ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2273 Raad van Discipline Arnhem 11-73

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2273
Datum uitspraak: 21-11-2011
Datum publicatie: 19-12-2011
Zaaknummer(s): 11-73
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft in een procedure ontbinding geregistreerd partnerschap twee relevante zaken in een notitie met afspraken tussen partijen over het hoofd gezien. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder – als ervaren echtscheidingsadvocaat - onvoldoende adequaat richting zijn cliënt gereageerd.

11-73

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief d.d. 21 juni 2011 heeft mr R.J.A. Dil, deken van de orde van advocaten in het arrondissement Arnhem, ter kennis van de raad gebracht de klacht van klager tegen verweerder.

1. De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 26 september 2011, waar zowel klager als verweerder is verschenen.

De raad heeft bij de behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: Mr. M.J. Blaisse, voorzitter, en mrs B.E. van der Molen, A.T. Bolt, I.P.A. van Heijst, P.P. Verdoorn, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. S. Le Noble als griffier.

2. Verweerder heeft klager vanaf oktober 2009 bijgestaan in de procedure tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap. In oktober 2010 heeft verweerder klager laten weten niet langer voor hem te kunnen optreden vanwege gebrek aan vertrouwen tussen hen.

Thans klaagt klager erover dat verweerder zich niet als goed advocaat heeft gedragen door:

1. regelmatig niet te reageren op e-mailberichten en telefoontjes van klager;

2. klager onvoldoende bekwaam en voortvarend te adviseren;

3. declaraties te sturen zonder deze te voorzien van deugdelijke specificaties.

3. Verweerder voert aan dat hem geen verwijt valt te maken omdat hij waar nodig en mogelijk klager steeds te woord heeft gestaan. Hij betoogt dat hij de belangen van klager voldoende bekwaam en voortvarend heeft behartigd. Ten slotte stelt verweerder klager met betrekking tot het declareren altijd goed te hebben behandeld.

4. De raad beoordeelt de klacht als volgt:

Klachtonderdeel 1

Met het eerste klachtonderdeel verwijt klager verweerder regelmatig niet te hebben gereageerd op e-mailberichten en telefoontjes. Deze klacht van klager is enerzijds onvoldoende onderbouwd en anderzijds door verweerder gemotiveerd betwist. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

Klachtonderdeel 2

Dit betreft de klacht van klager over de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht stelt de raad voorop dat de advocaat bij de behandeling van een zaak de leiding heeft en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid dient te bepalen met welke aanpak van zaken de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen kan in het algemeen pas sprake zijn als de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. In dit geval heeft klager verweerder een notitie ter beoordeling voorgelegd waarin werd verwezen naar een convenant, dat blijkens de vermelding ‘bijlage 1’ op de notitie het basisdocument was. Verweerder heeft in die verwijzing geen aanleiding gezien om aan klager te vragen wat er in dat convenant stond. Daarnaast heeft verweerder pas na de beschikking van de rechtbank gezien dat het pensioen ten onrechte geen onderdeel uitmaakte van de in de beschikking van de rechtbank vastgelegde afspraken tussen partijen, terwijl hij al in de hem in kopie toegezonden stukken die de wederpartij aan de rechtbank had toegezonden had kunnen en moeten signaleren dat de pensioenafspraken daarvan ten onrechte geen deel uitmaakten. De raad concludeert dat het op beide punten op de weg van verweerder had gelegen om - als echtscheidingsadvocaat - adequater te reageren. Het feit dat verweerder klager niet eerder op deze zaken heeft geattendeerd, is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dit klachtonderdeel is gegrond.

Klachtonderdeel 3

Klachtonderdeel 3 betreft blijkens het ter zitting verklaarde niet alleen het ontbreken van deugdelijke specificaties, maar ook de hoogte van de declaraties. Deze moeten ter begroting aan de Raad van Toezicht worden voorgelegd en dit behoort niet tot de taak van de tuchtrechter. De raad van discipline speelt pas een rol indien sprake is van excessief declareren. Gesteld noch gebleken is dat daarvan sprake is geweest.

5. Mede in aanmerking genomen dat verweerder ter zitting op geen enkele wijze blijk heeft gegeven in te zien dat hij fouten heeft gemaakt, acht de raad het opleggen van de maatregel van een enkele waarschuwing aan verweerder passend en geboden.

De beslissing van de raad luidt als volgt:

De klachtonderdelen 1 en 3 zijn ongegrond.

Klachtonderdeel 2 is gegrond.

De raad legt aan verweerder op de maatregel van een enkele waarschuwing.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 21 november 2011.

griffier voorzitter