ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2651 Raad van Discipline Arnhem 11-115

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2651
Datum uitspraak: 14-03-2012
Datum publicatie: 25-04-2012
Zaaknummer(s): 11-115
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Verzet is ongegrond.

11 – 115

BESLISSING VAN  DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

inzake:

klager

wonende te [plaats]

hierna te noemen klager

tegen:

verweerder

advocaat te [plaats]

hierna te noemen verweerder

1. Bij brief d.d. 5 november 2011, door de raad ontvangen op 8 november 2011, is klager tijdig in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 21 oktober 2011, verzonden op 24 oktober 2011, waarbij klagers klacht tegen verweerder als kennelijk ongegrond is afgewezen.

2. Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 16 januari 2012, waar klager en verweerder zijn verschenen. Van de behandeling is proces verbaal opgemaakt. De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: Mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, en mrs. A. Gerritsen-Bosselaar, C.J.M. de Vlieger, J.H. Brouwer en A.M.T. Weersink, leden van de raad, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier.

3. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar alinea 3 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

4. Met de voorzitter en op de gronden die deze in de beslissing van 14 oktober 2011 heeft vermeld is de raad van oordeel dat de klacht van klager tegen verweerder kennelijk ongegrond is.

Hetgeen door klager tegen de beslissing van de voorzitter is aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel gebracht. De door de voorzitter vermelde gronden kunnen de beslissing volledig dragen.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT;

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.

Griffier        Voorzitter

Gelet op het bepaalde in artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen hoger beroep open.