ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1437 Raad van Discipline Arnhem 10-122

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1437
Datum uitspraak: 07-02-2011
Datum publicatie: 16-03-2011
Zaaknummer(s): 10-122
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: klacht over advocaat wederpartij ter zake korte termijn bij sommatie tot betaling immateriĆ«le schadevergoeding wegens schending straat- en contactverbod, feitelijk onjuiste en grievende uitlatingen in de daarop gevolgde dagvaarding e.a. kennelijk ongegrond.  

10-122

 BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

inzake:

klager

wonende te [woonplaats]

tegen: verweerder

advocaat te [plaats]

1.

Bij brief van 9 september 2010, ontvangen op 10 september 2010, is klager in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van 30 augustus 2010, verzonden op dezelfde datum, waarbij de klacht van klager kennelijk ongegrond is verklaard.

2.

Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 11 oktober 2010, waar klager en verweerder zijn verschenen.

Bij de behandeling van het verzet heeft de raad zitting gehouden in de volgende sa-menstelling:

mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, en mrs. E. Bige, F. Klemann, C.J.M. de Vlieger en P.M. Wilmink, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. A. Huber als griffier.

3.

Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar punt 3 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

4.

Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klager kennelijk ongegrond

is.

De door de voorzitter vermelde gronden kunnen zijn beslissing volledig dragen.

Hetgeen klager tegen de beslissing van de voorzitter heeft aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 7 februari 2011.

Griffier    Voorzitter

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze be-slissing geen rechtsmiddel open.