ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2379 Raad van Discipline Arnhem 11-50

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2379
Datum uitspraak: 05-12-2011
Datum publicatie: 01-02-2012
Zaaknummer(s): 11-50
Onderwerp:
  • Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Klachten waarbij klager geen belang heeft
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond. Verweerder heeft zich voldoende ingespannen bij de behartiging van de belangen van klager. De ouders van klager zijn kennelijk niet-ontvankelijk nu zij geen zelfstandig belang hebben bij de klacht.

11-50

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief d.d. 18 juni 2011 hebben de heer en mevrouw [  ] namens hun zoon [ ] verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem d.d. 6 juni 2011, verzonden op 7 juni 2011 in de zaak:      

      [ ]

      wonende te [  ],         hierna te noemen klagers

      tegen

      Mr. [  ]

      voorheen advocaat te[  ],

      hierna te noemen verweerder

1. Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van Discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem van 7 november 2011 waar de heer en mevrouw [ ] namens hun zoon zijn verschenen. Verweerder is eveneens verschenen.

 De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: Mr. A.E. Zweers, voorzitter, en mrs. E. Bige, J. Brouwer, R.P.F. van der Mark en A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden van de raad en is bijgestaan door mr. P.J.G. van den Boom als griffier.

2. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar punt 2 van de bestreden voorzittersbeslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

3. De raad is van oordeel dat het verzet van klager ongegrond is. De raad onderschrijft de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze is genomen. Hetgeen klager tegen de beslissing van de voorzitter heeft aangevoerd, heeft de raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen.

De beslissing van de raad luidt als volgt:

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de Raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 5 december 2011

Griffier        Voorzitter

Ingevolge het bepaalde in artikel 46.h lid 4 Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.