ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2237 Raad van Discipline Arnhem 11-67

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2237
Datum uitspraak: 14-11-2011
Datum publicatie: 08-12-2011
Zaaknummer(s): 11-67
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerder handelde niet klachtwaardig door ook met de partner van klaagster te communiceren, nu deze partner van aanvang af bij de zaak betrokken was en als aanspreekpunt fungeerde. Verweerder heeft geen brieven gedeclareerd die buiten het bereik van de toevoeging vielen.

11-67

BESLISSING  VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM inzake:

klaagster,

tegen:

verweerder

1. Bij brief d.d. 7 juli 2011 is klaagster tijdig in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 5 juli 2011, waarbij klaagsters klacht tegen verweerder als kennelijk ongegrond is afgewezen.

2. Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 oktober 2011, waar alleen verweerder is verschenen. Klaagster heeft tevoren schriftelijk laten weten dat zij niet zou verschijnen. Zij is in augustus 2011 toegelaten tot de WSNP.

De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, en mrs. E.D. Breuning ten Cate, J.R.O. Dantuma, F.A.M. Knüppe en H.J.P. Robers, leden van de raad, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier.

3. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar alinea 2 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

4. Met de voorzitter en op de gronden die deze in de beslissing van 5 juli 2011 heeft vermeld is de raad van oordeel dat de klacht van klaagster tegen verweerder kennelijk ongegrond is. Hetgeen klaagster in haar verzetschrift tegen de beslissing van de voorzitter heeft aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel gebracht. Met name is niet gebleken dat de deken in zijn onderzoek van de klacht deze heeft verdraaid en vervalst. Hij heeft slechts andere bewoordingen dan klaagster zelf gebruikt om de klachten van klaagster weer te geven. De raad heeft bij de behandeling en beoordeling van het verzet de oorspronkelijke formulering van de klacht van klaagster mede tot uitgangspunt genomen. De door de voorzitter vermelde gronden kunnen zijn beslissing volledig dragen.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Het verzet is ongegrond.

Aldus op 3 oktober 2011 in raadkamer beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling, en uitgesproken in het openbaar op 14 november 2011.

griffier      voorzitter

Gelet op het bepaalde in artikel 46 h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen hoger beroep open.