ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1895 Raad van Discipline Arnhem 10-151

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1895
Datum uitspraak: 20-06-2011
Datum publicatie: 11-08-2011
Zaaknummer(s): 10-151
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht wegens het laten voortbestaan van één van de beslagen, terwijl de daaraan ten grondslag liggende vordering al was voldaan. Verzet ongegrond. Op het moment dat verweerder constateerde dat het laatste beslag nog niet was opgeheven, heeft hij direct maatregelen getroffen.

10-151

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief van 24 november 2010, ontvangen op 1 december 2010, heeft de klager, wonende te [ ], verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het gerechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem van 15 november 2010 in de zaak tussen:

[ ]

wonende te [ ]

hierna te noemen “klager”

tegen:

mr. [ ]

advocaat te [ ]

hierna te noemen “verweerder”.

1. Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 23 mei 2011. Op deze zitting zijn klager en verweerder verschenen. De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. A.E. Zweers, voorzitter, en mrs. A.D.G. Bakker, E.J. Verster, C.J. Lunenberg-Demenint en P.J.M. van Wersch, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. G.H.J. Spee als griffier.

2. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar alinea vier van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

3. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klager tegen verweerder kennelijk ongegrond is. De overwegingen van de voorzitter in zijn beslissing van 15 november 2010 kunnen die beslissing volledig dragen. Hetgeen door klager tegen de beslissing van de voorzitter is aangevoerd, heeft de raad niet tot een ander oordeel gebracht.

3.9 De beslissing van de raad luidt als volgt:

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 20 juni 2011

Griffier Voorzitter

Gelet op het bepaalde in artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet, staat tegen deze beslissing geen hoger beroep open.