarin genoemde stukken genummerd 1 t/m 36.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Verweerster heeft klager bijgestaan in een procedure tegen het UWV in de periode 2002 tot 2004.

2.2 Bij brief van 1 december 2009 heeft klager zich tot de deken gewend. Daarin heeft hij zich beklaagd over het optreden van verweerster in de periode oktober 2002 tot en met september 2004.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat klager door haar handelwijze schade heeft geleden.

4 BEOORDELING

4.1 Hoewel de wet geen verval of verjaring van klachtrecht kent en een niet-ontvankelijkheid niet rechtstreeks uit de wet voortvloeit, moet een advocaat er ter wille van de rechtszekerheid vanuit kunnen gaan dat door hem verrichte werkzaamheden na het verstrijken van geruime tijd niet meer ter discussie zullen worden gesteld. De raad acht het wachten met het indienen van een klacht voor een periode van ruim vijf jaar overschrijding van een, alle omstandigheden in aanmerking genomen, ten opzichte van de verweerder redelijke termijn. De klacht van klager is niet-ontvankelijk.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart de klacht van klager niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, mrs. B.E. van der Molen, P.P. Verdoorn, F.A.M. Knüppe, A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden, bijgestaan door mr. S. Le Noble als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 mei 2012.

griffier voorzitter