ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2305 Raad van Discipline Arnhem 11-39

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2305
Datum uitspraak: 19-12-2011
Datum publicatie: 22-12-2011
Zaaknummer(s): 11-39
Onderwerp:
  • Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van kantoorgenoot
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet is komen vast te staan dat verweerder, voorheen patroon van klager, heeft toegestaan dan wel er voor heeft gezorgd dat er een spotprent van klager op kantoor is opgehangen. Klacht ongegrond.

11-39

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief d.d. 7 april 2011 heeft mr. X, deken van de orde van advocaten in het arron-dissement Y, ter kennis van de raad gebracht de klacht van:

klager,

tegen:

verweerder.

1. De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 21 november 2011, waar zowel klager als verweerder, deze laatste bijgestaan door mr. W, is verschenen. De raad heeft bij de behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, en mrs. G.R.M. van den Assum, A.T. Bolt, C.J. Lunenberg-Demenint en H.J.P. Robers, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier.

2. Klager heeft zich er over beklaagd dat verweerder, bij wie hij gedurende een half jaar als advocaat-stagiaire in dienst was, heeft toegestaan dan wel ervoor heeft gezorgd dat na zijn vertrek van het kantoor van verweerder een spotprent van hem op dat kantoor is opgehangen. Dat is volgens klager in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.

3. Klager heeft tot bewijs van deze spotprent een foto en een vonnis van de rechtbank [..] van 9 juni 2010 overgelegd. Klager had die stukken ontvangen van mr. A, die na hem op kantoor van verweerder als advocaat-stagiaire werkzaam is geweest. Voormeld vonnis is gewezen in de door haar tegen verweerders kantoor aanhangig gemaakte kort-gedingprocedure waarin zij in hoofdzaak achterstallig loon en vergoeding van onkosten vorderde.

4. Op de foto zijn te zien een tot spotprent bewerkte foto van voornoemde mr. A alsmede links daarvan een getekend mannetje met daarbij een ballonnetje waarin de tekst "jij weet het beter". In het vonnis heeft de kantonrechter in overweging 16 als volgt overwogen:

"[mr. A] heeft ter zitting een tweetal foto's van de […] spotprent ter inzage gege-ven. […] Voor [mr. A] is dit grond om te vorderen dat [verweerders kantoor] zich onthoudt van handelingen en gedragingen die haar in diskrediet kunnen brengen. Het verweer luidt dat de spotprent slechts op een niet voor publiek toegankelijke kamer van […] heeft gehangen en dat [mr. A ]op de spotprent onherkenbaar is. Met dit verweer ziet [verweerders kantoor] eraan voorbij dat ook de voormalige collega's van [mr. A] in dit verband als 'publiek' zijn aan te merken. […]. Niet on-belangrijk is in dit verband voorts, dat [verweerders kantoor] ook niet heeft betwist dat een eerdere stagiaire hetzelfde lot als [mr A] beschoren is geweest."

5. Verweerder heeft betwist dat het getekende poppetje klager voorstelde. Hij had het poppetje zelf getekend en het stelde een advocatenpoppetje in de rechtszaal voor. Er staat geen naam bij, het lijkt op niemand en het is gewoon een tekeningetje.

Hij heeft voorts benadrukt dat in de procedure tegen [mr. A] van de kant van zijn kantoor geen enkele opmerking is gewijd aan klager, zodat van een expliciete er-kenning geen sprake kan zijn [geweest]. Hij is het dan ook niet eens met de desbe-treffende door klager aangehaalde overweging van de kantonrechter.

In een van de parallelle klachtzaken heeft verweerder toegelicht dat en waarom geen hoger beroep tegen genoemd vonnis in kort geding is ingesteld.

6. De raad beoordeelt de klacht als volgt.

Gelet op de gemotiveerde betwisting door verweerder is de verweten gedraging niet komen vast te staan. De klacht dient dan ook bij gebrek aan feitelijke grond-slag als ongegrond te worden afgewezen.

De beslissing van de raad luidt als volgt:

De klacht van klager is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 19 december 2011

griffier voorzitter